Marc Husquinet Marc Husquinet is redacteur van Data News.

Het Réseau Santé Wallon (Waals Gezondheidsnetwerk), dat eind 2005 werd bedacht en eind 2010 in gebruik werd genomen, verbindt voortaan zowat alle ziekenhuizen van Wallonië met elkaar. Naar verwachting zal het zijn financiering kunnen verduurzamen. Kwestie van de patiënt en huisartsen over de streep te trekken, en zich dan open te stellen naar andere actoren uit de geneeskunde.

Nadat werd afgestapt van het federale project voor het gedeelde medische dossier, besloten de zorgverleners uit het Waalse Gewest eind 2005 hun eigen netwerk op te richten. Doel hiervan was om de geautomatiseerde medische dossiers onderling te verbinden, zodat elke arts de documenten over een patiënt kan raadplegen en een samengevat dossier ter beschikking kan stellen om de stap te kunnen zetten naar andere disciplines van de gezondheidszorg. “Dit is een grote zwarte doos die steunt op webservices en de KMEHR-norm”, aldus André Vandenberghe, directeur van het RSW-project en cio van het CHU van Charleroi. “Onze wens is altijd geweest om de gegevens niet of zo min mogelijk te centraliseren. Momenteel houdt elk ziekenhuis of elke huisarts zijn gegevens dus bij en de patiënt houdt de uitwisseling van medische gegevens onder controle.” Zo moet de patiënt zijn voorafgaand akkoord geven voor het opslaan van gegevens, hij heeft toegang tot de index van zijn documenten en kan ze desgevallend schrappen of zich uitschrijven. Daarnaast heeft hij toegang tot de historiek van zijn toegang; ook moet er een therapeutische band bestaan.

ONTWIKKELINGEN

Met de steun van de vzw Fratem (opgericht in 2008) die instaat voor de centrale ontwikkelingen en de onderlinge verbindingen (tussen de ziekenhuiscentra en daarna in eerste instantie met de huisartsen), werd het RSW-platform eind 2010 officieel in gebruik genomen. Intussen zijn 35 van de 37 ziekenhuizen van Wallonië aangesloten op het systeem (de laatste 2 ziekenhuizen werken momenteel aan de ontplooiing van hun medisch dossier voordat ze zich aansluiten op het RSW). 185.000 patiënten zijn ingeschreven, dit is 5 % van de bevolking (met grote verschillen per gewest, want André Vandenberghe raamt dit cijfer op 33 % in Charleroi). Er zouden trouwens meer dan 200 huisartsen actief zijn op het platform (de verdeling van ehealth-certificaten en gelabelde versies van hun software zou de aansluiting tot het platform vertragen) en er zouden ongeveer 6.000 samengevatte urgentiedossiers beschikbaar zijn.

Het RSW past in de federale hubs-metahubstrategie waarbij een gemeenschappelijk reglement van toepassing is op de systemen die de continuïteit van de zorg ondersteunen; er zijn met name 5 regionale hubs: het RSW in Wallonië, het RSB-BGN in Brussel, de Antwerpse Regionale Hub (ARH), het Vlaams Ziekenhuisnetwerk KU Leuven (VznKUL) en het Collaboratief Zorgplatform (Cozo). Dit gemeenschappelijk reglement is ook van toepassing op het Vlaamse platform voor eerstelijnsgegevens (Vitalink), het Franstalige platform dat geïntegreerd is in het RSB-BGN en het Gedeeld Farmaceutisch dossier (GFD). “We hebben ingestemd met het principe van een gemeenschappelijke nationale toestemming. Dit betekent dat wanneer een patiënt zijn toelating geeft, er niet alleen uitwisselingen toegelaten zijn tussen hubs, maar ook met de platformen en het GFD, maar dan moeten we wel ons reglement aanpassen. Deze keuze impliceert dat de totale controle van het systeem verloren gaat omdat de uitwisselingen tussen apothekers worden bepaald door het GFD alleen”, merkt André Vandenberghe nog op. Hij stelt een mentaliteitsverschil vast tussen het zuiden van het land, waar men voorzichtiger te werk gaat, en het noorden, dat meer gericht te werk gaat. Het ehealth-platform biedt ook basisdiensten aan andere diensten met een meerwaarde, zoals MyCareNet voor de informatisering van de administratieve formaliteiten van de dienstverleners en zorginstellingen, elektronische processen voor de toelatingen tot de terugbetaling van zorgverlening, de toegang tot het elektronisch verzekerbaarheidsdossier en andere administratieve gegevens, het elektronische ambulante voorschriftensysteem, enz. Ook andere applicaties maken gebruik van ehealth: eBirth (elektronische geboorteakte), eShop (online bestellen van zorgcertificaten), eTCT (feedback van de ziekenhuizen over hun prestaties en kosten), eCare-ORTHOpride (identificatieregister van orthopedische protheses), een kankerregister, de registratie van A/H1N1-inentingen, elektronische dating van de voorschriften van geneesmiddelen in de ziekenhuizen, Qermid (registratie van pacemakers en hartdefibrillatoren), enz.

EVOLUTIE

De directeur van het RSW-project is tevreden over de huidige ontwikkelingen, maar geeft toe dat er een financiering op lange termijn gevonden moet worden om een versnelling hoger te kunnen schakelen, en dus meer huisartsen en patiënten over te halen om toegang te nemen tot het systeem (aan de hand van een grootschalige sensibiliseringscampagne) en om personeel op lange termijn aan te werven. Hiervoor is ongeveer 1,5 miljoen € per jaar nodig, naast diverse reglementaire stimuleringsmaatregelen om het delen van informatie aan te moedigen. Gelukkig bestaat er een principeakkoord in het Gewest voor de officiële erkenning van de vzw Fratem, een akkoord dat de nieuwe regering binnenkort moet bevestigen.

Een van de geplande uitbreidingen van het RSW is volgens André Vandenberghe de openstelling van de hub naar andere gezondheidsinstellingen. Zo zou een twintigtal psychiatrische ziekenhuizen tegen 2016 worden opgenomen (één ervan is al met het netwerk verbonden), terwijl privélaboratoria, private radiologiecentra en rusthuizen ook zullen worden aangesloten op het RSW. Ook andere partijen zijn stakeholder, zoals de thuisverplegers, kinesisten, psychologen en logopedisten. Andere geplande wijzigingen zijn de integratie met de PACS (Picture Archiving Communication System) of het delen van wachtrapporten. Bovendien “zijn we in het CHU van Charleroi gestart met een pilootproject waarmee de patiënt nota’s kan aanbrengen in zijn dossier en rechtstreeks toegang krijgt tot de medische documenten over hem.”

Marc Husquinet

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content