Uber en Lyft stoppen in Californië om verplichtingen te omzeilen

Uber laat als test chauffeurs zelf hun prijs bepalen
Pieterjan Van Leemputten

Nu Californië beslist dat chauffeurs van Uber en Lyft als werknemers moeten behandeld worden, zetten de twee ritleveranciers hun activiteiten daar stop.

De staat Californië haalde vorige week haar gelijk voor de rechtbank dat Uber en Lyft hun chauffeurs als werknemers moeten behandelen in plaats van als zelfstandige ondernemers. Dat wil zeggen dat ze recht hebben op overuren, een ziekteverzekering en andere arbeidsvoorwaarden die Uber en Lyft veel geld kunnen kosten.

Uber, met een omzet van 14,15 miljard dollar in 2019, en Lyft (3,6 miljard dollar omzet), zijn van oordeel dat dat zo’n maatregel hen te veel geld zal kosten en daarom stopt het in Californië vanaf donderdagavond met haar dienstverlening, zo staat onder meer te lezen in een mededeling die op Twitter circuleert.

Dat wil de facto zeggen dat de bedrijven niet alleen weigeren hun wettelijke sociale verplichtingen na te komen, maar ook dat ze tienduizenden mensen die voor het bedrijf werken zonder inkomen zetten op het moment dat de VS nog steeds zwaar wordt getroffen door de corona-pandemie.

Lyft en (vooral) Uber slaagde er de afgelopen tien jaar in om de taxisector zwaar te verstoren, maar buiten de VS krijgt het al langer af te rekenen met lokale wetgeving die stelt dat mensen die een aanzienlijk deel van hun inkomen via Uber verdienen ook recht hebben op sociale bescherming. Uber is daarbij steeds van mening dat het louter het softwareplatform aanlevert, ook al bepaalt de taxidienst daarbij zelf zaken zoals de prijs van de ritten.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content