Europees ‘recht op herstelling’ komt dichterbij
Het Europees Parlement zet de neuzen in dezelfde richting om werk te maken van een ‘recht op herstelling’ van consumentenelektronica. Dat moet uitmonden in meer duurzame producten.
Het Europees Parlement pleit al meer dan tien jaar voor de verbetering van het recht van consumenten op herstelling van producten. Langzaam maar zeker lijkt zo’n Europees ‘recht op herstelling’ er nu toch aan te komen. De Europese Commissie heeft al aangekondigd dat zij in het derde kwartaal van 2022 een wetgevingsvoorstel over het recht op herstelling in overweging zal nemen. Het Europees Parlement heeft woensdag alvast een standpunt aangenomen voor dat voorstel, met 509 stemmen voor, 3 tegen en 13 onthoudingen.
De leden van het Europees Parlement zijn het erover eens dat een recht op herstelling betrekking moet hebben op de volledige levenscyclus van een product. Het moet ook rekening houden met het productontwerp, ethische productie, standaardisatie en consumenteninformatie, inclusief een label over de herstelbaarheid. Dat voorstel moet op die manier een efficiënter gebruik van grondstoffen bevorderen, afval verminderen en een langer gebruik van producten aanmoedigen. Een flinke stap richting duurzaamheid dus: iets wat de technologiesector wel kan gebruiken. ‘Bijna 80% van de Europeanen vindt dat fabrikanten verplicht moeten worden om digitale apparaten te repareren of te vervangen. Bovendien is elektronisch afval één van de snelst groeiende problemen ter wereld. Jaarlijks wordt wereldwijd 50 miljoen ton afval geproduceerd, dat komt neer op het weggooien van 1.000 laptops per seconde. De mogelijkheid om beschadigde producten gemakkelijker te repareren of te vervangen is cruciaal in de transitie naar een circulaire economie’, meent Tom Vandenkendelaere (CD&V).
‘Software-updates moeten omkeerbaar zijn’
Voor fabrikanten zitten er in het opkomende voorstel enkele opmerkelijke punten die misschien niet altijd evident zullen zijn. Wat digitale apparaten betreft, stellen de EP-leden bijhoorbeeld dat software-updates omkeerbaar moeten zijn. Heel wat smartphones en elektronica dringen je nu nog de meest recente updates op om ze te kunnen blijven gebruiken. Software-updates gaan ook niet mogen leiden tot verminderde prestaties: een duidelijke vingerwijzing naar smartphones. Updates zullen ook voor een minimale periode beschikbaar moeten zijn en consumenten zullen op het moment van aankoop ook volledig moeten worden geïnformeerd over de beschikbaarheid van updates.
‘Opzettelijke veroudering wordt ‘oneerlijke handelspraktijk”
Alle praktijken van fabrikanten die het recht op herstelling onnodig inperken of tot veroudering leiden, zouden – als het voorstel het haalt – ook als ‘oneerlijke handelspraktijken’ omschreven worden en dus wettelijk verboden worden. Denk dan aan het onnodig verlijmen van componenten in plaats van vastschroeven, maar ook aan voorgeprogrammeerde chips die de werking van een functie uitschakelen na verloop van tijd.
Wat willen de parlementariërs nog in het voorstel? Dat consumenten aangezet worden om te kiezen voor herstelling boven vervanging. De garantieperiodes zouden dan verlengd moeten worden en consumenten zouden ook een vervangapparaat krijgen voor de duur van een reparatie. Nu zijn consumenten hun toestel vaak voor weken of zelfs maanden kwijt wanneer zij het voor herstelling binnenbrengen. Een ‘reparatiescore’ moet de consument voor aankoop ook duidelijk maken waar hij aan toe is. ‘Toestellen gaan nu gemiddeld 20% sneller stuk dan 20 jaar geleden. Dat is een aanslag op zowel het milieu als de portemonnee van de burger. De burger en de politiek is overduidelijk grote voorstander om dit aan te pakken, dit signaal kan de Europese Commissie niet negeren’, aldus nog Sara Matthieu (Groen).
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier