Sinds 1 oktober kunnen websitebouwers aan de slag met een bètaversie van Drupal 8, de recentste uitvoering van het contentmanagementsysteem waarmee internetondernemer Dries Buytaert momenteel miljoenen dollars investeringsgeld bij elkaar schraapt in de VS. Maar waarom blijft het zo moeilijk om het star op 2 procent trappelende marktaandeel omhoog te krikken?

In 2001 bouw je een systeempje waarmee meerdere gebruikers makkelijk content voor een website kunnen aanmaken en bewerken. Dertien jaar later zit je in een knus bureeltje in het Amerikaanse stadje Burlington, Massachusetts, met 118,5 miljoen dollar (94 miljoen euro) aan investeringskapitaal, en staat je technologie aan de basis van websites als Twitter, de site van het Witte Huis en de webstek van ruimtevaartorganisatie NASA. Het is het onwaarschijnlijke succesverhaal van de 36-jarige techneut en webondernemer Dries Buytaert, die in 2007 naar de Verenigde Staten trok om er, via het samen met de Amerikaan Jay Batson opgerichte Acquia, zijn content management-systeem Drupal te exploiteren voor de websites van grote multinationale bedrijven. Afgelopen zomer sloot het bedrijf nog zijn zesde kapitaalronde af met een investering van e-commercegigant Amazon, en Buytaert en Batson denken volgend jaar hun bedrijf naar de beurs te brengen: kwestie van de acht grote investeerders in de startup een relatief vroege exit te gunnen.

Dat commerciële succesverhaal begon bij een uitgesproken open source-oplossing, die nog steeds in een general public license zit voor niet-commerciële doeleinden. Maar grote bedrijven en organisaties zagen vrij snel in dat het platform bijzonder stevig in zijn schoenen staat, ook voor sites die grote hompen content bevatten. “Die schaalbaarheid en flexibiliteit maken het logisch dat heel wat grote sites met Drupal werken”, zegt Gunter Van Steen, technical lead bij websitebouwer Intracto uit Westerlo. “Het is een heel robuust platform, ook wanneer je echt met heel grote contentvolumes werkt.”

MEE MET DE TIJD

De ontwikkeling van het basissysteem, met het bij websitebouwers ondertussen overbekende druppellogo, wordt nog steeds overzien door het Drupal Project, de open source-gemeenschap die ‘eigenaar’ is van Drupal (Buytaerts Acquia is een privébedrijf dat het platform commercialiseert). Die community is op dit moment druk bezig aan Drupal 8, een nieuwe versie waarvan op 1 oktober een eerste bèta werd gelanceerd. Drupal 8 maakt de websites die een bouwer ermee maakt onder meer responsiever: mobiel zit nu rechtstreeks in het dna van het platform ingebouwd, waardoor een site die ermee wordt gebouwd er meteen goed uitziet op iedere schermgrootte. Inclusief schermen die misschien in de toekomst relevant zullen zijn, zoals Google Glass of de slimme koelkasten van fabrikanten als Samsung en LG Electronics. “Content die met Drupal 8 wordt gemaakt, gaat onmiddellijk multichannel”, opperde Buytaert op DrupalCon, de jaarlijkse conferentie rond zijn platform, die afgelopen zomer werd georganiseerd in de Amerikaanse stad Austin, Texas.

De ontwikkelaars van Drupal 8 zorgen er ook voor dat webcontent die via het cms-systeem is gemaakt meteen goed tot zijn recht komt in een mobiele app. En dan is er de verbeterde gebruikersinterface, krijgen sitebouwers meer verschillende veldtypes, brengt de nieuwe versie een mogelijkheid om sneller thema’s aan te maken, en nieuwe configuratiemanagementtools, waarmee veranderingen in configuratie makkelijker te transporteren vallen naar nieuwe versies. Er is meer oog voor standaardisatie, nu Drupal 8 onder meer compatibel is met php-framework Symfony, en het systeem is verfraaid dankzij het gebruik van html5 als primaire markuptaal en de integratie van templatemaker Twig.

“Er zijn heel wat toeters en bellen aan Drupal 8, net als iedere keer dat er een nieuwe versie aankomt”, zegt Van Steen. “Iedere versiesprong is altijd heel relevant, maar het is tegelijkertijd voor sitebouwers altijd een beetje wennen. Eens je die stap echter hebt gezet, werk je met een systeem dat véél beter is dan de vorige versie. Vooral naar deployment toe betekent Drupal 8 een forse stap vooruit. Het is nu veel makkelijker om hetgene wat je hebt ingevoerd in de authoring-tool naar een test- en live-omgeving te brengen.”

ENTHOUSIASME

Sitebouwers zijn in ieder geval bijzonder enthousiast over Drupal 8. Het aantal kernmedewerkers aan de nieuwe versie is, met meer dan 2.000 koppen, verdubbeld ten opzichte van de 954 mensen die meewerkten aan Drupal 7, zei Buytaert tijdens zijn keynote op DrupalCon. “De reden waarom Drupal succesvol is, is omdat iedere nieuwe versie grote veranderingen met zich meebrengt, die klaar zijn voor de toekomst”, zei Buytaert tijdens die speech. “Het is een cliché, maar verandering is altijd de enige constante geweest in Drupal. Daardoor blijven wij relevant, in tegenstelling tot bijna ieder ander open source cms-systeem in de afgelopen jaren.”

Het is een enthousiasme dat Drupal ondertussen wel kan gebruiken. Niet dat het op zijn retour was, maar er zat nog maar weinig schot in het marktaandeel dat het binnen het aanbod van contentmanagementsystemen vertegenwoordigt. Drupal blijft, volgens internettracker W3Techs, al enkele jaren hangen op een marktpenetratie van bijna 2 procent voor alle websites ter wereld, en iets meer dan 5 procent voor alle websites waarachter een contentmanagementsysteem zit. Drupal is daarmee het derde grootste contentmanagementplatform op de wereld. Joomla, een concurrent die eveneens van Belgische makelij is en net als Drupal ook een open source-dna heeft, zit achter 3 procent van alle wereldwijde websites en 7,9 procent van alle cms-gedreven sites. De grote en momenteel onverslaanbare concurrent is natuurlijk WordPress, dat door 23 procent van alle sites op het web wordt gebruikt, en liefst 61 procent van alle sites met een cms-systeem.

Ronald Meeus

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content