Frederik Tibau expert Digital Innovation & Growth bij Agoria

De technologische (r)evolutie die zich de laatste jaren voltrekt, heeft de manier waarop Europese onderwijsinstellingen naar e-learning kijken grondig veranderd. Dat blijkt althans uit het discours van Annemie Boonen, e-learning experte bij EuroPACE en European Learning Industry Group ELIG. “Waar we tien jaar geleden alleen maar van konden dromen, is intussen werkelijkheid geworden.”

Even ter verduidelijking: EuroPACE is een Europees ‘netwerk’ waarin een 40-tal instellingen – voornamelijk universiteiten – ‘afstandsonderwijs’ organiseren met behulp van recente informatie- en communicatietechnologie.

Dat de klemtoon bij de organisatie de voorbije jaren grondig verschoven is, mag blijken uit de nieuwe slogan die gehanteerd wordt: ‘fostering collaboration in e-learning’. Enkele jaren geleden was dat nog ‘towards a virtual university for Europe’. “De nadruk is komen te liggen op onderlinge samenwerking, niet meer op technologie”, verduidelijkt Annemie Boonen. “Informatietechnologie is een basisbehoefte geworden, zoals elektriciteit. In die zin is technologie om de technologie ook minder belangrijk. Bandbreedte is een basisrecht, althans toch voor onderzoeksinstellingen. We zoeken vooral naar goede manieren om die technologie te gebruiken voor genetwerkt leren.”

“Daarnaast wordt er in Europa al een tijdje niet meer gesproken over ‘virtuele universiteiten’, de grote hype van weleer. Wat dat betreft zijn we heel wat realistischer geworden. EuroPACE focust vandaag op hoe we academici en studenten over de grenzen heen op een zinvolle manier met elkaar in contact kunnen brengen.”

In de nieuwe pedagogische modellen waar Boonen op doelt, spelen ook sociale netwerken een steeds grotere rol. “Door de consolidatie van een aantal toepassingen kunnen we nu dingen in de praktijk brengen waar we bij de start van EuroPACE alleen maar van konden dromen”, klinkt het. “Dankzij web 2.0-toepassingen zoals wiki’s, blogs en andere sociale netwerken zijn interactiviteit en internationalisering geen loze begrippen meer.”

Toch hamert Boonen op het belang van human support. Samenwerkingsprocessen en informaticaprojecten moeten goed begeleid worden, en waar nodig gecorrigeerd. “Elk technologiegerelateerd initiatief draait of valt met de begeleiding en goede modellen. Denk hierbij aan kleine kinderen die je loslaat op het internet. Omdat ze een degelijke achtergrond ontberen, zullen ze niet altijd de juiste informatie vinden. Ook bij ouderen stelt zich een probleem. Door de snelle ontwikkelingen op het web kunnen gewone mensen niet altijd meer mee. Het democratisch gehalte van het internet wordt -terecht- steeds vaker ter discussie gesteld.”

In één adem hekelt de e-learningexperte het technologisch deterministische stramien waarin het onderwijs vaak verzeilt. “Je moet je telkens de vraag stellen of het wel echt nodig is om tijdens de les bijvoorbeeld online te gaan. Soms is het belangrijker om te luisteren naar een spreker die iets interessants te vertellen heeft. Technologie is een middel, geen doel op zich. Je moet altijd voor ogen houden wat je juist wil bereiken en hoe je daarvoor technologie inzet.”

Virtual mobility

Keren we even terug in de tijd. De oprichting van EuroPACE in de jaren 80 kwam er op vraag van de industriële sector. Het was de grote bedrijven in de eerste plaats te doen om kennisoverdracht, naar Amerikaans model. “De term e-learning stond toen eigenlijk synoniem met satelliet- en isdn-verbindingen tussen universiteiten en bedrijven”, gaat Boonen verder, “waarlangs opleidingen gegeven werden. Uiteraard betrof het hier éénrichtingsverkeer.”

“Maar het gebruik van de satelliet was niet erg kostenefficiënt, laat staan doeltreffend. De komst van het world wide web in de jaren negentig bracht daar verandering in. Trainingssessies voor het gebruik van het internet en experimenten met nieuwe technologieën werden gemeengoed. Maar de band met het bedrijfsleven verwaterde. Onderzoeksinstellingen en universiteiten zochten naar nieuwe manieren om zich onderling te organiseren, concepten als virtuele universiteit raakten ingeburgerd.”

Intussen is e-learning een vlag geworden die een erg brede lading dekt. Het gaat al lang niet meer over het pure ‘leren op afstand’ met behulp van communicatietechnologie. “Zelfs het downloaden van een lessenrooster valt theoretisch gezien onder e-learning”, grapt Boonen. “En waar men vroeger vaak over de ‘virtual university’ praatte, staat ‘virtual mobility’ nu hoog op de agenda.”

Tot voor kort dienden studenten nog voor enkele maanden naar het buitenland te trekken om aan een Erasmusprogramma te kunnen deelnemen. Die fysieke barrière kan vandaag helemaal worden opgeheven. “Je kan de studenten voor ze effectief vertrekken al laten kennismaken met de buitenlandse instellingen bijvoorbeeld, of je kan collega’s die vroeger niet konden vertrekken de kans geven om deel te nemen aan een opleiding, via het internet”, aldus nog Boonen.

“Vroeger waren toepassingen zoals videoconferencing voorbehouden voor de elite, voor professoren en doctoraatsstudenten. Vandaag kan je eender wie van op afstand met elkaar laten communiceren. Ter illustratie: we nemen nu zelfs al mondelinge examens af via Skype!”

ICT-gedreven innovatie

Een ander hot item heet – hoe kan het ook anders – innovatie. Hoe kunnen universiteiten technologische vernieuwingen gebruiken om te innoveren? Hoe moeten de opleidingen van de studenten aangepast worden opdat ze nadien op hun beurt zouden innoveren? Wanneer er over e-learning gepraat wordt, gaat het ook daar over.

“We zijn getuige van belangrijke structurele veranderingen, die nog niet helemaal zijn afgerond”, klinkt het nog. “Ook bij de grote bedrijven draait alles rond door ict-gedreven innovatie. Terwijl je diezelfde bedrijven in de jaren ’90 nog moest overtuigen van het nut van informatie en communicatietechnologie. Netwerken zoals EuroPACE moeten vandaag geen awareness meer creëren, of pure technologische ondersteuning bieden, wel helpen bij het juist inzetten van deze of gene technologie in functie van de opleidingsdoelstellingen. Ook kmo’s beseffen het belang van netwerken en informatietechnologie. Nog niet zo lang geleden was het it-departement een buitenbeentje dat ergens in een hoekje werd weggestopt. Vandaag evolueren we naar een situatie waarin het een belangrijke plaats binnen de structuur van de organisatie krijgt, al is dat proces nog niet helemaal afgerond.” z

European Learning and Networking for the Future. The EuroPACE approach.

Ed. Annemie Boonen en Wim Van Petegem, Garant uitgeverij, Antwerpen – Apeldoorn, November 2007.

Frederik Tibau

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content