Alexander De Croo: “We zijn als Belgen kritisch voor onszelf terwijl we digitaal baanbrekend werk verrichten”

© Wim Kopinga
Pieterjan Van Leemputten

Alexander De Croo kwam als minister voor Telecommunicatie en de Digitale Agenda in 2014 al snel met een ambitieus plan om België digitaal vooruit te katapulteren. Intussen staan we twee jaar verder, hoog tijd om Digital Belgium te evalueren.

Gelijk met het aantreden van minister De Croo kwam er een digitaal plan dat bij veel IT-organisaties werd voorgesteld. Dat kreeg gaandeweg meer vorm. “Bij de start van Digital Belgium hebben we weinig tijd gestoken in het uitwerken van een gedetaillleerd plan, maar hebben we vooral een visie uitgelijnd en dan zijn we snel gestart om zaken te realiseren. We zullen onderweg wel zien of er dingen misschien fout zijn of moeten toegevoegd worden”, licht De Croo toe. “We hebben daarbij veel steun gekregen van Startups.be, onder meer met hun start-up manifesto. Maar ook Beltug en Agoria geven ons continu input.”

“Wel wilden we van bij het begin tonen dat er vlees aan zit. Het hele plan rond start-ups en de tax shelter is er heel snel gekomen. Op wettelijk vlak is er de digital act, waarbij papieren en digitale documenten gelijkgeschakeld worden, de initiatieven rond de deeleconomie.”

Wat volgt er nog?

Alexander De Croo: “In dat eerste deel willen we tonen dat we zaken realiseren. In de tweede fase gaan we hoger mikken en Digital Belgium opentrekken naar een breed publiek. Zo hebben we onze eerste stappen gezet met de Tournee Digital waar we lokale KMO’s duidelijk maken dat er iets aan het gebeuren is. De volgende stap zal onder meer bij scholen zijn.”

Bent u tevreden van de resultaten?

De Croo: “We zijn als Belgen kritisch voor onszelf, maar als je naar DESI kijkt, de Digital Economy & Society Index, dan staat ons land daar in de top vijf van de 28 EU-landen. Je hebt de BCG-studie van vorige maand die zich afvroeg welke landen de digitalisering leiden. Dat zijn vooral de Scandinavische landen, maar België staat daar ook. Op Europees vlak wordt België gezien als een van die plaatsen waar op digitaal vlak baanbrekend werk wordt verricht.”

Omdat we een goed kabel- en kopernetwerk hebben, is er een zekere rem geweest in de uitrol van glasvezel. Daar moeten we voor opletten.

Wat zijn vandaag de werkpunten?

De Croo: “Onze sterke kant is infrastructuur, maar daar heb je de remmende historische voorsprong. Omdat we een goed kabel- en kopernetwerk hebben, is er een zekere rem geweest in de uitrol van glasvezel. Daar moeten we voor opletten. Voor fiber zijn een aantal landen ons vandaag aan het voorbijsteken. Vandaag is dat nog geen probleem, maar op termijn kan dat wel.”

Veel van die buitenlandse glasvezelprojecten zijn gesponsord door de overheid. Zijn daar plannen voor?

Alexander De Croo:

De Croo: “We zijn niet van plan daar als overheid zelf middelen in te steken. Wat we wel doen is er voor zorgen dat de omstandigheden goed zijn voor de uitrol van glasvezel, oa met de toepassing van de breedbandkostenrichtlijn. Bijvoorbeeld het mogelijk maken dat glasvezel tegen de muur mag geplaatst worden in plaats van onder de grond. Dat kan de kosten drukken.”

“Maar ik denk dat er vandaag een goede infrastructuurconcurrentie hebt tussen de grote spelers. Tegelijk moet er voldoende toegang tot het netwerk zijn, maar dat is een evenwicht. Sommigen wijzen graag naar de grote prijzenoorlog in Frankrijk. Maar probeer maar eens deftig internet te krijgen in ruraal Frankrijk. Daar is het erger dan bij ons tien jaar geleden.”

Hoe zit het met de Belgische markt zelf?

De Croo: “De klassieke zwakheden van de Belgische economie komen er in een digitale economie eens zo fel uit: hoge kost van arbeid, grote inflexibiliteit van arbeid, maar ook relatief veel protectionisme. De Belgische economie is zeer beschermend naar een aantal beroepen en kleine sectoren. Dat is altijd een zwakheid geweest, maar het komt nu nog extra naar voren, bijvoorbeeld in de regeling rond nachtarbeid in e-commerce. Dat zou de evidentie zelf moeten zijn, maar het is moeilijk dat in praktijk te brengen.

Dan doelt u op de vakbonden?

De Croo: “Absoluut. In de regering is er consensus over het vrijmaken van nachtarbeid, maar in de praktijk speelt vaak nog het oude machtsevenwicht tussen vakbonden en werkgevers.”

“We reageren ook vaak in een kramp, terwijl we mensen meer vrijheid moeten geven. De typische Belgische wetgeving redeneert: ‘een aantal dingen zijn toegelaten en de rest is verboden’. Maar eigenlijk moet je zeggen ‘een aantal dingen zijn expliciet verboden en de rest, daar ben je vrij te experimenteren.’ Als het misloopt zullen we wel tussenkomen, maar je mag als wetgever niet de ambitie hebben om alle potentiële cases op voorhand uit te klaren. Je moet met grote principes werken en tussenkomen waar nodig. Maar op dat vlak hebben we nog heel wat werk.”

Moeten we geen werk maken van een toekomstgericht wetgevend kader voor 5G of de zelfrijdende wagen om een voortrekkersrol te spelen?

De Croo: “Waar de industrie en de academische wereld vandaag nood aan heeft is een realistische omgeving waar men dingen kan uittesten. Bijvoorbeeld rond 5G. Daar kwam in een gesprek met de industrie uit dat men vooral nood heeft aan ruimte om standaarden te testen en dat het wel interessant zou zijn om spectrum te krijgen om dat in de praktijk te doen. Daar zijn we snel opgesprongen en in België, wat het BIPT heeft uitgewerkt, heeft het bedrijf quasi gratis spectrum gekregen.”

Alexander De Croo:
© Wim Kopinga

“Ze mogen er mee doen wat ze willen. Het enige wat we in ruil vragen is dat ze onze academische en start-up wereld er bij betrekken. We willen graag dat de industrie hier kan testen, maar dat ze ook de zakelijke kant er bij betrekken. Met zo’n aanpak kunnen we ons land interessant maken.”

Is er een timeframe voor de veiling van 5G-spectrum?

De Croo: “Er is nog geen datum omdat de standaarden er nog niet zijn. Maar we zijn druk bezig om in België een testgebied te creëren. We spreken met de OEM’s om van ons land een van de plaatsen te maken waar 5G het snelst uitgerold wordt.”

Heeft u daar zelf een voorkeur in? Ericsson en Nokia zijn de laatste Europese netwerkspelers. Maar Proximus werkt nauw samen met Huawei.

De Croo: “…En de overige twee werken met ZTE. De sandbox die we opstellen is er voor iedereen. Een aantal van die spelers komen uit China, maar die creëren hier ook jobs. Ik heb graag dat Europese bedrijven succesvol zijn. Maar het is evenzeer interessant dat ook niet-Europese spelers België als een interessante locatie zien.”

Maar dan moet je die platformen wel duidelijk maken dat het mag. Als Volvo of Audi aan uw deur staat voor een chauffeurloze wagen, is dat dan bespreekbaar?

De Croo: “Absoluut! In Vlaanderen zie je ook dat Ben Weyts (Vlaams minister van Mobiliteit, nvdr) in die richting denkt.”

Een zelfrijdende wagen van Google.
Een zelfrijdende wagen van Google.© BELGAIMAGE

“Samen met Maggie De Block (federaal minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, nvdr) doen we gelijkaardige dingen rond healthcare. Daar hebben we een soort sandbox gecreërd waarin bedrijven gebruik kunnen maken van bijvoorbeeld patientgegevens, infrastructruur en andere zaken om zaken in de praktijk te kunnen testen. Dat is ook een goede manier om angst weg te nemen van hoe we als samenleving naar technologie kijken.”

Zijn we te bang voor wat nieuwe technologie met onze data doet?

De Croo: “Het is vooral verontrustend hoe negatief men vaak naar technologie kijkt in Europa. Ik heb soms de indruk dat niemand zo nog de voordelen van data durft te spreken. Op Europees vlak gaat het bij big data vooral eerst over privacy. Dat is een belangrijk element, maar het is niet het enige. We moeten het ook hebben over de opportuniteiten voor efficiëntie en innovatie.”

“Ook als het gaat over platformen gaat, dan is de eerste stelling ‘ah dat moeten we reguleren’, ik weet niet of dat moet. We moeten vooral omstandigheden creëren om te zorgen dat er hier ook grote platformen komen.”

Je moet als persoon de mogelijkheid hebben om alles wat de overheid over je weet, bijvoorbeeld op fiscaal vlak, te downloaden.

Deze regering maakt zelf graag werk van open data.

De Croo: “We hebben een van de meest vooruitstrevende wetgevingen rond open data, bijvoorbeeld omdat we er ook de overheidsbedrijven (bv NMBS) onder doen vallen. Daar moet je als overheid de juiste middenweg in vinden en als overheid zeggen ‘het is jullie data, het zijn niet onze gegevens.’ Dat wil zeggen dat je die gegevens, natuurlijk met respect voor de privacy, ter beschikking moet stellen.”

Hoe bedoelt u concreet?

De Croo: “Je moet als persoon de mogelijkheid hebben om alles wat de overheid over je weet, bijvoorbeeld op fiscaal vlak, te downloaden. Het zou logisch zijn mocht er op Myfin.be een knop zijn om alle informatie te downloaden die de overheid over je heeft. Hetzelfde voor de site van het Riziv waar je dan je eigen medisch dossier kan opvragen. Sommigen vinden dat gevaarlijk, maar het zijn wel jouw gegevens.”

“Hetzelfde overigens voor de private sector, dan kan je bij je stroom- of telecomleverancier alle gegevens over je verbruik downloaden en doorspelen naar een concurrent om daar een aanbod te krijgen. Dat zorgt voor meer concurrentie en je krijgt een andere redenering rond data.”

Ook de overheid zelf herstructureert. Fedict fuseert op 1 januari met een aantal FOD’s.

De Croo: “Fedict zoals het vandaag bestaat, is een organisatie die vooral IT-implementatie binnen een overheidscontext doet. Dat verdwijnt. Als je kijkt naar waar een overheid echt nood aan heeft, dan is dat een agentschap dat IT-strategische planning doet en dat is er vandaag nog niet. Fedict doet een aantal dingen. Andere FOD’s doen andere zaken, nog andere dingen worden uitbesteed, elk met hun eigen look & feel waardoor dingen worden gedupliceerd in alle richtingen.”

“Wat je nodig hebt is een organisatie die zegt ‘dit is de IT-planning voor de overheid in de komende vijf jaar, dit zijn de standaarden en methodes. De implementatie kunnen de verschillende FODs dan vrij beslissen. De ganse oefening past in de redesign van de overheid. We vinden een evenwicht tussen centrale aansturing en decentralisatie. Strategische IT planning wordt centraal, de uitvoering blijft decentraal bij de FODs.”

Wat is daar de achterliggende bedoeling van?

De Croo: “Het doel is dat je IT veel strategischer gaat bekijken in plaats van als operationele post, wat in het verleden vaak het geval was. Fedict leverde en levert schitterend werk. Maar in een nieuwe context waar de vereisten voor data en dienstverlening zo snel vooruitgaat heb je nood aan een ander soort organisatie.”

“Zoals je in een groot bedrijf een HR-dienst, een aankoopdienst, en een dienst voor de IT-planning hebt, ga je dat hier ook hebben. We hebben ons laten inspireren door wat er in de UK is gebeurd.”

Er zal een soort CIO van de federale overheid komen. Iemand die informatietechnologie op een strategische manier zal inzetten,

Wordt er dan ook één eindverantwoordelijke aangeduid voor IT?

De Croo: “Er zal een soort CIO van de federale overheid komen. Iemand die informatietechnologie op een strategische manier zal inzetten, wat je in Estland ook hebt. Maar momenteel is er nog geen functieomschrijving voor de job.”

Zit de fusie op schema om tegen 1 januari klaar te zijn?

De Croo: “Wij werken naarstig voort.”

Lees hier het tweede deel van dit interview over netneutraliteit, ethisch hacken en encryptie.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content