Arbeiders voelen zich te weinig betrokken bij de invoering van nieuwe technologieën

Oudere werknemers ervaren meer cognitieve belasting als ze werken met nieuwe technologieën. © Getty

Arbeiders in de maakindustrie zijn benieuwd naar nieuwe technologieën die onder de noemer van industrie 4.0 worden geïntroduceerd, maar maken zich ook zorgen over hoe deze hun job kunnen veranderen. Bovendien voelen ze zich te weinig betrokken bij de invoering van technologische innovaties. Dat zijn de belangrijkste conclusies van een nieuw onderzoek van de KU Leuven.

Met ‘industrie 4.0’ wordt de toenemende connectiviteit van industriële productieprocessen bedoeld. Daarbij zijn systemen digitaal met elkaar verbonden en kunnen ze data uitwisselen. Die trend is vooral zichtbaar in de maakindustrie.

Om de mening van arbeiders over industrie 4.0 te weten te komen, namen de onderzoekers van het HIVA Onderzoeksinstituut voor Arbeid en Samenleving een survey af bij 4586 arbeiders van metaal- en textielbedrijven in België. De studie werd uitgevoerd in opdracht van ACV-CSC METEA, de tak van de christelijke vakbond ACV die werknemers in onder andere de metaal- en textielindustrie vertegenwoordigt.

Uit de antwoorden bleek dat werknemers die met nieuwe technologieën werken meer autonomie ervaren, maar hun werk ook meer mentaal belastend vinden. Nieuwe, ‘slimme’ machines zijn bijvoorbeeld in staat om zichzelf te bedienen, waardoor werknemers extra verantwoordelijkheden opnemen, zoals het onderhoud van de machine. De stress die daarbij kwam kijken was het hoogst bij oudere werknemers en het laagst bij jongere werknemers.

Nieuwe taken vereisen ook nieuwe vaardigheden en dus opleiding. Een vijfde van de bevraagde werknemers gaf aan dat ze geen opleiding kregen bij de invoering van nieuwe technologie. Nochtans rapporteerden werknemers die dit wel kregen een hogere autonomie, voelen ze zich beter op het werk en ervaren ze minder onzekerheid.

Privacy

De onderzoekers bekeken ook hoe het met de privacy van de arbeiders is gesteld op de werkvloer. De bedrijven uit de studie verzamelen vooral de aankomst- en vertrektijden, locatie en activiteiten van hun werknemers. Ongeveer acht op tien werknemers zijn ervan op de hoogte dat deze gegevens over hen worden verzameld, maar de helft van hen krijgt geen inzage in deze data.

Bedrijven, voornamelijk in de metaalsector, onderzoeken de mogelijkheden van slimme technologieën. Meer dan de helft van de werknemers stelde echter dat ze hier zelden tot nooit bij betrokken worden. In de meeste gevallen gebeurde dit pas als de technologie daadwerkelijk in gebruik werd genomen. Nochtans rapporteren werknemers die wel betrokken werden bij de invoering van nieuwe technologie ook hier een duidelijk betere werkbeleving, meer autonomie en minder onzekerheid.

“Onderzoek naar deze nieuwe 4.0-technologieën focust zelden of nooit op het perspectief van de werknemer”, verklaart Lise Meylemans van het HIVA. “Nochtans zijn zij het die met deze technologieën aan de slag moeten. Het valt op dat de werknemers niet per se negatief zijn over technologische innovaties, maar dat ze zich wel zorgen maken. Dit kan voor een deel opgevangen worden door hen al vroeg bij de implementatie van nieuwe technologieën te betrekken en hen bovendien goed op te leiden om de technologie te gebruiken”.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content