Kinderen al van in de kleuterklas leren omgaan met all things ict, het curriculum aan onze onderwijsinstellingen beter afstemmen op de markt, meer aandacht besteden aan de opleiding van onze leraars. Om de – voornamelijk vrouwelijke – desinteresse voor informaticaopleidingen een halt toe te roepen, wordt er in de eerste plaats gekeken naar het onderwijs. Terecht of niet? Data News laat enkele betrokkenen aan het woord.
Het probleem is intussen genoegzaam bekend, we hebben er de voorbije maanden uitvoerig aandacht aan besteed. Bedrijven hebben het steeds moeilijker om bekwame ict-medewerkers aan te trekken, Agoria spreekt over een tekort van 14.000 informatici, tal van it-projecten lopen noodgedwongen vertraging op, of worden simpelweg geschrapt.
Op het ADA congres, dat vorige week in Brussel plaatsvond, werd er gedebatteerd over de redenen van het tekort aan informatici, en over mogelijke oplossingen voor dit probleem. Hoe kunnen we meer jongeren -en dan vooral meisjes- warm maken voor informaticastudies? Het antwoord is verre van eenduidig.
Eerst het goede nieuws: dat er zo weinig vrouwen doorstromen naar onze informaticaopleidingen, is geen genetische aberratie. In Nieuw-Zeeland bijvoorbeeld, is meer dan 50 procent van de it-studenten van het vrouwelijke geslacht. Sterker nog, in een land als Maleisië blijkt informatica in hoofdzaak een vrouwelijke aangelegenheid. Ict-gerelateerde beroepen worden er aanzien als lichtvoetig en eenvoudig, er komt geen fysieke arbeid aan te pas, en de dames kunnen rustig binnen blijven.
Dichter bij huis is de vrouwelijke desinteresse voor informatica eigenlijk een recent fenomeen. In onze contreien kon men tot midden de jaren ’90 nog gemakkelijk tot 25 procent vrouwelijke studenten optekenen aan onze onderwijsinstellingen. Vandaag is dat cijfer teruggelopen tot nauwelijks tien procent. Where did we go wrong?
Nerds
“Uiteraard zijn er meerdere oorzaken”, legt doctor in de psychologische wetenschappen Eléonore Seron uit, “maar vandaag is toch vooral het negatieve ‘nerd’-imago van de ict’er doorslaggevend. Kijk maar na: een informaticus is een verwaarloosde man met een slechte gezondheid, een asociale zonderling die de hele dag aan zijn computerscherm gekleefd zit, iemand die dag en nacht werkt en geen tijd heeft voor een gezin. Dat imago is voor niemand aantrekkelijk, laat staan voor jonge meisjes.”
“Daar komt nog bij dat we in de opvoeding van onze dochters vooral de nadruk leggen op het sociale, op het menselijke”, aldus Seron. “We verwachten dat ze behulpzaam zijn, en dat ze voldoende aandacht schenken aan hun uiterlijk. Het stereotiepe beeld van de informaticus staat dus haaks op wat de maatschappij van een vrouw verwacht. Daardoor is het linken van de identiteit van een jong meisje aan een ict-gerelateerd beroep zo goed als onmogelijk.” Om dit euvel te verhelpen, dient er dus in de eerste plaats gesleuteld te worden aan het imago van de ict’er, iets wat al langer bekend is. Troeven als een bedrijfswagen, een aantrekkelijk salaris en de zekerheid op werk volstaan niet meer.
“Wil je het probleem ten gronde aanpakken, dan zal je de manier waarop je de ict-werknemer voorstelt op alle denkbare niveaus moeten aanpassen”, klinkt het nog. “Ik denk daarbij niet alleen aan fictieprogramma’s en nieuwsuitzendingen, maar ook aan opendeurdagen aan onderwijsinstellingen, of aan bedrijfsbezoeken. Bij elk discours of bij elke ontmoeting tussen jongeren en informatici, zouden de clichés ontkracht moeten worden.”
Patrick Slaets van sectorfederatie Agoria kan zich daar best in vinden. “De rode draad is eigenlijk dat de jongeren, meisjes én jongens, op een juiste manier geïnformeerd moeten worden. We moeten beter tonen wat we juist doen, waar we voor staan. Neen, ict’ers zijn geen zonderlingen die de godganse dag achter hun pc vertoeven, en ja, informaticagerelateerde jobs zijn erg afwisselend en vergen veel teamwork.”
Opleiding
Patricia Fenerberg, lector aan de Haute Ecole de Bruxelles: “Als je vooroordelen wil wegwerken, moet je je evenzeer richten tot het onderwijzend personeel in de lagere en de middelbare scholen. Hebben die mensen wel een degelijke informaticaopleiding genoten? Wat weten zij over de mogelijkheden in de sector? Als leraars zelf niet weten waar de klepel hangt, wordt het extra moeilijk om met leerlingen een gesprek op niveau te voeren over het ict-wereldje.” Wivine Baert, lerares informatica aan het Antwerpse Sint Anna-college, wil de hand best in eigen boezem steken, maar niet zonder de bal terug te kaatsen naar de it-industrie. “Ik zie grote spelers uit de sector maar weinig tijd en energie steken in het secundair onderwijs, om over de lagere school nog te zwijgen. Terwijl daar juist het zwaartepunt van de aandacht zou moeten liggen.”
De lerares gaat nog een stapje verder, en stelt onomwonden dat kinderen al van in de kleuterklas wegwijs zouden moeten worden gemaakt in ict-land. Want de basis voor hun latere studiekeuze zou vaak al in het vijfde en in het zesde studiejaar worden gevormd. Kathleen Vanhoucke van IBM beaamt: “Jongens en vooral meisjes van 15 à 16 jaar hebben hun keuze in feite al gemaakt. Je kan er met andere woorden niet vroeg genoeg bij zijn.” De it-gigant speelt daar handig op in door in een 30-tal landen it-zomerkampen voor kinderen van 12 tot 15 jaar te organiseren. Vanhoucke wijst op haar beurt met een beschuldigende vinger naar het onderwijs. “Het kan toch niet langer dat technologievakken in het secundair onderwijs nog steeds over Word of Excel gaan”, zucht ze. “De rol van de informatica is de laatste jaren zo ingrijpend veranderd, en toch geeft men nog steeds les alsof er voorturend geprogrammeerd moet worden.”
Bedrijfsprocessen
“Ga naar een grootwarenhuis, en leg daar het volledige ict-kanaal bloot, van het stopcontact tot de netwerkconnectie”, reikt Slaets een oplossing aan. “Of neem je leerlingen mee naar Gasthuisberg. Daar kan je de meest ingenieuze informaticasystemen live aan je leerlingen tonen. Op een dergelijke manier zullen de jongeren veel sneller geïnteresseerd geraken.”
Ook met de opleidingen aan de hogescholen schort er trouwens iets. “Waarom denken leerlingen altijd aan technische toepassingen en aan computernetwerken als het woord ‘informatica’ valt”, vraagt Patricia Fenerberg zich af. “In mijn school bieden we drie gespecialiseerde bacheloropleidingen aan, maar geen enkele ‘algemene’ opleiding. Dat is jammer, omdat je zo de indruk versterkt dat informatica altijd erg gespecialiseerd is.”
“Vandaag zijn vooral bedrijfsprocessen belangrijk”, voegt Vanhoucke nog toe, “waarbij een vrouwelijke touch in feite onontbeerlijk is. In een ideale wereld worden belangrijke informaticavakken zonder pc gegeven. Vakken die liefst niet te theoretisch zijn, maar veeleer een business consultancy achtergrond hebben. Voorlopig kan ik daar alleen van dromen.” z
Frederik Tibau
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier