Marc Husquinet Marc Husquinet is redacteur van Data News.

Transport en opslag zijn de twee belangrijkste activiteiten van H. Essers, maar (informatica)systemen vormen de derde strategische pijler van de organisatie. Ze kregen zelfs een plaats in de baseline van de onderneming: Warehousing. Transport. Systems.

Hoe ziet de informatica-architectuur van H. Essers eruit?

ERIK LAMORAL: H. Essers is in wezen een logistiek bedrijf waarin de activiteiten draaien rond transport, opslag en value added services die gekoppeld zijn aan deze activiteiten. Alle informatica is toegespitst op de business en wil helpen om de optimale service te bieden aan onze klanten. De it-systemen vormen voor ons trouwens een differentiator en we drijven onze dienstverlening aan onze klanten zeer ver door. We hebben dan ook intern onze eigen platformen ontwikkeld, voornamelijk ons warehouse management system (wms), maar ook ons transport management system (tms), die uiteraard allebei geïntegreerd zijn. Dit alles met verbindingen naar de erp-systemen van onze klanten, die we indien nodig op maat ontwikkelen. Op die manier kunnen we een end-to-end-integratie aanbieden tussen onze core businessapplicaties en de infrastructuur van onze klanten.

Welke grote projecten vonden er de voorbije jaren plaats?

ERIK LAMORAL: Omdat onze operationele systemen uiterst belangrijk zijn in onze business, hebben de grootste en belangrijkste projecten te maken met de integratie met onze klanten. De voorbije jaren werden er grote projecten doorgevoerd met Belgacom, Pfizer, Agfa- Gevaert, Ansell en vele andere. Een van de grootste lopende projecten is de integratie met Getronics met betrekking tot transport, logistiek en value added services in de sector voor technische it-bijstand. We gaan de tracing doen van hun assets, serial numbers en ook de staging van de laptops enz.

In 2011 lanceerden we een groot project voor de oprichting van ons tweede datacenter in actieve/actieve modus, iets wat je niet zo vaak ziet. Elk datacenter draait op 75 % van zijn capaciteit, wat ons in totaal 150 % capaciteit oplevert. Dankzij deze oplossing kunnen we een redundantie en een optimale werkingsgarantie bieden. Als een van onze applicaties zou uitvallen, zou dat immers een aanzienlijke impact hebben op de onderneming. Onze servers zijn in zeer grote mate gevirtualiseerd en onze operationele systemen draaien op een backbone IBM System i, waarop we onze eigen Java-framework hebben geënt om pictogrammen, filters, grafieken, enz. te kunnen ondersteunen. We bedienen ongeveer 1.250 gebruikers, die verbinding maken via Citrix-clients met hun laptop of hun thin client. Dat maakt deployment van posten in het buitenland en het beheer van de infrastructuur een stuk makkelijker. Op het vlak van storage beschikken we ook over een storwize V7000 voor de AS/400 en over 3Par file servers van HP. HP is onze bevoorrechte partner voor servers, switches en draadloze antennes.

Voor het netwerk doen we een beroep op Belgacom Explore in België en op vpn’s naar onze sites en die van onze klanten in het buitenland. Door de vernieuwing van ons interne netwerk kunnen we steeds meer gebruik maken van vlan om de trafiek op ons netwerk te regelen.

Nog enkele cijfers: we verwerken elke week ongeveer 475.000 e-mails en ondersteunen dagelijks 50.000 interfaces naar de applicaties. We beheren trouwens 850 mobiele apparaten, vooral via wifi in onze magazijnen, terwijl onze 1.250 trucks allemaal zijn uitgerust met een boordcomputer. Onze 2.500 trailers zijn voorzien van een trackingsysteem, in het kader van een partnerschap met Transics dat al sinds het begin van jaren ’90 loopt. Dit alles is geïntegreerd in onze eigen tms via webservices.

Hoe ziet de structuur van uw teams eruit?

ERIK LAMORAL: Ik sta aan het hoofd van een it-team van ongeveer 75 informatici. 60 % van hen legt zich volledig toe op onze twee core applicaties. Met mijn benoeming als cio begin dit jaar werd de structuur van de afdeling enigszins aangepast. Vroeger waren de teams die werken aan wms en tms gescheiden en gedecentraliseerd. Nu is alles gecentraliseerd, terwijl de businessanalisten en technische analisten gespecialiseerd zijn in één applicatie. Daarnaast hebben we een pmo (project management office) geïmplementeerd voor het beheer van de projecten voor de hele it. We beschikken ook over een team voor de infrastructuur, dat instaat voor de servicedesk, de datacenters en de netwerken, telecommunicatie en het beheer van systemen zoals Exchange, Lync, enz. De infrastructuur wordt wel eens vergeten, maar ze vormt de basis van alle it.

De overgrote meerderheid van onze it’ers zijn interne werknemers en we doen slechts zelden een beroep op externe medewerkers. Dit is een strategische keuze omdat informatica van vitaal belang is voor de onderneming. Er is trouwens een zeer geringe rotatie bij het it-personeel. H. Essers is een familiebedrijf met een zeer sterke cultuur en de betrokkenheid van de werknemers is dan ook zeer groot. We werken bovendien nauw samen met de hogescholen van Limburg om jongeren aan te trekken en op te leiden zodat ze vooruit geraken in hun carrière als ze het nodige potentieel bieden. Het is dus wel duidelijk dat de onderneming investeert in haar personeel. Toch blijft het moeilijk om bepaalde profielen te vinden, zoals SharePoint-specialisten of system engineers.

Staat outsourcing/offshoring op de agenda?

ERIK LAMORAL: Outsourcing en offshoring staan momenteel niet op de agenda. Maar het spreekt voor zich dat we in het kader van ons beleid inzake kostenbeheersing altijd op zoek zijn naar alternatieven. Deze oplossing zou in de toekomst wel kunnen worden overwogen, bijvoorbeeld voor de back-up van ons datacenter. Maar in elk project dat we uitvoeren spelen begrippen als behendigheid, interne controle en coördinatie natuurlijk een essentiële rol. Onze klanten eisen altijd ontwikkelingen op maat en met zeer korte deadlines, zodat we verplicht zijn om zeer snel te reageren, zoals ik al eerder zei. Deze eisen zijn dus moeilijk te rijmen met outsourcing. Door onze bedrijfscultuur willen we diep geworteld blijven in ons Limburg.

Hoe zit het met cloud?

ERIK LAMORAL: De voornaamste drivers van cloud zijn over het algemeen gemak en flexibiliteit tijdens capaciteitspieken. Maar we kennen niet bepaald pieken. Bovendien is de tarifering niet altijd zo gunstig en transparant als de leveranciers beweren. Daarnaast is het niet evident om de dialoog aan te gaan met de business over cloud, omdat de business niet noodzakelijk rekening houdt met de investering op lange termijn.

Hoe evolueren uw IT-budgetten?

ERIK LAMORAL: Ons totale informaticabudget bedraagt ongeveer 10 miljoen euro per jaar, waarvan 4 miljoen gaat naar investeringen. Maar het is moeilijk om een trend te schetsen omdat it gericht is op delivery en de ondersteuning van de duurzame groei van de onderneming, die zich intern of door middel van overnames voltrekt. It moet altijd klaar staan om nieuwe aanvragen van de business en van onze klanten uit te voeren om te zorgen voor een vlotte en snelle integratie van hun platformen. Vandaar ook de behoeften aan permanente dialoog met de business omdat de onderneming volop groeit. Elk jaar voeren we trouwens steeds meer applicatie-integratieprojecten uit, terwijl de infrastructuur schaalbaar moet zijn. Het is dan ook duidelijk dat deze strategie de applicaties voortduwt.

Hoe ziet u uw rol van CIO?

ERIK LAMORAL: Toen ik in januari werd benoemd als cio, volgde ik onze ict-manager op, die zeer sterk is op technisch vlak. Voortaan vormen we een zeer complementaire tandem. Hij is mijn belangrijkste adviseur en vormt nog altijd een belangrijke schakel in onze ict-organisatie. Zelf heb ik een opleiding als econoom gevolgd en vroeger was ik systems & process-verantwoordelijke van de logistieke entiteit. Voortaan stemmen we business en it sterker op elkaar af en nemen proactiviteit en permanente dialoog met de business en de klanten een belangrijkere plaats in. Dit alles moet worden vertaald in een strategie op korte, maar ook op lange termijn. Vroeger steunden we op de EDIFACT-norm voor de uitwisseling van berichten, maar de klanten eisen nu de integratie van IDOC, het documentformaat van SAP, dat de norm van morgen zou worden.

En innovatie?

ERIK LAMORAL: Afgezien van deze steun aan de business en de klanten moet it vooruitlopen op de technologische veranderingen en erop voorbereid zijn. Zo lanceerden we een pilootproject met wearable technology. Dit product zit weliswaar nog niet in een rijpe fase, maar we kunnen er toch al mee nagaan hoe we onze applicaties in de toekomst ongetwijfeld zullen moeten aanpassen. Daarnaast overwegen we mobiele toestellen onder Android als voorbereiding op een mogelijke toekomstige dual-platform-strategie voor onze mobiele scanningapparaten. En we zijn gestart met tests met de NoSQL MongoDB-database en met een klein Hadoop-project of webservices, kwestie van vertrouwd te raken met deze nieuwe technologieën.

Marc Husquinet

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content