Belgacom en de bedrijfsmarkt: is het kalf verdronken?
Een ex-kaderlid beschuldigt Belgacom van concurrentievervalsing in de periode 2000-2006. Belgacom zou een deel van het marketingbudget gespendeerd hebben bij grote klanten.
Een ex-kaderlid beschuldigt Belgacom van concurrentievervalsing in de periode 2000-2006. Belgacom zou een deel van het marketingbudget gespendeerd hebben bij grote klanten. Dit om te verhinderen dat ze zouden overstappen naar een concurrent, wanneer Belgacom de prijs onvoldoende kon verlagen door wettelijke beperkingen. Marktvervalsing is onaanvaardbaar. Speculatie over wat er gebeurde heeft weinig zin, het is aan de Raad voor de Mededinging en de andere bevoegde instanties om te oordelen of Belgacom oneerlijk te werk ging of niet.
De essentie is echter dat er nog steeds onvoldoende concurrentie is in de bedrijfsmarkt, en erger nog, verbetering is niet in zicht. In de beginperiode speelde de concurrentie onvoldoende, o.a. omdat de nieuwe operatoren onbekend waren. Het BIPT stond nog onder voogdij van de Minister van Telecommunicatie, toen ook voogdijminister van Belgacom. Het BIPT was nog niet bevoegd voor de ‘price squeeze’ (het verschil tussen de eindgebruikerstarieven van Belgacom, en de interconnectietarieven die het andere operatoren aanrekent voor het gebruik van zijn netwerk). De regelgever was duidelijk onvoldoende gewapend om de concurrentie volop te stimuleren.
Deze elementen verklaren waarom het de eerste jaren moeilijk was voor de nieuwkomers, alhoewel er zwaar in België werd geïnvesteerd. Maar, na 13 jaar liberalisering heeft Belgacom voor de meeste diensten nog steeds het leeuwendeel van de markt in handen. De moeilijke beginperiode, de succesvolle omvorming van RTT naar Belgacom en de crisis hebben ertoe geleid dat de andere aanbieders zich plooiden naar niches, zoals de grote internationale bedrijven. Daardoor hebben bedrijven te weinig keuzemogelijkheden om hun communicatiebeleid optimaal uit te bouwen.
BELTUG kent verschillende bedrijven die grote klant waren bij Belgacom, en na de overstap naar een andere aanbieder een koude douche kregen. Bij problemen waarbij Belgacom betrokken is, is er plots minder mogelijk dan voordien, als grote klant. Daarbij gebeurt niets onwettelijks – Belgacom zal doen wat opgelegd is – maar het maakt in de praktijk wel een reëel verschil.
De bedrijfsmarkt is weinig dynamisch: uit BELTUG-cijfers blijkt dat 60% van de bedrijven na een offerteaanvraag bij zijn leverancier blijft. Dit speelt in de kaart van Belgacom.
Voor de volgende jaren is Belgacom sterk gewapend om de concurrentie het hoofd te bieden. Voor mobiele communicatie is er met Mobistar maar 1 concurrent op de bedrijfsmarkt. De andere telecomaanbieders hebben geen mobiele poot. Een belangrijke handicap gezien de snel groeiende convergentie tussen vaste en mobiele communicatie. Vraag is wat er met de 4de mobiele operator Telenet/VOO en 4G zal gebeuren? Hopelijk hindert de gebrekkige marktwerking de nieuwe speler en de nieuwe technologie niet.
Daarnaast doen bedrijven steeds meer een beroep op integratoren. Het sterke en onafhankelijke Telindus werd door Belgacom opgeslorpt. De andere integratoren sluiten partnerships af met enkele telecomoperatoren. Vaak zal Belgacom één van hen zijn.
De bedrijfsmarkt is erg complex. O.a. unified communications en cloud computing veranderen de markt: het wordt een IT-business. Als aanbieder van diensten aan de zakelijke markt heb je dus veel kennis en de juiste mensen nodig. Dit betekent een serieuze investering.
Voor Belgische bedrijven verwacht BELTUG veel van Telenet and Mobistar, al zijn beide sterk residentieel gedreven bedrijven. Voor internationale bedrijven wordt er steeds meer internationaal beslist.
België is een klein land. De kernvraag is of andere spelers nog gemotiveerd kunnen worden om voldoende in de Belgische bedrijfsmarkt te investeren. Het risico om van Belgacom afhankelijk te zijn neemt nog toe.
Danielle Jacobs Directeur BELTUG – Voorzitter INTUG
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier