Grondwettelijk Hof verwerpt bezwaar tegen vingerafdrukken op eID

Pieterjan Van Leemputten

Dat onze vingerafdrukken op de eID worden bewaard is geen probleem volgens het Grondwettelijk Hof. Wel legt het kleine beperkingen op rond de bewaarmogelijkheden.

Het Grondwettelijk hof verwerpt het beroep tegen artikel 27 van de wet van 25 november 2018. Dat artikel bepaalt dat bij de uitreiking van een nieuwe eID elke Belg twee vingerafdrukken moet geven die kunnen worden uitgelezen door onder meer politiediensten. De maatregel moet identiteitsfraude voorkomen.

Dat beroep kwam onder meer van de Parti Libertarien, de Liga voor Mensenrechten, Ligue des droits humains en enkele particulieren, waaronder privacyactivist Matthias Dobbelaere-Welvaert, de man achter het initiatief Stopvingerafdruk en de stichting Ministry of Privacy.

Argumentatie

Het Hof zegt in haar arrest dat het registreren van de vingerafdrukken redelijk is omdat het als doel heeft identiteitsfraude te bestrijden. Het wijst daarbij op enkele beperkende maatregelen zoals het feit dat er geen centraal register is waarin de afdrukken worden bewaard en dat ook na uitlezing de gegevens maximum drie maanden mogen bewaard blijven.

Het arrest wijst er wel op dat het aan de uitvoerende macht is om de technisch emaatregelen te nemen om de beveiliging van de gegevens te verzekeren. Verder is het niet mogelijk om de gegevens te kruisen met andere data en kunnen de gegevens niet worden gelezen zonder medeweten van de betrokkene, omdat ze telkens vanaf de eID moeten worden gelezen.

‘Teleurstelling is groot’

Matthias Dobbelaere-Welvaert reageert teleurgesteld op de uitspraak. ‘De teleurstelling is groot. We hadden minstens gehoopt dat er hierdoor ook prejudiciële vragen werden gesteld aan het Europees Hof van Justitie maar ook dat is niet het geval. Dan zou de zaak ook een Europese dimensie krijgen.’

Het plaatsen van vingerafdrukken op de identiteitskaart is intussen een Europese wetgeving die op termijn in alle EU-landen wordt ingevoerd, maar België was er onder toenmalig minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon als eerste mee. Europa kwam pas nadien met een gelijkaardige verplichting.

Er zijn wel een paar dingen die het Grondwettelijk Hof anders wil. ‘De politie mag de gegevens enkel uitlezen en niet bewaren. Ook blijft de GDPR van toepassing, terwijl de regering van oordeel was dat dat niet het geval was,’ zegt Dobbelaere-Welvaert.

Hoe beschermen vingerafdrukken tegen identiteitsfraude?

Dobbelaere-Welvaert en de Liga voor de Mensenrechten waren niet de enige die zich de afgelopen jaren negatief uitspraken over de maatregel. Ook wetenschappers van de KU Leuven (Cosic), de Gegevensbeschermingsautoriteit en verschillende privacy-experts spraken zich negatief uit.

Daarbij blijft het een maatregel waarvan de impact bijzonder vaag is. De enige meerwaarde in de strijd tegen identiteitsfraude, is dat het voorkomt dat iemand met de eID van een lookalike zich valselijk voordoet. In alle andere gevallen volstaat immers de foto. Het gaat bovendien om controles door de overheid of politiediensten. Het voorkomt in geen geval online identiteitsfraude. De overheid heeft tot op heden ook nog nooit bekend gemaakt hoe vaak identiteitsfraude voorkomt

Verdere stappen

Is het bezwaar tegen de maatregel nu volledig afgelopen? Niet helemaal. ‘We gaan nu samen met Geert Lens (de advocaat van Dobbelaere-Welvaert, nvdr) kijken of we het KB zelf nog kunnen aanvechten voor de rechtbank. Een tweede stap is naar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens,’ vertelt hij aan Data News. ‘Maar dan moeten we kijken of we die case juridisch kunnen onderbouwen, en of we daar de budgetten voor hebben.’

Dobbelaere-Welvaert maakte twee jaar geleden bekend dat hij naar het Grondwettelijk Hof wou stappen. Hij begon toen een crowdfundingactie om de juridische kosten daarvoor te financieren.

Ook kan er opnieuw beroep worden aangetekend mocht er iets veranderen aan de huidige manier van werken. ‘Stel dat er bijvoorbeeld toch een centrale databank komt, wat aanvankelijk het plan was maar is tegengehouden door toenmalig staatssecretaris Philippe De Backer, dan geeft dat wel munitie om de zaak opnieuw aan te brengen.’ Het Grondwettelijk Hof noemt onder meer het ontbreken van zo’n databank en het naleven van de GDPR ook als argumenten om de wet niet strijdig te noemen met de privacy.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content