Achtergrond: alles over de glasvezelplannen van Proximus
Proximus gaat drie miljard euro investeren in glasvezel. Hoe komt dat tot stand? En wat betekent het voor bedrijven en consumenten, ook voor wie niet in de grote steden woont?
Proximus heeft vandaag al glasvezel. 21.000 kilometer om precies te zijn. Maar die reikt maar tot aan de straatcabine (node). De overige afstand, de zogenaamde last mile, gebeurt via koperdraden. Die hebben als grootste handicap dat de snelheid afneemt zodra je te ver van een straatcabine woont. De afgelopen twintig jaar kon het bedrijf de snelheid ervan wel stelselmatig optrekken, onder meer met VDSL en de afgelopen jaren met vectoring-technologie.
Die verbeteringen maakten dat Proximus de zware investering in glasvezel een tijdlang kon afhouden. Maar intussen merkt de operator zelf dat de vraag toeneemt. “Vandaag zijn dat vooral grotere bedrijven, maar de urgentie neemt toe. We krijgen vandaag veel individuele vragen van bedrijven, dus binnen enkele jaren gaan de meeste bedrijven dat willen,” zegt Geert Standaert, cto van Proximus.
Volgens Standaert gaat het niet enkel om downloadsnelheid. “Het gaat om verkeer van en naar de klant, maar ook om je latency onder de 10 milliseconden te houden. Dat is nodig voor zaken zoals virtual en augment reality en daar willen we op anticiperen. Dit is investeren, maar vooral anticiperen op de noden in de komende jaren.”
Bedrijven eerst
Het bedrijf begint zijn uitrolplannen in Antwerpen, Brussel, Charleroi, Gent, Namen en Roeselare. De ambitie is om binnen tien jaar 85 procent van de bedrijven en 50 procent van de gezinnen aansluitbaar te maken. In de komende drie jaar moet dat al op 40 procent liggen bij bedrijven, of zeven procent van de huizen.
Proximus maakt er geen geheim van dat de bedrijven prioriteit krijgen. “Veel van hen hebben vandaag al behoefte aan glasvezel, daarom dat we sneller naar bedrijven trekken”, zegt ceo Dominique Leroy. “Met cloudtoepassingen communiceer je constant met een datacenter, dat vraagt capaciteit en een lage latency.”
“We rollen uit waar we de grootste nood zien voor onze klanten”, gaat Standaert verder. “Grote clusters van professionele activiteiten worden aangesloten, maar we willen wel degelijk elke woning aansluitbaar maken”
Maar fiber is voor iedereen belangrijk, ook voor de consument. “Dit laat ons toe om extra services aan te bieden, ook aan residentiële klanten. Dit project bepaalt de toekomst van ons bedrijf, maar ook de toekomst van ons land.”
Waar haalt Proximus drie miljard euro?
De reden dat Proximus niet eerder met glasvezel begon is omdat de investeringen hoog oplopen en er in het verleden minder vraag was van klanten. Dat die vraag nu toeneemt speelt een rol. Al komt er ook geld vrij omdat andere investeringsprojecten aflopen.
Leroy: “Voor 4G zitten we nu aan 99% dekking. VDSL zit ook op zijn einde en voor voice zijn we volgend jaar klaar om van de oude technologie naar VoIP te gaan. Ook veel investeringen, onder meer in onze eigen IT-systemen, komen op hun einde en dat maakt dat we middelen anders kunnen besteden.”
Eerste aanbod al in januari
Proximus begint niet vandaag pas met FTTH. Nieuwe verkavelingen, waar er nog geen koper lag, worden al enige tijd uitgerust met glasvezel. Ook bedrijven die er expliciet naar vragen, kunnen tegen betaling een aansluiting krijgen. ING en Belfius zijn daar twee voorbeelden van. Vandaag telt het bedrijf zo’n zesduizend professionele glasvezelklanten.
Maar er werd ook geëxperimenteerd de afgelopen jaren. Begin 2015 schreven we al over een proefproject in de Anspachlaan in Brussel. Maar ook Rochefort, Sint-Truiden en Kortrijk kregen al zo’n projecten. Al blijven die eerder kleinschalig. Vermoedelijk heeft Proximus daar de fundamenten voor de grootschalige FTTH-uitrol van vandaag gelegd.
Voor concrete abonnementen en snelheden is het nog wat te vroeg. “Vandaag geven we glasvezelklanten nog geen eigen aanbod. Maar de eerste klanten in Brussel zullen vanaf januari wel een speciaal aanbod krijgen dat ze kunnen nemen.” Vermoedelijk gaat het hier om het testproject in de Anspachlaan. Dat geeft Proximus nog enkele jaren om te experimenteren met de prijszetting tot de meeste klanten aansluitbaar zijn.
Wie helpt Proximus?
Dominique Leroy wijst er tijdens de aankondiging op dat snel internet en digitalisering belangrijk zijn om banen te creëren. Maar ook de uitrol zelf levert extra banen op. Ook bij de onderaannemers van het bedrijf.
Proximus werkt voor de glasvezeluitrol samen met twee consortia, met de plannen om nog een derde team te selecteren. Dat bestaat uit Fiber4Belgium, een groep bestaande uit de bedrijven Jacops, Janssen, Van Gelder en Engie-Fabricom. De andere is FifthNet en bestaat uit BAM, ESAS, Verbraeken, Sogetrel en Van Den Berg.
Exit koper
De introductie van glasvezel betekent ook dat er een einde komt aan het kopertijdperk. “Wanneer glasvezel in een zone wordt uitgerold, willen we enige periode na de laatste aansluiting de oude koperlijnen uitfaseren”, zegt Geert Standaert. “De bedoeling is dat we honderd procent van onze klanten (in grote steden, nvdr) migreren naar glasvezel.”
Regulering
Ook minister voor Telecom en Digitale Agenda juicht de plannen toe. “Met deze plannen gaat ons land een stuk sneller dan de doelstelling van de Europese Commissie, om 100 Mbps tegen 2020 te halen.” De Croo wijst er ook op dat netwerkinfrastructuur en digitalisering de grootste generator zijn van nieuwe jobs.
Maar mag Proximus zijn glasvezelnetwerk solo gebruiken, of moet het die technologie delen met alternatieve internetproviders? Die vraag schuift de minister liever door naar het BIPT.
“Daarvoor is er een onafhankelijke regulator om te kijken of dat moet. Maar het is belangrijk dat infrastructuurconcurrentie werkt. We hebben twee grote netwerken, elk met de ambitie om internet aan lichtsnelheid tot in de huiskamer te brengen.” Verwijzend naar Telenet dat eerder al grote infrastructuurwerken aankondigde.
Hoe gaat het buiten de steden?
Dat Proximus voor grote steden kiest is logisch: Daar zitten verhoudingsgewijs meer mensen en is een investering sneller rendabel.
Wie ergens ten velde woont of werkt heeft minder geluk. Al wordt ook hier geïnvesteerd. “Vandaag hebben we glasvezel tot op de hoek van de straat (fiber to the curb of FTTC). De bedoeling is om die optische vezel nog dichter te brengen zodat de afstand op koper nog kleiner wordt waardoor de snelheid bij de klant hoger ligt”, aldus Standaert.
Klaar voor (minstens) vijftig jaar
Proximus zal de komende jaren dus een pak snellere verbindingen kunnen aanbieden in de grote steden. Minder drukbewoonde gebieden krijgen ook een beter netwerk, hetzij later. De operator hakt daarmee een knoop door die er onvermijdelijk zat aan te komen.
Maar de investering is beloftevol. De klassieke koperlijnen die er vandaag liggen waren aanvankelijk bedoeld om te telefoneren en zijn blijven verbeteren. Met glasvezel gaat het vandaag om een beetje meer snelheid, maar ook hier gaat het om een technologische vooruitgang waar het bedrijf in principe binnen vijftig jaar nog steeds de vruchten van plukt.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier