Van smartphones over auto’s tot smarthomesystemen: spraaktechnologie krijgt stilaan een prominente rol in ons leven. Kunnen muis, toetsenbord en touchpad binnenkort voorgoed naar het containerpark?
Data News verzamelde 40 ‘controversiële’ stellingen over de toekomst van IT en technologie, en legt ze dagelijks voor aan experten ter zake. Vandaag: ‘Spraakbesturing wordt de standaard bedieningsinterface’
Eens
“Bij Somfy zien wij steeds meer vraag naar producten die samenwerken met de spraakassistenten van Google, Amazon of Apple. Vooral in de thuisomgeving opent de technologie een vat aan mogelijkheden”, signaleert Mark Pekelharing, smart home product manager bij Somfy. “Even snel een weersvoorspelling opvragen of een liedje afspelen zijn bekende toepassingen, maar de mogelijkheden gaan veel verder dan dat. Denk aan hulpbehoevenden, zoals ouderen. Met een spraakcommando kunnen zij de rolluiken neerlaten of de gordijnen openen, zonder dat ze daarvoor moeten opstaan. Comfort is het hoofdingrediënt om van spraakbediening een succes te maken.”
Vooral in de thuisomgeving opent spraaktechnologie een vat aan mogelijkheden
Toch denkt Pekelharing niet dat onze stem de gewone afstandsbediening volledig zal vervangen. “De technologie heeft veel potentieel, maar er zijn nog een aantal hindernissen te overbruggen. Vooral privacy is een heikel punt. Uit recente mediastormen blijkt dat de burger zijn privacy niet wil afstaan in ruil voor comfort. Begrijpelijk, maar het zet wel een rem op de verdere ontwikkeling van spraaktechnologie.”
De technologie zal dus vooral veiliger moeten worden. Hoe? Door het systeem menselijker te maken, stelt Pekelharing: “In de toekomst moet een installatie de gebruiker bijvoorbeeld kunnen vragen hoe láng hij wegblijft wanneer hij het huis verlaat, om een temperatuurregeling in te stellen. Waarbij er uiteraard alleen gereageerd wordt op jouw stem.”
Oneens
“Op korte termijn zie ik het gebruik van spraakherkenning wel toenemen, maar enkel voor bepaalde doeleinden, ” zegt Kurt Beheydt, die bekend is als ‘maker’ en van de maandelijkse wetenschapspodcast Nerdland. “In de auto, bijvoorbeeld; ten eerste omdat je je handen nodig hebt om te sturen, en ten tweede omdat in die specifieke context het aantal commando’s beperkt is. Ook in je woning hoeft het systeem maar een beperkte set instructies te begrijpen, zoals ‘verhoog de verwarming’ of ‘zet de tv aan’. Buiten zo’n specifieke context wordt het al véél moeilijker om spraakopdrachten juist te verstaan. Het vergt dan zoveel werk om het systeem goed getraind te krijgen, dat het economisch niet rendabel meer is.”
“Daarnaast is er ook een psychologische belemmering: de meeste mensen vinden het heel vreemd om tegen zichzelf te praten, ” gaat hij door. Een derde argument heeft volgens Beheydt met veiligheid en privacy te maken. “Ik zie ons op de trein niet meteen luidop tegen onze smartphone praten om een overschrijving uit te voeren, laat staan om ons wachtwoord in te geven”, stelt hij.
Er zullen verschillende interfaces naast elkaar blijven bestaan, waaruit we kiezen in functie van de toepassing en context
Dé interface van de toekomst bestaat overigens niet, vindt Beheydt. “Toen touch plots doorbrak, riep iedereen dat het toetsenbord ging verdwijnen, maar dat is ook niet gebeurd. Volgens mij zullen er in de toekomst verschillende interfaces naast elkaar blijven bestaan, waaruit we kiezen in functie van de toepassing en context. Misschien komt daar ook nog wel eens mind control bij, een technologie waar onder andere Elon Musk sterk in gelooft. Misschien wordt dát wel de interface van de toekomst. Nu ja, van een verre toekomst dan.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier