“Voor hetzelfde geld had Google voor Vlaanderen gekozen. Maar onze Nederlandstalige collega’s waren niet alert genoeg en hebben kostbare tijd verloren. De gretigheid ontbrak.” Aan het woord is Pierre Leclercq, business development manager voor Awex, het Waalse exportagentschap. De voormalige expat heeft anderhalf jaar alles op alles gezet om Google naar Wallonië te halen. “Ik heb meer dan 2000 mails rondgestuurd voor dat project. En er evenveel teruggekregen.”
“De kentering is ingezet, er beweegt wat in Wallonië”, probeert Leclercq. “De regio herpakt zich en hergroepeert zijn krachten. Onze neuzen staan in dezelfde richting. Denk maar aan de oprichting van de CIO-Club, waarin executives uit de francofone ict-sector zetelen die lobbyen voor de streek. Maar de initiatieven staan misschien nog te veel op zichzelf en zijn nog te weinig zichtbaar.”
Dat Pierre Leclercq van meet af aan een positief verhaal tracht te schetsen over de Waalse it-sector, heeft veel, zoniet alles te maken met de recente uitspraken van Vlaams minister voor Innovatie Patricia Ceysens. Ceysens vertelde vorige week aan Data News dat Wallonië beter stopt met het kopen van it-trofeeën met belastinggeld, omdat die strategie de regio niet echt vooruit helpt. Waarmee de minister uiteraard doelde op de komst van Google en Microsoft naar het gewest. “Ik heb acte genomen van die uitspraken, maar ze kloppen niet”, zucht Leclercq. “Google investeert 300 miljoen euro in Henegouwen. In een tweede fase kan daar nog eens 200 miljoen bij komen. De subsidies die de Waalse overheid naar het bedrijf liet gaan, schommelen in de ordegrootte van vijf procent. Terwijl we van Europa in principe tot 30 procent mogen gaan.”
“Het gaat om een erg belangrijk project, met heel wat directe en indirecte werkgelegenheid tot gevolg. Nog belangrijker is de positieve uitstraling die de komst van Google en Microsoft aan de regio geven. Nu al krijgen we heel wat lastenboeken binnen van bedrijven die datacenters willen bouwen in Wallonië. Ondernemingen die anders nooit aan ons gedacht zouden hebben. Het geld van de overheid is dus goed besteed.”
Eén van die andere geïnteresseerden zou wel eens HP kunnen zijn. Topman Alain Sohet vertelde immers aan De Standaard dat ook hij graag een datacenter zou neerplanten beneden de taalgrens. “Er lopen inderdaad gesprekken met HP, maar dat is dan meer een project op lange termijn. HP wil zijn klanten beter kunnen bedienen, en de bouw van een datacenter past in dat plaatje.”
Leclercq vindt de démarche wel opvallend. “In plaats van alleen een Brussels Beneluxfiliaal te voorzien met voornamelijk Vlamingen en Nederlanders in de rangen, zie je dat heel wat Amerikaanse it-bedrijven overschakelen op een aparte Belux-vestiging waar Wallonië meer gewicht in de schaal legt. Vlaanderen is verzadigd. Wanneer een manager 10 procent groei moet kunnen voorleggen, doet hij beter zaken in een regio waar de kaarten nog geschud moeten worden en waar de kansen voor het grijpen liggen. Dat besef begint eindelijk door te dringen.”
De topmanager uit Namen is alvast geen vragende partij voor disaster recovery centers in het Waalse gewest. Hij wil in de eerste plaats operationele datacenters aantrekken. “Fedex heeft al aangekondigd dat het gaat verhuizen naar La Hulpe. In de kelders van dat nieuwe Europese hoofdkwartier komt één van de drie grootste datacenters van Fedex wereldwijd. Daarnaast hebben ook Pfizer en Swift laten weten dat ze nog datacenters gaan bijbouwen.”
Silicon Valley
Pierre Leclercq, die anderhalf jaar gezwoegd heeft om Google naar Wallonië te halen, legde een meer dan opmerkelijk parcours af in de it-sector. Na zijn studies burgerlijk ingenieur informatica aan de universiteit van Louvain-La-Neuve, herdacht hij bij wijze van tussenstop de toen nog erg archaïsche it-infrastructuur bij het Beroepskrediet. Niet veel later, in 1987, trok hij naar de Verenigde Staten, waar hij stage kon lopen bij een kleine computerfabrikant die luisterde naar de naam Apple.
“Eigenlijk ben ik ingegaan op het voorstel van een vriend die me gezegd had dat iedereen die het woord ‘computer’ kon spellen, een mooie toekomst wachtte in Silicon Valley”, lacht Leclercq. “Zelf dacht ik dat het een leuke ervaring zou zijn om anderhalf jaar te gaan werken in Californië. Uiteindelijk ben ik twintig jaar in de VS gebleven, waarvan acht jaar in het bedrijfje van Steve Jobs.”
Dat Apple toen niet was wat het nu is, is een understatement. Jobs had de onderneming al verlaten en John Sculley probeerde het bedrijf met wisselend succes op de wereldkaart te zetten. “Soms ging het goed, even vaak liep het slecht. Soms moesten er mensen ontslagen worden, even later dienden ze terug binnengehaald te worden.”
Leclercq werkte aanvankelijk voor de internationale divisie van Apple. Het idee was om producten die eigenlijk voor de Amerikaanse markt bestemd waren, ook in het buitenland aan de man te brengen. “Daarna heeft men mij gevraagd om de toenadering tussen Apple en Digital Equipment in goede banen te leiden. Apple ging ervan uit dat bedrijven die geen IBM mainframes kochten, ook geen desktops van big blue in huis zouden halen. ‘Vax-computers in de machinekamer, Mac’s op het bureau’ was de strategie.”
Visionair US West
Rond 1995 hield de Waal het voor bekeken bij Apple, en trok hij naar Colorado waar hij aan de slag ging bij de plaatselijke Belgacom, US West. Het internet begon langzaamaan door te breken, en Leclercq kwam aan het hoofd te staan van een strategische denktank die moest brainstormen over de ‘online diensten van de toekomst’. “Drie jaar lang hebben we het ene na het andere prototype ontwikkeld voor online services. Zelf hield ik me bezig met cartografische internettoepassingen voor de Witte en de Gele Gids, een collega ontwierp de allereerste applicatie voor het online reserveren van vliegtuigtickets. US West had diepe zakken, er werd veel geld tegenaan gesmeten. Met resultaat, want we waren goed bezig.”
Overigens was US West redelijk visionair in zijn marktbenadering. Het bedrijf investeerde miljarden in de overname van internet- en telefonieleveranciers. Ook een Vlaams bedrijfje kon op de interesse van de Amerikanen rekenen. Een uitbater van een kabelnetwerk waarover naast telefonie nog andere diensten konden worden aangeboden.
“Een belang nemen in Telenet was een logische stap voor US West”, gaat Leclercq verder. “In zijn hoedanigheid van ‘Baby Bell’ moest het bedrijf wel naar het buitenland kijken. De Amerikanen hebben van meet af aan veel belangstelling getoond voor Belgische en Nederlandse kabelboeren, dankzij de uitzonderlijk hoge penetratie en de relatief goede netwerkkwaliteit.” Geïnspireerd door het succes van zijn toepassing voor de Yellow Pages, hield Leclercq het voor bekeken bij US West, en stampte hij een klein consultancybedrijfje uit de grond voor al wat cartografische toepassingen op het internet betreft.
“In die tijd werkten we al aan oplossingen à la Google Maps, maar er waren nog geen digitale kaarten op de markt, waardoor we ons noodgedwongen dienden toe te spitsen op grote evenementen zoals Comdex. We konden bijvoorbeeld alle producenten van kleurenprinters op het scherm toveren, toen was dat nog redelijk revolutionair.”
Wallonië
Toen de bubbel barste, was er plots geen werk meer voor heel wat internetbedrijfjes. Ook Leclercq deelde in de klappen. “Ik heb van die periode gebruik gemaakt om mijn huis aan de Westkust te verbouwen”, vertelt de manager. “Maar op hetzelfde moment hoorde ik dat het Waalse gewest iemand zocht om de regio te vertegenwoordigen in Silicon Valley. Ik wist niet juist wat dat werk inhield, maar was wel geïnteresseerd en heb meteen toegehapt.”
Meteen na nine eleven begon Pierre Leclercq aan zijn opdracht voor Awex, de Waalse evenknie van Flanders Investment & Trade (FIT). Hij diende vooral op prospectie te gaan bij nieuwe investeerders, en als een bedrijf interesse toonde om naar België te komen, moest hij het begeleiden. “In het begin was dat moeilijk, want na de aanslagen draaide de Amerikaanse economie nog helemaal vierkant. De projecten waar we aan werkten, verschilden ook allemaal van elkaar. We praatten niet alleen met it-bedrijven, maar ook met logistieke of medische spelers. In die zin was ik een manusje-van-alles. Het aanspreekpunt in de VS.”
Sinds enkele maanden woont Pierre toch terug in België. Zijn opdracht blijft echter min of meer dezelfde: Wallonië verder op de kaart zetten als it-regio, en Amerikaanse investeerders aantrekken. Heeft het gewest het potentieel in zich om uit te groeien tot een kennisregio zoals de as Leuven-Eindhoven-Aken? “It kent sowieso geen grenzen”, klinkt het nog. “Voor de uitbouw van het Microsoft Innovation Centre praten we al met het IBBT in Gent, en met de stad Lille in Frankrijk. Alleen in de eigen achtertuin kijken, zou zelfmoord zijn.”
“Microsoft wil in Wallonië een kennishub rond e-health uitbouwen. Dat is erg interessant omdat het een sector is waar veel in geïnvesteerd wordt. Microsoft zelf komt met tal van oplossingen, Google heeft in de VS juist Google Health gelanceerd…. De zorg voor de patiënt komt op het voorplan, de informatisering van de toepassingen neemt een hoge vlucht. We zien het dus als een enorme kans!” z
4
Frederik Tibau
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier