Duitse politie mag Palantir-software niet inzetten voor massa-surveillance
De inzet van data-analysesoftware van het Amerikaanse bedrijf Palantir door de Duitse politie in Hessen is in strijd met de grondwet.
Dat besliste het Duitse Bundesverfassungsgericht, het grondwettelijk hof. Zowel in Hessen als Hamburg is lokale regelgeving van kracht die de inzet mogelijk maakt. De politie in Hessen gebruikt de software sinds 2017 voor het verwerken van persoonlijk data. Hamburg heeft plannen voor het gebruik van de technologie, maar zou ze nog niet hebben ingezet. Na de uitspraak van het grondwettelijk hof, moeten beide steden nu hun wetgeving aanpassen.
Palantir maakt een dataplatform dat verschillende gegevensstromen samenbrengt. Volgens privacy-activisten gaat het om massa-surveillance, waarbij ook data van onschuldige voorbijgangers wordt onderzocht op overeenkomsten met misdaden. Volgens het grondwettelijk hof is de manier waarop de politie van Hessen dat platform inzet, dan ook in strijd met het recht op informationele zelfbeschikking, ofte het recht van burgers om zelf te beslissen wat er met hun persoonsgegevens gebeurt.
Privacy in Europa
Het gebruik van Palantir an sich wordt niet verboden, wel zegt het hof dat de regels veel strikter moeten worden geschreven, en dat het platform alleen mag worden ingezet bij concreet gevaar. Momenteel ligt de lat voor de inzet van het systeem veel te laag, aldus het hof.
Palantir werd 19 jaar geleden mee opgericht door de Silicon Valley miljardair Peter Thiel, en is sinds dit jaar winstgevend. Het systeem wordt in de VS al vaker ingezet dan in Europa waar landen zoals Duitsland ‘achterlopen in hun bereidheid om enterprise software systemen te introduceren die de huidige gewoontes uitdagen’, aldus Alex Karp, de CEO van Palantir, in een brief aan aandeelhouders eind 2022.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier