Elk jaar is er op de Consumer Electronics Show (CES) in Las Vegas, de jaarlijkse hoogmis voor de elektrosector, wel één trend waar je onmogelijk kunt naast kijken. Dit jaar was dat 3D-televisie, het nieuwe paradepaardje van de tv-fabrikanten. Maar wie beter keek, zag evoluties die veel fundamenteler zijn.
De aankondiging van het grote tijdperk van 3D-televisie, die vlak na de zomer door verschillende elektronicafabrikanten werd gedaan tijdens de IFA-beurs in Berlijn, was nog niet helemaal koud of tientallen fabrikanten kwamen al met eerste winkelproducten aangezeuld. Op de vloeren van de Consumer Electronics Show (CES) in hartje Las Vegas pronkten ze er begin januari apetrots mee: merken als Sony, Toshiba, Samsung en LG Electronics stalden hun allereerste 3D-toestellen uit, en gaven ook alvast een voorproefje van de toekomst.
Want de enkele tientallen films die binnenkort in 3D-versie op de markt komen (veelal producties die ook een driedimensionale pendant in de bioscoop kregen, zoals de animatiefilm Monsters Vs. Aliens) zijn niet voldoende om consumenten ervan te overtuigen zich een nieuw tv-toestel met bijbehorende Blu-Rayspeler (de technologie vereist teveel gegevens om nog op een ordinaire dvd te passen) aan te schaffen. En dus werd het innovatietraject verder gezet. LG Electronics stelde daarom alvast zijn eerste 3D-fotocamera voor, en fabrikanten als JVC en Toshiba zijn bezig aan upscaling-technologie die alle 2D-beelden (ook uw vakantievideo’s, dus) naar drie dimensies kan omzetten.
Of er ook consumenten zijn die niet kunnen wachten om in de huiskamer met een brilletje op naar hun televisietoestel te kijken? Maakt niet uit. Echt niet. “Televisie in 3D is een toekomst die niet meer weg te denken is”, oppert Beneluxdirecteur Björn Berg-Andersen van exposant LG Electronics trots. “En natuurlijk is er nog geen consumentenvraag naar 3D-televisie. Daar hoeven we ook niet altijd op te wachten: we weten wat 3D kan doen voor de kijkervaring, en kunnen dat aantonen ook. Consumentenvraag kunnen we gewoon creëren als onze producten kwalitatief goed zijn.”
Maar wat ze ook moeten zijn is relevant, en daar wringt momenteel het schoentje. Met andere woorden: de consument moet een reden hebben om een nieuw 3D-televisietoestel met een winkelprijs van enkele duizenden euro’s in huis te halen. En dat is op dit moment een lastige propositie. “Tweedimensionale televisie is niet iets wat nodig moest worden verbeterd”, zegt Scott Steinberg, algemeen directeur van analistenbureau Embassy Multimedia. “Iedereen is nog altijd perfect gelukkig met 2D-beelden, het 3D-aspect is gewoon een extra gimmick. En het succes van 3D-cinema impliceert nog niet dat 3D-televisie een hoge vlucht zal nemen: naar Avatar gaan kijken in de bioscoop is een evenement, dat men vooraf plant en waarvoor men een verplaatsing naar de cinema wil maken. Het wordt nog afwachten of men in de huiskamer, waar entertainmentbeslissingen eerder à la minute worden genomen, bereid is om tweeëneenhalf uur lang met een speciaal brilletje op naar diezelfde film te kijken.”
Betere televisie
Maar gelukkig is niet iedereen constant met de ontwikkeling van 3D-tv bezig geweest. Op de beurs waren ook heel wat vernieuwingen te zien die wél relevant zijn – of in de toekomst kunnen worden – voor een bredere consumentengroep. Eén daarvan is het heuglijke feit dat tv-fabrikanten ook gewoon verder blijven investeren in de kwaliteit van hun schermen. Vooral op gebied van achterverlichting worden er ernstige sprongen vooruit gemaakt: heel wat fabrikanten kwamen met hun eerste toestellen met LED-achterverlichting op de proppen. Traditioneel worden plasma- en lcd-schermen verlicht met een rij lampjes in de rand van het scherm of met een batterij van tl-achtige lampen achteraan. Maar een raster van LED-lampen in de plaats daarvan geeft een extra accent aan de kleuren van tv-schermen: de lampjes geven veel meer licht af én kunnen zelf in eender welke kleur schijnen. Bovendien zorgen ze ervoor dat de schermen dunner en dunner worden, want de achterverlichting was tot nu toe de traditionele ‘dikmaker’ in een tv-toestel. Sommige fabrikanten toonden daardoor schermpjes met de verbluffende dikte van een kartonnen bord. Ook worden er meer en meer beeldverwerkingschips ingebouwd om de kwaliteit van het beeld op te vijzelen. Een paar conceptmodellen die de Taiwanese fabrikant Toshiba toonde, en waarvan de eerste toestellen nu ongeveer op de Aziatische en Amerikaanse markt komen, bevat daarvoor een oude bekende: de Cell-processor, die mede door Toshiba werd ontwikkeld en vooral bekend geraakte als het hart van Sony’s PlayStation 3-spelconsole. In de Cell TV-producten van Toshiba helpt die chip onder meer om de kleurdiepte van het beeld op peil te trekken, oneffenheden in het beeld (zogeheten ‘artefacten’) weg te werken, en zelfs de blokkerige effecten van YouTube-filmpjes weg te filteren. “We vonden dat een must, zeker als je bedenkt dat internetbeelden op televisie de komende jaren alleen maar aan belang zullen winnen”, oppert Sascha Lange, Marketingleiter voor visuele producten bij de Europese afdeling van Toshiba.
Adieu, surroundsetje
Op het vlak van huiskameraudio wordt het ook stilaan duidelijk dat het ooit zo begeerde Dolby 5.1-surroundsetje er stilaan wordt uitgewerkt. Want de klassieke stereoketen is terug in opmars, zeker nu dat soort toestellen steeds vaker over meerdere hoogwaardige speakers beschikt. Een relatief nieuw concept dat we de afgelopen jaren zagen opdoemen, wordt ook stilaan door alle fabrikanten van audioproducten omarmd: de soundbar. Waarom je woonkamer volbouwen met speakers als je min of meer dezelfde geluidskwaliteit krijgt van een eenvoudige koker met alle nodige speakers – inclusief subwoofers en tweeters – erin?
Ook werd er een innovatie voorgesteld die in de nabije toekomst wel eens een ware revolutie zou kunnen ontketenen in de wereld van de huiskameraudio: de 3D Sound-chip van het Zwitserse bedrijf Sonic Emotion. Speakersets die gebouwd zijn rond de chip bestaan uit één enkele kast, waarin helemaal in de rondte speakers zijn ingebouwd. De chip in het toestel meet de galm in de kamer op, en stuurt vervolgens de speakers ertoe aan om – in plaats van de gewoonlijke geluidsgolven – een waarachtig geluidsveld in het vertrek te doen ontstaan. Daardoor hoor je op elk punt in de kamer muziek alsof je vlak voor een speaker staat. “Mensen hebben nooit van die 5.1-surroundsetjes gehouden”, zegt Andy Macaluso van Sonic Emotion. “Ze maken zo’n rommeltje, en bovendien zijn ze bijzonder inefficiënt: zelfs als je ze ordentelijk afgesteld krijgt, sorteren ze slechts op één enkel punt in huis het optimale effect: daar waar de geluidsgolven van alle speakers samenkomen. Bij een geluidsveld heb je dat probleem niet.”
Apps
Een innovatie die vorig jaar voor het eerst de kop opstak op de CES en tijdens deze editie een ware charge uitvoerde, waren ‘apps’ voor verscheidene huishoud- en thuisentertainmentproducten. De kleine softwareprogrammaatjes werden een begrip dankzij de Apple iPhone omdat ze de gebruiker van het ding toelaten om de functionaliteiten van hun telefoon volledig in lijn te krijgen met zijn wensen en voorkeuren. Daardoor ontstond er een nieuwe software-industrie voor iPhones en andere smartphones. En die breidt zich nu stilaan uit naar andere apparaten, zoals televisietoestellen (we zagen apps van onder meer Facebook en eBay op tv’s van Samsung en LG Electronics), speciale tabletcomputers (Intel en Sony stelden beide een tabletje voor dat uitsluitend op apps draait), en boordcomputers van auto’s (Ford stelde een door apps aangedreven MyFord-boordpc voor). Next up, zeggen fabrikanten als LG Electronics zelf: algemene huishoudtoestellen als microgolfovens, wasmachines en koelkasten. De tijd dat topkoks als Jamie Oliver en Sergio Herman hun eigen kookapps maken en die lanceren voor de microgolfoven in je keuken is niet ver meer van ons. “Apps waren dé grote doorbraak op deze CES”, zegt Steinberg. “Bijna niemand heeft het opgemerkt omdat het niet zo’n sexy verhaal oplevert als 3D-televisie, maar dat komt nog wel. Apps laten de gebruiker toe om de functionaliteit van de apparatuur in zijn huiskamer te laten meegroeien met hem, in plaats van aangewezen te blijven op de functionaliteit die de fabrikant hem zelf levert. Dat wordt binnenkort een tweede natuur. Eender welke technologie die meer macht aan de gebruiker geeft én eenvoudig te bedienen is, zoals apps, betekent een revolutie.”
Ronald Meeus
“Apps waren dé grote doorbraak op deze CES. Bijna niemand heeft het opgemerkt omdat het niet zo’n sexy verhaal oplevert als 3D-televisie, maar dat komt nog wel.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier