‘Uiteindelijk gaan we organische computers bouwen’

'Eigenlijk is machine learning nog altijd enorm pril' © imec
Pieterjan Van Leemputten

Jan Rabaey is professor aan de universiteit van Berkeley. Al jaren werkt hij rond de interactie tussen ons brein en technologie, en vooral hoe die twee dichter bij elkaar komen. Hoe kijkt hij naar de wereld en de toekomst?

Rabaey was recent in België voor een eredoctoraat aan de UHasselt. Tijdens zijn gastles gaat het over de linken tussen computers en onze hersenen: hoe kunnen we leren uit onze hersenstructuur om betere systemen te ontwikkelen, die bijvoorbeeld niet uitvallen als er iets misloopt?

Maar een wereld waar onze hersenen worden uitgelezen is er nog lang niet, in tegenstelling tot wat Elon Musk met zijn bedrijf Neuralink soms beweert. ‘Tja, Elon is Elon natuurlijk. Maar de technologie gaat wel vooruit en ze wordt kleiner. Bij Neuralink plaatsen ze een paar duizend elektroden zeer zicht op elkaar met een interface errond. Waar dat naartoe zal leiden weten we nog niet, maar de vraag om zoiets te doen is er wel.’

Praktisch ziet hij eerder heil in medische toepassingen, om bijvoorbeeld Parkinson en ALS aan te pakken. ‘Musk spreekt over het uitlezen van ons brein. Het is minder complex dan dat, een stukje daarvan zou voor een ALS-patiënt al ongelooflijk zijn.’

Machine learning

Waar Rabaey momenteel wel grote doorbraken ziet is machine intelligence. ‘Die vooruitgang gaat bliksemsnel,’ maar de technologie boekt selectief vooruitgang. ‘In principe zit overal wel iets van machine learning achter. Maar eigenlijk is machine learning nog altijd enorm pril. Als het systeem iets gezien heeft, dan kan het daarop verder bouwen. Maar daarbuiten doet het heel eigenaardige dingen.’ Rabaey verwacht ook veel buiten IT-technologie: ‘Alles wat vandaag gebeurt rond farmaceutica en chemie, alles rond CRISPR (genen wegknippen in uw DNA om zo bijvoorbeeld erfelijke aandoeningen te voorkomen, nvdr.), daar gaan we enorme dingen zien die ons leven makkelijker maken.’

Rond computers merkt Rabaey op dat we komen van toestellen op basis van ponskaarten, over elektronische machines naar machines die vaker werken zoals onze hersenen: met weinig energie veel doen, maar enkel wat nodig is. Ook het concept van organische computers duikt daarin op. Al gaan die niet noodzakelijk performanter zijn. ‘Uiteindelijk gaan we organische computers bouwen. Je kan DNA maken dat reageert op elkaar, synthetische biologie die logic gates maakt met moleculen. De vraag is waar je het gaat gebruiken? Het nadeel van chemie is dat het heel traag is, de processen duren lang. Je kan intelligentie op een plant zetten die aangeeft of die meer water nodig heeft, dat is prachtig, zeker als dat ook biologisch afbreekbaar is. Maar om meerdere taken tegelijk uit te voeren, de dingen die we vandaag in de cloud doen, daar zit je met klassieke computing veel beter, al komt dat met een energiekost. Afhankelijk van het domein ga je verschillende oplossingen zien.’

Wearables

Naar onze dagelijkse toestellen verwacht Rabaey vooral meer van wearables. ‘Ik geloof in smart earpods omdat je daar veel dingen kan doen. Ze zitten dicht bij de hersenen en kunnen veel meer complementair worden.’ Hij verwacht dat medische toestellen en draadloze oortjes dichter naar elkaar toegroeien. ‘Stel je voor dat je oortjes hebt die je op een concert een betere geluidskwaliteit geven? Of dat je beamforming hebt waarbij je gehoor zich richt op waar je naar kijkt, zonder de ruis eromheen. Ik verwacht dat die dingen nog enorm zullen evolueren.’

'Uiteindelijk gaan we organische computers bouwen'
© illustratie Eva Lynen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content