IT-sector ziet auteursrechten door de vingers glippen

"Bedrijven die dachten dat ze veilig zaten, zien hun ruling nu van de ene dag op de andere wegvallen." Danielle Jacobs, CEO van Beltug

Na lang bakkeleien in federale regeringskringen lijkt de kogel nu definitief door de kerk. De IT-sector zou niet langer onder het gunstregime van de auteursrechten vallen.

In oktober vorig jaar raakte bekend dat de federale regering het fiscale gunstregime voor auteursrechten wilde inperken en dat met name de IT-sector – onder meer via softwareontwikkelaars en game designers – niet buiten schot zou blijven. Minister van Financiën Vincent Van Peteghem (CD&V) lanceerde de hervorming om komaf te maken met de wildgroei van het systeem en het bijhorende misbruik.

Software vormde daarbij het hete hangijzer: valt het onder dat gunstregime of niet? Uiteindelijk moet het politiek benoemde college van de rulingdienst daarover een duidelijk standpunt innemen. Het hervormde gunstregime sluit in principe geen beroepscategorieën uit, maar het lijkt inmiddels duidelijk dat er voor softwarewerken geen gunstige rulings gebaseerd op auteursrechten meer inzitten.

Geviseerd

De hervorming treft dus vooral de IT-sector, die zich geviseerd voelt. Toch is het opzet van de hervorming nobel en nodig, meent Danielle Jacobs, CEO van Beltug, de Belgische vereniging van CIO’s en IT-beslissers. “We begrijpen dat de IT-sector in beeld komt, want de omzet en de auteursrechten in de sector enorm zijn gestegen. Er is misbruik en het is nodig daar paal en perk aan te stellen. Software ontwikkelen is creatief werk, maar het parametriseren ervan is dat bijvoorbeeld niet.” Jacobs benadrukt wel dat ze als CEO van Beltug niet namens de hele IT-sector kan spreken.

Ook OTA Insight, een bedrijf dat via big data aan hotels inzicht verschaft over hun boekingsbeheer, steunt de gedachte achter de hervorming. “De fiscale koterij moest eruit”, meent medeoprichter en CFO Matthias Geeroms. “Zelf gebruiken wij auteursrechten enkel voor de medewerkers die code schrijven, en dus niet voor support, bijvoorbeeld. We hebben er ook altijd over gewaakt om het systeem niet excessief toe te passen. Medewerkers krijgen maximaal vijftien procent van hun loon in auteursrechten uitbetaald.”

Slechte aanpak en timing

Beltug hekelt vooral het verloop van de hele kwestie. “We zijn al anderhalf jaar in gesprek met het kabinet van Van Peteghem”, zegt Danielle Jacobs. “Dat kabinet beloofde ons een overgangsperiode, zodat we zouden weten waar we aan toe zijn. Maar alle finale beslissingen vielen tussen Kerst en nieuw en nu blijken auteursrechten op software uitgesloten.” Zo komt de sector alsnog voor een voldongen feit te staan. “De impact is enorm en bedrijven weten niet wat er op hen afkomt.”

Ook Matthias Geeroms is teleurgesteld over de uitkomst. “Toen we meer dan een jaar geleden met de minister spraken, klonk het altijd dat de hervorming van het fiscale gunstregime zou kaderen in een bredere fiscale hervorming en flankerende maatregelen.” Geeroms verwijst hierbij naar Nederland en Portugal, waarbij medewerkers uit het buitenland een belastingvoordeel tot twintig procent op hun loon genieten. Zo proberen die landen hun aantrekkelijkheid te vergroten en hun concurrentiepositie te verstevigen. “Er was ook altijd sprake van een uitfasering, gespreid over vijf jaar. De voorbije maanden kwam alles in een stroomversnelling, nu dooft het systeem in één jaar uit en is er van flankerende maatregelen niets in huis gekomen.”

Exodus

De hervorming kon op geen slechter moment komen. De nieuwe regels komen bovenop de bestaande, grote uitdagingen voor de IT-sector, zoals de war for talent en de stijgende loonkosten. “Bedrijven met een goedgekeurde ruling dachten dat ze veilig zaten. Zij zien die zekerheid van de ene dag op de andere wegvallen”, gaat Jacobs verder. Beltug bepleitte daarom altijd dat een aanpassing van het regime moest passen in de algemene fiscale hervorming. “Zo krijg je een coherent geheel en kan je andere compenserende maatregelen treffen. Maar nu voelt de sector zich inderdaad geviseerd.”

De vrees bestaat dat de fiscale hervorming het laatste zetje is dat IT-bedrijven zal doen vertrekken uit ons land. “Het zal een groot verschil maken om mensen aan te trekken en als bedrijf op te schalen”, stelt Geeroms. “In het verleden overwogen we al om naar het buitenland te trekken, maar we vonden de lokale verankering te belangrijk. Als het verschil in kostprijs morgen nog toeneemt, dan verlaagt dat de drempel om enkele keren per jaar naar Portugal te vliegen en daar een engineering hub op te zetten.” Op die manier maakt de hervorming volgens Geeroms meer kapot dan wat ze opbrengt. “De hele sector komt dan op het spel te staan – en dat voor een luttele belastingwinst van 30 tot 70 miljoen euro. Je mag niet vergeten dat nabije IT-bedrijven, die bijvoorbeeld voor AI-technologie zorgen, een accelerator zijn voor de rest van de economie.”

Voor interpretatie vatbaar

De kern van de hele hervormingsdiscussie is de vraag of u de verwijzing in de fiscale wetgeving naar hoofdstuk 5 van het economisch wetboek, dat specifiek omschrijft welk werk beschermd is door het auteursrecht, ruim of strikt moet interpreteren. “Die vraag bepaalt alles, want als we puur kijken naar het economisch recht is er niets veranderd en valt software nog steeds onder een auteursrechtelijk beschermd werk”, meent Ken Lioen, die als partner bij NautaDutilh vaak betrokken is bij de fiscale behandeling van verloningspakketten.

In fiscale kringen valt te horen dat de rulingcommissie de verwijzing naar hoofdstuk 5 eng zal interpreteren. Software valt dan uit de boot. Van Peteghem verklaarde in de Kamer nochtans dat de hervorming geen sectoren uitsluit. Lioen: “Zo creëer je rechtsonzekerheid.” Geeroms treedt Lioen hierin bij. “Een grijs akkoord is gevaarlijker dan een zwart-wit akkoord. Een situatie waarbij je niet weet of het ene bedrijf wel een ruling zal krijgen en het andere niet, is nefast. Het zorgt voor veel onzekerheid en mogelijke concurrentiële nadelen.”

Onzekere uitkomst

Door de gecreëerde onzekerheid blijft de sector met heel wat vragen zitten over wat de impact zal zijn op de loonkosten en of het nog zin heeft om een ruling aan te vragen bij de fiscus. Dat laatste blijft formeel gezien nog steeds mogelijk, maar de uitkomst oogt weinig positief. “De wet laat nochtans interpretatie toe”, stelt Lioen. Zo oordeelde de rulingcommissie in het verleden al vaker dat software onder auteursrechtelijk werk valt.

Lioen moedigt bedrijven aan om nog steeds naar de rulingcommissie te stappen en hun aanvraag te beargumenteren. “Het is nog steeds aan de rechtbanken om de wet te interpreteren. Als zou blijken dat er toch nog een mogelijkheid bestaat om het regime toe te passen op software, dan hebben de bedrijven die daar handig gebruik van maken een belangrijk concurrentieel voordeel om talent aan te trekken.”

Grondwettelijk Hof

Hier loert ook het grondwettelijk gelijkheidsbeginsel om de hoek. Vanuit die optiek bereidt de Brusselse advocaat Claude Katz een groepsprocedure voor bij het Grondwettelijk Hof tegen de hervorming, samen met een veertigtal softwareontwikkelaars. Lioen: “Valt een onderscheid tussen werknemers met een auteursrechtenvergoeding en werknemers met een vaste vergoeding te rechtvaardigen? Dat is de vraag. Allebei ontwikkelen ze auteursrechtelijk beschermd werk, maar de ene komt wel voor het regime met auteursrechten in aanmerking en de andere niet. Indien hiervoor geen gerechtvaardigd onderscheid te maken valt, is er een gegronde reden om naar het Grondwettelijk Hof te trekken.”

Het is afwachten tot er een eerste uitspraak van een rechtbank of de rulingcommissie komt, zo concludeert Lioen. Ook hij betreurt hoe de hele zaak is gelopen. “De minister liet de uiteindelijke interpretatie over aan de rulingcommissie. Er is al van bij de start onduidelijkheid en de rulingcommissie moet die dan maar wegwerken. Dat is gewoon slechte wetgeving. Hierdoor moedig je een restrictieve interpretatie aan en tart je de scheiding der machten.”

Ook de fiscaal adviseurs van OTA Insight stellen dat er argumenten zijn waarmee ze een zaak bij het Grondwettelijk Hof kunnen winnen. Maar het sop is de kool niet waard, meent Geeroms. “Dan zijn we vertrokken voor vijf jaar of langer.” OTA Insight is niet van plan nog rulings aan te vragen. “Volgens onze adviseurs heeft het weinig zin. We willen de achterpoortjes niet opzoeken. Dat hebben we nooit gedaan en willen we ook niet doen in de toekomst.”

“Van de beloofde uitfasering en flankerende maatregelen is niets in huis gekomen.” Matthias Geeroms, CFO van OTA Insight

“Dat de minister de uiteindelijke interpretatie overlaat aan de rulingcommissie, wijst op slechte wetgeving.” Ken Lioen, tax partner bij NautaDutilh

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content