CeBIT op zijn retour? De interesse vanuit België daalt? Misschien, maar toch blijft de grootste elektronicabeurs ter wereld een belangrijk evenement voor heel wat lokale it-bedrijfjes. Ze mogen er dan niet meteen met grote contracten aan de haal gaan, ze leggen er wel belangrijke contacten, en zetten hun naam in de markt.

Eén en ander blijkt na een babbeltje met enkele Vlaamse en Brusselse standhouders, die on-der de auspiciën van ‘Flanders Multimedia Valley’ en ‘Brussels Export’ hun bedrijfje promoten in Hannover. Wat meteen opvalt wanneer je naar de sites van Vlaanderen en Brussel trekt, is de grote scheidingsmuur tussen beiden. Jammer toch, want één groot Belgisch ‘eiland’ zou de zichtbaarheid zeker ten goede komen (welke Chinees kent Vlaanderen?), en zou allicht meer geïnteresseerden lokken.

“Je mag als kleine Belgische speler sowieso niet verwachten dat de bezoekers in grote getale op je stand afkomen”, weet Cédric Pierrard van de Brusselse crm-leverancier Efficy. “Maar als pro-actieve ontmoetingsplaats blijft het interessant. Zo hebben we hier al een tiental Franse bedrijven leren kennen, die mogelijk klant worden. En toegegeven, die Belgische stand is een gemiste kans. Maar het imago van Brussel als ict-locatie in het buitenland is verre van slecht hoor, wel integendeel.” Het vinden van buitenlandse distributeurs op CeBIT is voor onze landgenoten veel belangrijker dan het al of niet langskomen van individuele klanten, zo blijkt. “Met één nieuwe internationale partner kan je soms duizenden potentiële klanten bereiken”, verklaart Charles Convent, ceo van Odyssee Mobile. “De respons op de demo van onze crm-software is trouwens groot. Ik ben hier dan ook van ‘s morgens tot ‘s avonds met mensen in gesprek.” Ook de Brusselaars van Officity kunnen niet klagen. Officity is een ‘software as a service’-bedrijfje dat online kantoortoepassingen aanbiedt, en zijn office-pakket nu ook toegankelijk heeft gemaakt voor de alomtegenwoordige iPhone. “We krijgen voortdurend geïnteresseerden over de vloer”, klinkt het. “En ja, dat is voor een groot stuk te danken aan de iPhone. Er is nu eenmaal behoefte aan applicaties die businesstoepassingen linken aan het mobieltje van Apple.”

Davy Van Deursen, software engineer bij Mobixx, is minder enthousiast. “De respons is aan de magere kant. En vaak zijn het alleen Belgen die bij ons langskomen. Maar begrijp me niet verkeerd: CeBIT blijft belangrijk. De Belgische markt is te klein voor een bedrijfje met onze ambities, en door hier te staan plaatsen we ons hoe dan ook een beetje meer in the picture. En als we één nieuwe lead per dag kunnen binnenhalen, is dat al bij al een mooi resultaat. Voorlopig zitten we ruim over dat streefcijfer.”

De meest in het oog springende Belgen zijn twee studenten van de VUB, die onder de koepel van Brussels Export een prototype van een 3D-camera komen voorstellen. “Neen, wij zijn nog geen echt bedrijf, maar het is wel de bedoeling dat we binnen het jaar opstarten”, verduidelijkt Daniël Van Nieuwenhove. “Wij staan op CeBIT om af te tasten welke markten interessant kunnen zijn voor onze camera. En ja, er is interesse. We hebben al enkele nuttige contacten gelegd.” De 3D camera, ontwikkeld binnen het departement elektronica en informatica aan de VUB, kan niet alleen kijken zoals mensen kijken, maar ook diepte waarnemen en analyseren. “Hij is een beetje de missing link in het huidige robotics landschap”, weet Van Nieuwenhove. “Heel wat spelers zouden de camera kunnen integreren in hun eigen toepassingen. Omdat we naar een start up evolueren, moeten we dus focussen.”

Neerwaartse trend

Dat CeBIT, ondanks de grotere bezoekersaantallen van dit jaar, inboet aan populariteit, beseffen ook de standhouders bij Flanders Multimedia Valley. “Grote Belgische bedrijven sturen hun kat”, bevestigt Luc Buntinx van i-City. “Denk maar aan Topcom dat heeft afgehaakt, en ook Vasco ziet geen nut meer in een standje in Hannover. Hall 1 staat leeg dit jaar, dat zegt toch genoeg?” Professionele bezoekers en exposanten klagen dat de beurs zijn focus verloren is, en dat de vele studenten en toevallige bezoekers hen voor de voeten lopen. Maar project manager Kristof Schiepers van FMV wil niet geweten hebben van een ‘negatieve tendens’. “Dit is het vierde jaar op rij dat we aanwezig zijn op CeBIT, en bij ons neemt het aantal kandidaat-bedrijven nog toe. Je moet het zo zien: als er in de plaats van 600.000 bezoekers nog maar 400.000 komen, is het nog steeds een gigantische beurs.” “Iedereen staat hier ook met andere doelstellingen”, probeert hij nog. “De éne wil buitenlandse klanten aanspreken, de andere zoekt partners, en sommigen zien er gewoon een leuke manier in om onder de aandacht te komen. Vergeet niet: er passeren hier elk jaar minstens 8000 Belgen.” Het Halense vertaalbureau B&K Projects bewijst alvast dat contacten op CeBIT uiteindelijk ook tot contracten kunnen leiden. Directeur Stefan Vanluyten wist zijn jarenlange aanwezigheid op de beurs te verzilveren met een overeenkomst met de Duitse securityspecialist G Data. Het gaat om een contract ter waarde van 200.000 euro, goed voor de vertaling van alle technische documenten, software en handleidingen van G Data in twaalf talen. “Het heeft drie jaar geduurd, en ik ben elke keer opnieuw gaan praten met de mensen van G Data, maar dit keer is de kogel door de kerk”, glundert de man. Nog meer Belgen in hun nopjes vinden we bij Essec, Aventiv en BTR. De drie vielen in de prijzen op de beurs, en dragen voortaan een ‘seal of excellence’ in Multimedia. Het Limburgse Essec werd geëerd voor zijn verpleegsteroproepsyteem Icall. Mét resultaat, want na twee dagen heeft Mark Decat van Essec al kennis kunnen maken met enkele waardevolle contacten uit Duitsland, de VS en India. Aventiv trok dan weer de aandacht met een filesharingoplossing voor professionals die vaak op de baan zijn, en bij het Boomse BTR, opgericht door de voormalige Real Software-manager Luc Vandergoten, ging de prijs naar LetterGen, een oplossing die banken en overheden helpt bij het genereren van complexe documenten.

Frederik Tibau