Belgische gamemakers testen internationale wateren
Twaalf Belgische videogamestudio’s, aan beide zijden van de taalgrens, toonden deze week hun waren op een Belgisch paviljoen op Gamescom, de grootste videogamebeurs op de wereld. Voor de meeste bedrijven die er stonden is het nog steeds een hellende start, en succesverhalen zijn voorlopig schaars. Maar het ondernemerschap in de sector is nog nooit zo groot geweest.
De Belgische stand op Gamescom, een jaarlijkse beurs voor de videogamesector in Keulen die ieder jaar een veertigduizendtal professionele bezoekers (en een veelvoud daarvan op zijn publieke vloeren) verwelkomt, ligt een beetje weggedrumd in een hoekje, naast het statige paviljoen dat de al veertig jaar in gang zijnde Britse videogamesector hier de afgelopen zeven jaar al houdt. “Maar de constante drukte op onze stand houdt de boel bruisend”, zegt Steven Verbruggen, die de Vlaamse koepelvereniging Flega (Flemish Games Association) vertegenwoordigt.
De twaalf gamebedrijven die hun nieuwe en aanstaande games op de stand tonen zijn erg jong, en kwamen tot stand dankzij een mix van overheidsinspanningen en privé-initiatieven aan beide zijden van de taalgrens.
Aan Vlaamse zijde helpt de overheid met investeringsprogramma’s als CultuurInvest en een twee keer per jaar uitgekeerde subsidie voor videogamemakers van het Vlaams Audiovisueel Fonds. En onder de Kontichse it-groep Cronos is er ook een soort van bedrijfsmecenaat. Het resulteerde onder meer in games als Mayan Death Robots van gamestudio Sileni, een snelle tactische game die later dit jaar op de pc-downloadwinkel Steam verschijnt, en begin volgend jaar op gameconsoles.
DAE Studios, een spin-offbedrijf van de ‘gamedesign’-opleiding Digital Arts & Entertainment in Kortrijk, toonde er zijn eerste commerciële titel Zombieswipe. En Previewlabs, een gamebedrijf dat voor andere studio’s werkt en supersnelle prototypes van game-ideeën voor hen maakt, werkte de afgelopen jaren al 150 verschillende prototypes af.
Crasy Monkey Studios, een Cronos-vazal, lanceerde pas met een relatief goot succes zijn 2D-schietgame Guns, Gore & Cannoli.
Bezuiden de taalgrens
Ook in Brussel en Wallonië is de bedrijvigheid groot. Aanwezig op het Belgische Gamescom-paviljoen was bijvoorbeeld eXiin, wiens puyzzlegame After Loop in september verschijnt op mobiele systemen én huiskamersystemen als het Fire HD-toestel van Amazon.
Pyralis, een Luikse gamestudio, lanceert binnenkort al TheCorp, een economische simulatiegame. White Laser Games heeft net Thormaë klaar, een game die in de broswer kan worden gespeeld en de sfeer van fantasybordspellen oproept.
Pipette Inc. is bezig aan To the Sky, een klassieke ‘point-and-click-adventure’ die rond overleven draait, een thema dat vandaag erg geliefd is bij gamemakers. De lancering van hun game is gepland in 2016.
Mode 4, een door twee mensen gerunde ministudio uit Brussel, zoekt het in het westerngenre met hun actiegame Bombslinger. Haunted Tie hoopt dit najaar nog zijn online-arenagame Domiverse klaar te hebben. En Abrakam, een studio die mede gefinancierd werd door Pierre L’Hoëst, medeoprichter van tv-faciliteitenbedrijf EVS, wil met zijn verzamelkaartengame Faëria titels als het immens populaire Hearthstone concurrentie aandoen.
“Er is enorm veel bedrijvigheid bijgekomen de afgelopen jaren”, zegt Verbruggen. “Op een bepaald moment moet je daar ook mee durven uitpakken, dingen laten zien.”
Uppercuts en succesverhalen
Die durf komt er ondanks een paar uppercuts die de Belgische game-industrie onlangs te verwerken heeft gekregen. Woolfe, het passieproject van het Antwerpse GriN, was niet meteen een doorslaand commercieel succes, en na de mislukking van zijn recentste titel Sunset deed de Gentse studio Tale of Tales, nochtans een vaste waarde in België, de boeken dicht. Ook de studio’s die op het Belgische paviljoen stonden, doen het rustigaan: investeringscenten geraken namelijk op een bepaald moment ook weer op.
“We wilden dolgraag een online multiplayercomponent inbouwen in Mayan Death Robots, maar hebben daar op dit moment de middelen niet voor”, zegt Karel Crombecq, hoofddesigner van de game bij Sileni Studios.
“We kunnen het ons niet permitteren om nog lang te wachten met een lancering: er is omzet nodig. Dus lanceren we de game binnenkort alleen met lokale multiplayer, thuis op dezelfde pc of console. Wanneer de game een succes wordt, en het financieel mogelijk is om er verder middelen in te stoppen, voegen we de onlinemogelijkheden toe via een update.
Maar er zijn ook succesverhalen. Het Gentse Larian Studios, dat zijn eigen stand had bij de Franse groep Focus Interactive, maakte een succes van zijn vorige game Divinity: Original Sin, dat bijna een miljoen keer werd verkocht op pc-downloadwinkel Steam. Het bedrijf gebruikte de binnengerolde centen ondertussen om een tweede en derde ontwikkelingsvestiging in achtereenvolgens Québec City en Sint-Petersburg te openen, en is momenteel bezig aan een consoleversie van zijn hitgame.
Fishing Cactus
En ten zuiden van de taalgrens zette Fishing Cactus, samen met de lokale overheid, ook al een groeiende bedrijvigheid van kleine gamestudio’s in gang.
Onder de vleugels van het openschoolcentrum Technocité geven mensen van Fishing Cactus, dat op het Belgisch paviljoen vertegenwoordigd was met zijn nieuwe game Epistory, cursussen gamedesign en -ontwerp aan (grotendeels werkzoekende) geïnteresseerden, die vervolgens zelf aan de slag kunnen – hetzij bij de gamemaker zelf, hetzij bij een aantal kraakverse startups die zich in en rond de stad zijn gaan vestigen. “We leven niet in een visbokaal”, zegt Sophie Schiaratura, communicatiedirecteur van het bedrijf.
“We verzekeren ook onze eigen toekomst door nieuwe mensen geïnteresseerd te maken in de business, onder meer door deze opleidingsinspanningen. Dat er een paar bedrijven ontstaan is op zich niet genoeg: die hebben een voedingsbodem nodig. We moeten, allemaal samen, een development scene creëren in België.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier