Kristof Van der Stadt
Kristof Van der Stadt Hoofdredacteur bij Data News

Innovatie is lang niet alleen belangrijk voor bedrijven. Gemeenten, steden, hele regio’s en landen hebben er alle belang bij om aan innovatie te doen. En de idee dat er voor innovatie speciale R&D labo’s nodig zijn, is ondertussen compleet achterhaald. Dat zegt althans Charles Leadbeater, die zowat als een wereldwijde autoriteit inzake innovatie en creativiteit beschouwd wordt en al verschillende boeken over het onderwerp publiceerde.

Wat is innovatie precies? Waarom is het belangrijk? Charles Leadbeater – in 2005 door Accenture nog in het lijstje van ‘top management thinkers’ geplaatst – houdt van vergelijkingen: “Bepaal of je een receptenmaker of een cakebakker bent. Als je een cakebakker bent, dan moet je recept in orde zijn. Dan moet je een zo goed mogelijke cake bakken met zo min mogelijk kosten. Dus dat wil zeggen standaardisatie, best practices e.d. om de kwaliteit op te drijven en de kosten terug te dringen. Maar als je bedrijf het recept maakt, liggen de zaken anders. Om een nieuw recept te maken, moet je in de keuken werken, moet je experimenteren met ingrediënten. Dat vereist trial and error, diversity, leren uit je fouten, falen en opnieuw beginnen tot wanneer het allemaal precies goed zit.” Vanuit die wetenschap heeft Leadbeater het over ‘the 7 c’s of innovation’.

1. CRISIS

De aanwezigheid of de dreiging van een crisis, zorgt bij heel wat bedrijven voor hét momentum om innovatie te laten ontstaan. Zeker in de publieke sector, maar ook in veel grote bedrijven en soms ook bij individu’s. Noodzaak is de moeder van alle innovaties. Vanuit een crisis is bijvoorbeeld het ijshoorntje ontstaan in 1904. Een ijsjesventer had geen kartonnetjes meer om ijs in te scheppen en kon dus zijn ijs niet meer verkopen. Zijn collega improviseerde door een wafeltje op te rollen.Niets deed toen vermoeden dat hier aan innovatie gedaan werd. Je hoeft een crisis dus niet halsstarrig proberen te vermijden: de uitdaging is om via een crisis de zaken te doen bewegen.

2. CURIOSITY

Innovatie organisaties zijn nieuwsgierig van aard. Zij trekken er op uit en kijken hun ogen uit. Ze kijken naar hun concurrenten, naar hun klanten, maar ook naar mensen van wie ze graag zouden hebben dat ze hun klanten zouden zijn. Als je gewoon je naaste concurrenten of je trouwste en belangrijkste klanten blijft volgen, zul je nooit innovatief zijn. Wil je innovatief zijn? Kijk dan ook eens naast je. Kantoorruimtes zijn curiosity killers. Sommige bedrijven zoals 3M en Google geven hun werknemers de tijd om nieuwsgierig te zijn. Google hanteert zelfs deze regel: 70% van de tijd spendeer je aan je eigenlijke job, 20% aan strategische projecten en de resterende 10% aan de dingen die je interesseren. Transponeer dat eens naar je eigen job; ikzelf heb bijvoorbeeld nog nooit een idee gehad aan mijn bureau. Als je je routine nooit doorbreekt, wordt innovatie bijzonder moeilijk.

3. COMBINATION

De meeste innovatie is niet het noteren van een gloednieuw idee op een blanco papier. De meeste innovatie ontstaat net door het combineren van bestaande ideeën en concepten. Meteen ook een reden waarom diversiteit zo belangrijk is. Wie goed is in innovatie, is goed in het spotten van deze combinaties. Neem nu Cirque du Soleil. Uiteindelijk brengen ze niks nieuws: het was enkel de combinatie van verschillende bestaande elementen (circus, rock opera, sprookjes,…) dat het nieuw én succesvol maakte.

4. CONVERSATION

Intense gesprekken hebben met iemand zijn echt belangrijk. Op het einde van de rit heb je dingen gezegd die je zelf niet verwacht had, maar heb je ook onverwachte dingen gehoord. Een goede conversatie neemt onverwachte wendingen. En oh ja: daar hoort géén Powerpoint-presentatie bij. Wél een goed glas wijn, lekker eten of een leuke setting: al is het maar om op neutraal terrein te kunnen babbelen.

5. CO-EVOLUTION

Vroeger kwamen de ‘speciale nieuwigheden’ van ‘speciale mensen’ die in ‘speciale plaatsen’ werken. De recepten kwamen bijvoorbeeld van mensen uit de labo’s met witte schorten aan, designers uit de studio, entrepreneurs in hun garage, enzovoort. Vandaar gingen de ideeën via een grote pijplijn naar de wachtende consumenten. Maar eigenlijk ga je dan voorbij aan de interactie en de samenwerking die voor heel innovaties noodzakelijk zijn. Bijvoorbeeld interactie met je suppliers of de ontwikkelaars van je nieuwe technologie, maar nog belangrijker: interactie met de end-user. Zie de consument niet langer als het eindpunt, maar als een alternatieve bron voor verfrissende ideeën.

6. CHALLENGE

Uitdagingen zijn vitaal voor een innovatiestrategie: ideeën moeten worden getest, moeten terug naar af kunnen worden gestuurd, en later terug worden opgepikt. Innovatie kan nooit een gemakkelijk proces zijn. Maar uitdagingen kun je ook op een andere manier bekomen. Benoem bijvoorbeeld bewust mensen die niet helemaal op dezelfde beslissingslijn als jezelf zitten. Het is nu eenmaal een bekend probleem dat het senior management te gemakkelijk mensen aanneemt die hun strategie blindelings volgen. Maar dat kun je bezwaarlijk een innovatieve manier van denken noemen…

Innovatie veronderstelt ook dat je sommige dingen afleert, dat je breekt met bepaalde routines of dat je stopt met een of ander proces: en dat maakt innovatie zo pijnlijk. En dat is waar veel bedrijven in falen. Ze investeren wel in R&D, maar komen nadien al snel in de verleiding om toch weer te hervallen in de oude processen, in de oude manier van denken en in de oude manier van zaken doen. Op die manier mis je opportuniteiten en laat je bijvoorbeeld de groeimarkten gegarandeerd links liggen.

7. COMMITMENT

Innovatie kan geen dode letter blijven: je moet uiteindelijk prototypes bouwen, ze laten testen, verfijnen e.d.. Dat veronderstelt een zeker engagement van het bedrijf om er volop voor te gaan en niet halverwege het proces er alsnog mee te kappen. En wanneer ik het over engagement heb, heb ik het zowel over tijd, geld, goodwill als zorgen voor de nodige resources. Ik vergelijk innovatie altijd graag met iemand die wil leren zwemmen: vroeg of laat moet je toch het water in als je wil leren zwemmen. Daar is een zekere moed voor nodig, en daar is de nodige oefening mee gemoeid: maar er is gewoon geen andere manier. Of heeft er iemand leren zwemmen aan de kant van het zwembad op basis van een zwemstrategie die een gespecialiseerde consultant uitgestippeld heeft?z

Kristof Van der Stadt

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content