Kristof Van der Stadt
Kristof Van der Stadt Hoofdredacteur bij Data News

Telepresence is voor de doorsnee werknemer niet weggelegd. “Het is ook helemaal niet geschikt voor ‘ad hoc’ gebruik. Toch zit daar juist de grote groei.” Dat beweert Martijn Blokland van het Nederlandse bedrijf Talk & Vision.

Videoconferencing is in Europa een markt die voor het eerst de grens van 1 miljard dollar overschreden heeft. “De meeste van onze klanten draaien meer omzet”, lacht sales director Martijn Blokland van het Nederlandse bedrijf Talk & Vision. Het bedrijf verkoopt videoconferencing-oplossingen en de apparatuur hiervoor komt hoofdzakelijk van Tandberg en Polycom en in meer beperkte mate ook van Sony (zie kaderstuk). Voor het integratiewerk met netwerken doet het bedrijf graag een beroep op partners zoals Simac en Siemens. Daar gaat een luik consultancy aan vooraf en er is ook een aparte ‘customer service center’ dienst in Nederland. De Belgische verkoop wordt gestuurd vanuit een kantoor in Heverlee. Binnenkort opent allicht ook in Frankrijk een kantoor.

Het bedrijf gaat prat op een groei van meer dan 40 procent (!) op jaarbasis, al zijn de verwachtingen voor 2009 iets terughoudender met ‘maar’ 25 procent groei. “Je merkt dat de interesse enorm is, maar dat het nemen van beslissingen gewoon veel langer duurt dan vroeger. Het dossier moet wat dikker zijn en de return on investment moet duidelijk aantoonbaar zijn”, zegt Martijn Blokland.

Qua omzet zit Talk & Vision naar eigen zeggen bij de vijf grootste spelers. “Specifiek in videoconferencing zijn we bijvoorbeeld groter dan Belgacom/Telindus”, beweert Martijn Blokland. Grote internationale klanten zijn Vodafone, Heineken en TNT. In België zijn onder meer Daikin, KBC en AXA klant. In totaal prijken er zo’n 200 klanten in de portfolio. Vodafone heeft meer dan 500 units in dienst die ondersteund worden door Talk & Vision. “Grote klanten als Vodafone zorgen uiteraard voor de meeste omzet, maar daarnaast zien we dat ook kmo’s plotseling heel erg geïnteresseerd zijn. Met instapprijzen van 200 à 300 euro per toestel heb je je installatie al terugverdiend na één uitgespaarde businessreis”, maakt Martijn Blokland de rekening.

Volgens de telecomregels

Toch is videoconferencing volgens Martijn Blokland niét goedkoper geworden dan vroeger. Die perceptie leeft wel door de komst van de dure telepresence-oplos-singen. “Maar ik geloof eigenlijk niet in telepresence. Je moet een aparte kamer inrichten, je moet fors investeren, het is statisch, maar vooral: je moet als gebruiker op voorhand de kamer boeken. Dat maakt de technologie niet geschikt voor ad hoc gebruik, waarbij je iemand als het ware opbelt mét beeld. Volgens mij wordt dat de toekomst. Telepresence zal vliegen in eerste klas blijven: het speeltje voor de vice-presidents van deze wereld.” Talk & Vision beroept zich op cijfers van Forrester waarbij ‘desktop’-toestellen nu goed zijn voor 25 procent van de totale videoconferencing-markt, maar waarbij wel de verwachting uitgedrukt wordt dat desktop-units naar 68 procent van de markt zullen doorgroeien. Juist door de grotere interesse van zowel grote als kleine bedrijven, is de koek voor de verkopers nog meer dan groot genoeg – al is de groep met goudzoekers wel gegroeid. Dat heeft ervoor gezorgd dat voor videoconferencing het volwassen tijdperk is ingeluid. “Vroeger was het allemaal nog ‘best effort’, nu worden de échte telecomregels toegepast. Dat wil zeggen dat meer en meer eisen gesteld worden op het vlak van redundantie, betrouwbaarheid en dienstverlening. Videoconferencing is veel meer bedrijfskritiek geworden.” Ondertussen is de technologie zodanig geëvolueerd dat technische problemen tot het definitieve verleden zouden moeten behoren. “En als het toch nog fout loopt, dan ligt het dikwijls aan de mens”, spreekt Blokland uit ondervinding. “Keep it simple. Als het voor een klant bijvoorbeeld kan zonder afstandsbediening, dan laten we ze wel in de doos”, lacht hij.

Kristof Van der Stadt

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content