Stefan Grommen Stefan Grommen est rédacteur de Data News.

De zelfverklaarde Wikipedia-killer van Google, Knol, oogst na 6 maanden veel scepticisme.

Midden januari kondigde Google aan dat Knol de kaap van 100.000 artikels had gerond. Verbazingwekkend veel, gezien het feit dat de Wikipedia-tegenhanger nog maar een half jaar oud is, gezien het feit dat Wikipedia voor eenzelfde aantal artikels 2 jaar nodig had én, eerlijk is eerlijk, gezien onze eigen illustratieve reactie: “Knol, wat was dat ook weer?”. We bleken niet de enige die grote ogen trok. Kort na de lancering van het nieuws doken her en der op het net kritische reviews op van het Google-project. Belangrijkste teneur: Wikipedia hoeft z’n slaap niet te laten voor Knol. In de Google-blogpost over Knol wijzen productmanager Cedric Dupont en software engineer Michael Mc-Nally erop dat Knol vandaag in 8 talen beschikbaar is en dat de website bezoekers telt uit 197 verschillende landen. Mooi, doch jammer dat de website eigenlijk bitter weinig pageviews haalt. Google geeft die gegevens zelf mee bij elk artikel. Zelfs een onderwerp dat momenteel in de spotlights zou moeten staan, ‘Barack Obama’ bijvoorbeeld, haalt nauwelijks 2000 pageviews. Niet per week, maar over de hele levenscyclus bekeken. Ongetwijfeld heeft dat ook te maken met het feit dat Knol-berichten – geef toe: tegen alle verwachtingen in – weggemoffeld zitten tussen de resultaten van een zoekactie op Google. Dat in tegenstelling tot Wikipedia-posts die steevast de top 5 van de zoekresultaten halen.

Financieel randje

Bewust of niet, Google mag zich gelukkig prijzen dat de Knols momenteel nauwelijks bij de zoekresultaten te vinden zijn. De kwaliteit van veel posts is – met het gevaar het kind met het badwater weg te gooien – schabouwelijk te noemen. De verklaring ligt volgens internauten in de eigen draai die Google aan Knol gegeven heeft. Officieel is een Knol volgens Goo-gle ‘een artikel met autoriteit over een specifieke topic en geschreven door iemand die iets van het onderwerp kent’. Die focus op ‘autoriteit’ leidt tot de keuze van Goo-gle om de auteurs van de Knols meer voor het voetlicht te brengen en hen zeggenschap te geven over aanpassingen aan hun artikels.

Auteurs kunnen er bovendien voor opteren om – ook in tegenstelling tot Wikipedia – AdSense-advertenties toe te laten bij hun artikels, zodat ze zelf wat kruimels aan hun posts kunnen verdienen. Net dat financiële randje heeft ertoe geleid dat de meeste contentleveranciers op Knol niet in de eerste plaats een bestaande Knol over pakweg Obama zullen aanpassen, maar er gewoon zelf een schrijven. Met alle nonsens en publicitair gewauwel van dien, waarover de auteurs dan nog heer en meester blijven ook. Of minstens even erg: ze knippen en plakken dat het een lieve lust is uit andere websites, blogs, boeken, folders of – o ironie – Wikipedia. Het zorgt er niet alleen voor dat de echt goed bedoelde, originele en sterke Knols uit beeld verdwijnen, maar ook dat de gewetensvolle auteurs afhaken en de geloofwaardigheid van Knol verder taant.Volgens sommigen begint Knol op z’n best te lijken op een ‘how to’-website, meer dan op Wikipedia. De ene webanalist ziet daarin heil voor Knol, terwijl de andere zich afvraagt hoe verantwoord het is om een artikel te posten over ‘hoe restaureer ik een antieke, Franse revolver’.

Zoeken

Ook een veelgehoorde opmerking is dat de navigeerbaarheid van Knol nog niet op Google-niveau is. Het is niet of nauwelijks mogelijk om door de website te bladeren, op zoek naar artikels die je interesseren, bij gebrek aan categorieën en subcategorieën. De enige tool daarvoor is een alfabetische lijst van de ruim 100.000 Knols. Zoeken, toch de kernactiviteit van Google, levert ook teveel niet-relevante resultaten op om je als gebruiker op je gemak te voelen. De overvloed aan spam-Knols helpt daarbij hoegenaamd niet.

Wat de artikelpagina’s betreft focust de kritiek op het gebrek aan een standaardopmaak en dito vormgeving, waardoor ze erg moeilijk te lezen zijn. Moeten we de tegenstelling met Wikipedia nog eens aanhalen?

Vicieuze cirkel

Ofschoon sommige waarnemers nu al roepen om het Knol-experiment een spuitje te geven, lijkt het ons toch wel erg vroeg om de website zomaar overboord te gooien. Uiteindelijk zijn we nog altijd maar een half jaar ver én is Knol nog steeds in bèta. Google ziet het aantal bezoekers vrij gestaag groeien, net als Wikipedia destijds, en bouwt de website met vallen en opstaan uit (te oordelen naar de frequentie van recente aanpassingen op Knol) tot iets wat op termijn een bruikbaar instrument kan zijn. Het bedrijf beseft ook dat de vicieuze cirkel ‘slechte posts > weinig (kwalitatieve) bezoekers > weinig (kwalitatieve) aanpassingen > slechte posts’ moet doorbroken worden om van Knol de beloofde Wikipedia-killer te maken. Daarvoor lanceerde Google overigens pas nog een wedstrijd ‘Knol for Dummies.com’, waarbij de beste 5 Knols op Dummies.com zullen verschijnen en de uiteindelijke winnaar een prijs van 1000 dollar in de wacht zal slepen. Wie weet zorgt dat wel voor een nieuw elan…

Stefan Grommen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content