Jozef Schildermans

Begin maart viel mijn internetverbinding plots weg. Dat gebeurt heel af en toe en het duurt meestal niet lang. Dit keer duurde het ettelijke uren voor ik opnieuw een goed werkende internetverbinding had. Af en toe kon ik een website binnenhalen, maar dat ging heel traag. “Er zijn problemen en we weten niet wanneer die zijn opgelost,” vertelde mijn isp me. Die “problemen” bleken uiteindelijk een onverwachte en wat lullige oorzaak te hebben. Onbekenden hadden namelijk in een spoorwegtunnel in Zaventem liefst vijftien glasvezelkabels doorgeknipt. Ze knipten de kabels bovendien op verschillende plaatsen door, zodat het uiteindelijk twaalf uur duurde om de schade te herstellen. Alle belangrijke Belgische providers werden het slachtoffer van de uitval. Providers moesten verkeer omleiden over andere, soms tragere verbindingen. Ook in het buitenland lieten de gevolgen zich voelen. Negentig procent van het internetverkeer tussen België en Nederland was bijvoorbeeld tijdelijk verstoord.

Ik hield het niet voor mogelijk dat een belangrijke fiberlink open en bloot in een voor iedereen toegankelijke tunnel ligt. Wat me ook opviel was dat deze sabotagedaad nauwelijks aandacht kreeg. Op gespecialiseerde websites zoals die van Data News verschenen er enkele korte berichtjes over en daar bleef het bij. De reacties op die berichtjes waren echter leerrijk. Door hun vaak anonieme karakter is het moeilijk het waarheidsgehalte ervan te controleren. Maar als maar een deel van de reacties kloppen, dan liggen er wel meer belangrijke kabels open bloot te wachten op een saboteur, vandaal of spion. Ook routerracks bij isp’s blijken slecht beveiligd te zijn, althans als ik een van de reacties op het web moet geloven. Een zekere “FlashBlue” beweert dat er in 2007 bij een grote Belgische telco een rack werd gestolen en dat dit pas werd opgemerkt toen klanten begonnen te klagen dat hun routing cloud down was. Hoewel er niet veel over te vinden is, gebeuren vergelijkbare sabotagedaden ook in andere landen. Zo knipten vandalen eind februari van dit jaar een glasvezelkabel door in de Amerikaanse stad Birmingham. En begin april werd een fiber van AT&T in Silicon Valley doorgeknipt. AT&T loofde zelfs een beloning van 250.000 dollar uit om de vandalen te helpen pakken. En in Lagos, Nigeria werd de belangrijkste glasvezelverbinding van de nationale telco NITEL eind vorig jaar op twee maanden tijd drie keer vernield.

Het is goed dat er geïnvesteerd wordt in de elektronische beveiliging en bewaking van netwerken. Fysieke beveiliging mag echter niet worden genegeerd. Dat kost natuurlijk allemaal geld. Geld dat er vaak onvoldoende is. Maar wat hebben we aan perfect beveiligd netwerkverkeer als saboteurs of vandalen de kabel waarover dat verkeer loopt gewoon kunnen doorknippen? Meer ringverbindingen aanleggen en meer border routers gebruiken, helpt ook. Single points of failure uitschakelen kost echter pakken geld. En het beschermt je niet tegen een ander gevaar van losliggende kabels of vrij toegankelijke router racks. Iedere spion kan daar immers probleemloos een tap aan koppelen en alle netwerkverkeer van een ministerie, bedrijf, organisatie, zelfs een volledig land probleemloos afluisteren. Misschien toch de beveiligingsprioriteiten eens herbekijken. En gevoelig verkeer sowieso encrypteren… Maar ook dat kost natuurlijk weer veel geld.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content