België investeert 5 miljoen euro in Europese supercomputers
De Federale overheid gaat samen met twaalf lidstaten mee investeren in het EuroHPC project van Europa. Daarmee komen er vier supercomputers op Europese bodem bij en moet er op termijn aan exascale computing worden gedaan.
De ministerraad besliste vrijdag op voorstel van minister voor Wetenschapsbeleid Sophie Wilmès en minister voor Digitale Agenda Philippe De Backer om vijf miljoen euro vrij te maken voor het project. Ook de regeringen van de deelstaten kunnen mee investeren maar dat bedrag staat nog niet vast.
Exascale computing
Het geld wordt samen met de investering van twaalf andere lidstaten en van de Europese Commissie ingezet voor de aankoop van vier supercomputers tegen 2020. Twee daarvan zijn pre-exascale toestellen en moeten honderd miljoen miljard berekeningen per seconde kunnen uitvoeren (10¹⁷), twee andere zijn mid-range supercomputers die 10¹⁶ berekeningen per seconde kunnen uitvoeren.
De aanschaf van de machines moet de weg plaveien voor de ontwikkeling van een exascale computer op basis van Europese technologie tegen 2022-2023. Die moet een miljard miljard of 10¹⁸ berekeningen per seconde kunnen uitvoeren.
Wat moet daarmee gebeuren?
In eerste instantie wil Europa met de aankoop de nodige infrastructuur voorzien om te innoveren op topniveau. Onder meer het co-ontwerpen van Europese exascale machines en de ontwikkeling van toepassingen (en de menselijke capaciteiten) rond supercomputers. Op meer praktisch niveau gaat het bijvoorbeeld om het ontwikkelen van geneesmiddelen of gepersonaliseerde geneeskunde, omdat zo’n machines enorm veel data zeer snel kunnen verwerken.
Op geopolitiek niveau speelt daarbij mee dat de VS, Japan en China vandaag al verschillende supercomputers hebben en meer rekenkracht ook meer mogelijkheid tot innovatie betekent. Europa wil met andere woorden niet achterop raken.
(Ongeveer) 1 miljard euro
Het EuroHPC (Eurpese high-performance computing) project bestaat intussen drie jaar, sinds 23 maart 2017 om precies te zijn en kreeg toen de steun van zeven lidstaten (Frankrijk, Duitsland, Italië, Luxemburg, Nederland, Portugal en Spanje). België vervoegde die groep in juni 2017, al stond er toen nog geen exact bedrag vast. Net zoals Slovenië, Bulgarije, Zwitserland, Griekenland en Kroatië.
In totaal wil Europa ‘één miljard euro‘ investeren in het project, al verdient dat enige nuancering. De EU zei begin 2018 dat het 486 miljoen euro zal voorzien en verwacht een gelijkaardig bedrag van de lidstaten. Het gaat dus om 972 miljoen euro, maar ‘een miljard’ klinkt beter in een persbericht.
Of dat bedrag effectief zo hoog oploopt zal nog moeten blijken want in september ging Europa er nog van uit dat er 25 lidstaten zouden deelnemen. Momenteel zijn dat er 13. Wel komen er ook investeringen van private partijen, die moeten goed zijn voor een bijkomende vierhonderd miljoen euro.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier