Genoeg gecentraliseerd, iedereen naar de edge?
De toenemende hoeveelheid apparaten die met elkaar in dialoog treden, zorgen voor steeds grotere hoeveelheden data. Die willen organisaties dichter bij de bron verwerken en analyseren. Hebben we genoeg gecentraliseerd en kiezen we opnieuw voor lokale rekenkracht?
Data News verzamelde 40 ‘controversiële’ stellingen over de toekomst van IT en technologie, en legt ze dagelijks voor aan experten ter zake. Vandaag: ‘Genoeg gecentraliseerd, iedereen moet naar de edge’
Eens
Edge computing duidt op kleinere, lokale datacenters die zich aan de rand van het netwerk bevinden, dicht bij de verbonden devices en gebruikers. Bruno Volckaert, professor en onderzoeker bij IDLab Imec UGent, ziet verschillende voordelen voor edge computing. “We zetten tegenwoordig een enorme hoeveelheid aan apparaten met laag energieverbruik en relatief hoge verwerkingskracht geografisch wijdverspreid in. Dat gebeurt in combinatie met sensoren die grote hoeveelheden data genereren, gaande van temperatuurregistratie tot video-opnames. Die data versturen we via energie-intensieve netwerkverbindingen naar de cloud, terwijl we die nochtans lokaal kunnen (voor)verwerken en reduceren in de edge.”
Decentralisatie zorgt voor snellere lokale responstijden
Bruno Volckaert (IDLab UGent)
Nog volgens de professor vereisen sommige applicaties bijna realtime responstijden, waardoor lokale verwerking sterk tot aanbeveling strekt. “Decentralisatie zorgt net voor snellere lokale responstijden en minder te versturen data. Datacenters kunnen hierbij nog steeds het zware werk uitvoeren, maar net zoals bij gedistribueerde dataverwerking is er een shift van het versturen van alle data naar de backend in de cloud, richting autonome verwerkingstaken dichtbij de databronnen in de edge.”
Gematigd eens
“Het gebruik en de afhankelijkheid van ICT heeft de druk op het datacenter de voorbije jaren stelselmatig opgedreven. In die mate dat veel bedrijven het met een eigen datacenter alleen niet meer redden. We bevinden ons bijgevolg in het tijdperk van de hybrid cloud”, meent Jan Hoet, sales director Belux bij Schneider Electric. Een tweede belangrijke factor is naar Hoets bevindingen de opkomst van IoT, met grote datavolumes en hoge eisen op het vlak van latency die daar vaak bijhoren. Zo komt de nood aan opslagcapaciteit en connectiviteit nog meer onder druk en loopt de hybride aanpak tegen zijn grenzen aan. Hij verwijst eveneens naar de heel korte responstijden, onder meer nodig voor IoT-toepassingen. “Ongeacht de complexiteit van de data-analyse die achter de schermen plaatsvindt. In de context van IoT is bandbreedte eveneens een vraagstuk”, aldus Jan Hoet.
“Edge computing heft de beperkingen van de cloud op
Jan Hoet (Schneider Electric)
Onderzoeksbureau IDC verwacht dat de opslag, verwerking en analyse van veertig procent van alle IoT-data naar de rand van het netwerk verschuift. “Edge computing heft de beperkingen van de cloud op”, zegt Hoet. “Ik denk dan vooral aan toepassingen met een hoge frequentie en een groot volume in dataverkeer, gecombineerd met een grote behoefte aan heel snelle responstijden.” Hij doelt onder andere op toepassingen in de medische wereld, augmented reality, smart cities en de aansturing van machines.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier