Van achter zijn bureau kon Frank het Atomium zien en vooral op heldere winterdagen leken de immense bollen tegen het eind van de middag wel glinsterende reuzenparels. Als veertiger had hij de wereldtentoonstelling niet meegemaakt, maar de gedateerde expobroodzakken van tante Maria stonden symbool voor een vage herinnering aan economische hoogdagen. Maanlandingen, kleurentelevisie en moderne architectuur drukten de grote ambities uit die wetenschappers, industriëlen en politici toen hadden over een nieuwe wereld. Technologie zou de mens bevrijden, ervoor zorgen dat hij aangenaam kon wonen en dat een wasmachine de was deed in plaats van moeder de vrouw. De auto werd gemeengoed en steden werden verbonden met brede stukken beton en asfalt. De telefoon ging, en Frank betrapte zich erop dat deze mijmeringen hem in nostalgische stemming had gebracht.
“Hallo, met Frank”..”Ja, ik kom meteen, moet ik iets meebrengen?”. Hij legde de telefoon neer, fronste zijn wenkbrauwen en zonder iets te zeggen tegen zijn collega’s stapte hij in de richting van het bureau van Jean-Pierre, zijn baas. Jean-Pierre viel met de deur in huis. Dat het niet zo goed ging in de verkoop en dat de tering naar de nering moest worden gezet en dat het project dat Frank had opgestart, zou worden stopgezet. Deze flarden kon Frank zich nog herinneren toen hij een kwartier later opnieuw neerslachtig aan zijn bureau zat. De handen in het haar en zich afvragend hoe hij aan zijn projectleden moest gaan uitleggen dat ze morgen niet meer moesten komen Hij vroeg zich af wat dit voor Jan zou betekenen, pas vader van een tweede kind, huisje gebouwd en freelancer nadat hij door zijn vorige baas twee jaar geleden was ontslagen omdat goedkopere Indiërs zijn job hadden overgenomen.
Hij liep naar de koffieautomaat, trakteerde zich op een dubbele expresso, en riep zijn projectteam samen. Twee uur later reed Frank naar huis. De autoradio spuwde op de achtergrond nog meer droeve berichten, maar vandaag hoefde dat niet meer voor Frank. De volgende morgen waren de Atomiumbollen van het oog onttrokken door dikke mist, en smog wellicht, dacht Frank. Hij ruimde zijn bureau op en keek naar de lege stoel waar gisteren Jan nog zat. Jean-Pierre kwam even langs. Jammer van de mist, het leek zelfs dat die tot in het open landschapkantoor hing. Zou hij vanavond eens vroeg naar huis gaan misschien en wat verloren tijd met zijn vriendin inhalen? Twee weken later belde Jan, of het al duidelijk was wanneer het project opnieuw zou starten. Frank haalde zijn schouders op. Buiten was het helder en koud, hij verlangde naar de lente en maakte zich wijs dat met de zwaluwen ook de hoop zou terugkomen. Net als in de onbezorgde golden sixties waar alles mogelijk was en iedereen gelukkig. En voor hemzelf dus opnieuw een groot project en slapeloze nachten opdoemden.
Stef Knaepkens is columnist en mede-oprichter van Kite Consultants.
Stef Knaepkens
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier