Netneutraliteit is nog niet dood (maar ze is ook nog niet meteen gered)
Hoe staat het ondertussen met netneutraliteit? De regels werden een maand geleden in de Verenigde Staten afgeschaft, maar ondertussen doen enkele politici en internetbedrijven pogingen om die beslissing weer terug te draaien. Een overzicht.
Een maand geleden schafte de Federal Communications Commission (FCC), het overzichtsorgaan voor telecommunicatie in de Verenigde Staten,de regels voor netneutraliteit af. Dat gebeurde vooral op vraag van de grote telecomgiganten, en onder luid protest van internetgiganten als Google, Apple, Amazon en Netflix die nu (misschien) moeten gaan betalen voor een stabiele en snelle toegang voor hun sites en diensten.
Een en ander zal ook gevolgen hebben voor de rest van de wereld, niet in het minst omdat de eerder genoemde diensten duurder kunnen worden, of omdat Belgische providers voor eenzelfde regel kunnen ijveren.
Maar zoals dat gaat met overheidsbeslissingen, loopt alles nog niet zo snel. Een aantal senatoren hebben nu een motie ingediend om het FCC-besluit terug te draaien. Omdat ze daarvoor 40 senatoren bereid vonden, moet er in het Amerikaanse Congres over de motie gestemd worden. Dat gebeurt waarschijnlijk in de lente.
In het parlement
Netneutraliteit gered? Nou nee. De toekomst van het internet is namelijk een politiek hangijzer geworden en da’s zelden een goed teken. Specifiek gaat het om een strijd tussen Democraten enerzijds, en Republikeinen (en president Trump, en zijn vertrouweling Ajit Paj die aan het hoofd staat van de FCC) anderzijds. Vermits de Republikeinen een meerderheid hebben in het parlement, is de kans bijzonder klein dat de motie aanvaard wordt. En als ze toch aanvaard zou worden, door zowel de Senaat als de Kamer, moet ze ook nog eens ondertekend worden door president Trump zelf. En die gaat dat niet doen.
De motie wordt dan ook vooral gezien als een politiek manoeuvre, omdat het de Republikeinse senatoren zou dwingen om kleur te bekennen. In november van dit jaar zijn er namelijk senaatsverkiezingen, en elke senator die nu stemt om, in de ogen van veel kiezers, ‘het internet te verwoesten’, doet dat op eigen risico. De Democraten hopen dus vooral om er enkele extra zitjes mee te winnen aan het einde van het jaar. In de lichtjes theatrale woorden van Senator Ed Markey op de persconferentie waarop de motie werd voorgesteld: “Er zal een politieke prijs worden betaald voor degenen die aan de verkeerde kant staan van de geschiedenis.” De Democraten verwachten vooral dat de motie hen de stemmen van jongere kiezers (die nu al grotendeels voor de partij stemmen) zal opleveren.
Ondertussen in de rechtbank
Van de politiek moet netneutraliteit het dus niet meteen hebben. Dan kijken we maar naar de rechtbanken, die al bijzonder effectief zijn geweest in het ongedaan maken van presidentiële en andere besluiten (denkt u maar aan het inreisverbod voor moslims). Enkele grote techbedrijven en gebruikersgroepen zijn bezig met het voorbereiden van rechtszaken tegen het besluit. Voor ze die kunnen indienen, moeten ze echter nog wachten op de finale tekst van de FCC. Want die is nog niet klaar.
De argumenten in de rechtbank zullen waarschijnlijk draaien rond de regels van de FCC zelf, en of die gevolgd werden toen de toezichter zijn eigen controle opgaf. Daarnaast is er ook de vraag of de gigantische berg opmerkingen van het brede publiek, die straal genegeerd werd door de FCC, nog enig soelaas kan bieden.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier