De overheersende boodschap op het afgelopen Fiber-to-the-Home (FTTH) congres in Kopenhagen was dat glasvezeltechnologie zowat de olie van de economische motor moet zijn.
Het FTTH-congres dat ondertussen al voor de zesde keer georganiseerd werd en waar een honderdtal verschillende spelers bij betrokken zijn, wist 2.200 bezoekers te lokken – iets meer dan vorig jaar. Joeri Van Bogaert, voorzitter van de organiserende Europese FTTH Council, liet tijdens het congres geen gelegenheid onbenut om te benadrukken dat FTTH méér is dan zomaar een technologische snelheidsupgrade voor een internetverbinding. “Breedband in het algemeen, en meer specifiek FTTH moet een belangrijke rol gaan spelen in de economische relance”, klonk het strijdvaardig.
Verspreid over enkele dagen mochten flink wat spelers hun verhaal komen doen. Daaruit blijkt vooral dat er heel wat verschillen bestaan: niet alleen geografisch maar ook wat de business case betreft. Uiteraard zien de Amerikaanse en Aziatische glasvezelkaarten er helemaal anders uit dan de Europese, maar ook binnen de Europese grenzen zijn er duidelijke verschillen in de landen. Zo komt België helemaal niet in het plaatje voor, terwijl Nederland het erg goed doet. In Nederland situeren de inspanningen zich rond bepaalde steden, met Amsterdam op kop. Een belangrijke rem op de groei van glasvezel is in veel gevallen onzekerheid. En daar kan een regulator soelaas brengen. De Nederlandse regulator OPTA heeft bijvoorbeeld al duidelijke regels voor toegang tot het fibrenetwerk vastgelegd. “Zoiets creëert een omgeving waarbij investeringen gestimuleerd worden”, aldus Joeri Van Bogaert die gelooft dat glasvezel een enorme impact kan hebben op ons socio-economisch leven. Hij denkt daarbij aan toepassingen zoals ‘remote care’ voor bejaarden en telemedicine in het verlengde daarvan, aan geavanceerde vormen van telewerken en teleleren, maar ook aan heel wat diensten uit de publieke sector die ons alledaags leven moeten vergemakkelijken. “Uiteindelijk moet fiber een driver van de economie worden”, besluit Joeri Van Bogaert.
Studenten tonen toepassingen
Op het congres was ook een plaatsje voorzien voor drie – Belgische! – studenten. Zij kregen de eer om naar eigen goeddunken een reeks toepassingen te demonstreren die mogelijk worden over een glasvezelverbinding. Jono Vanhie-Van Gerwen, Kevin Mets en Jeroen Claessens klonken alvast bijzonder opgezet over glasvezel. De drie studenten kregen tijdens het congres een symmetrische 100 Mbit/s-glasvezelverbinding ter beschikking. “Het wordt moeilijk om thuis weer gewoon te raken aan een Belgische internetverbinding”, gaf een van hen ons meteen mee. Uiteraard verloopt het downloaden van grote bestanden aanzienlijk sneller op een glasvezelverbinding, maar de studenten zagen vooral andere pluspunten. Zo is de ‘latency’ veel beter en krijg je een ‘instant’ gevoel. Dat wil zeggen dat een videoconferentie bvb. haast meteen start van zodra je op ‘start’ klikt, of blijven de vertragingen in online games tot een minimum beperkt. Zoiets is met een typische Belgische kabel- of adsl-verbinding niet mogelijk volgens de studenten.
Scandinavische schoolvoorbeelden
In de wereldwijde ranking van de FTTH Council – zeg maar de hitparade van landen met de hoogste penetratie van glasvezelverbindingen tot in de huiskamer – prijken de vier Scandinavische landen in de hoogste regionen. De business cases zijn onderling wel erg verschillend. In Zweden bijvoorbeeld dateren de eerste FTTH-initiatieven al van 2000. Zo is er het voorbeeld van Västerbotten waar meer dan 80% van de huishoudens reeds glasvezel heeft. Toch is dat een ruraal gebied dat vergelijkbaar is met Nederland. In totaal bestaat Västerbotten uit 200 dorpsnetwerken die allemaal met fibre verbonden zijn. In ruil voor een aandeel in het netwerk, waren heel wat bewoners zelfs bereid om zélf ‘the last mile’ te graven (het stukje aansluiting naar hun huis)!
In Denemarken zijn het dan weer vooral de energiemaatschappijen die fibre-netwerken aanleggen. Zij hebben dikwijls tientallen jaren ervaring met het aanleggen van infrastructuur, hebben historische banden met de lokale overheden, én kunnen belangrijke kostenbesparingen realiseren wanneer ze glasvezel gelijktijdig met elektriciteitskabels in de grond stoppen.
Kostenbesparingen zijn helaas ook aan de orde bij fibre. Draka – een van de belangrijke spelers in fibre – focust dan ook op de ‘total cost of ownership’ om klanten te overtuigen om te investeren in FTTH. “De fibremarkt groeit nog steeds, zij het iets minder hard door de crisis”, zegt Karel Helsen, vice-president business development bij Draka Communications. Hij is er van overtuigd dat investeren in passieve FTTH-infrastructuur dé manier is om de fundamenten voor next-generation netwerken te leggen. Via eigen ontwikkelde XSNet-software wordt de aanleg van een netwerk heel minutieus voorbereid – tot op straatnummerniveau. Nog volgens Karel Helsen is de fibertechnologie overigens nog steeds aan het evolueren. Onder meer modernere duct-technologie en nieuwe oplossingen voor outdoor én indoor-installaties zorgen voor snellere uitrolmogelijkheden.
Kristof Van der Stadt
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier