‘België niet de aantrekkelijkste plaats voor datacenters’ – klopt dat wel?

Pieterjan Van Leemputten

Een rapport beweert dat België bij de minst aantrekkelijke plaatsen is om datacenters te plaatsen en dat we zo de digitale revolutie missen. Maar het rapport is vrij selectief in haar beweringen en experts spreken het tegen.

‘België heeft dringend meer datacenters nodig, anders gaat de digitale revolutie aan ons voorbij.’ Aldus de kop van een persbericht over een rapport van Arcadis, een bureau dat onder meer adviezen geeft over de bouw van datacenters en hoe hun energie en restwarmte gebruikt kan worden.

In dat rapport staat ons land 32e van 50 onderzochte landen, voor Europa laten we enkel Tsjechië en Portugal achter ons. Bovendien heeft ons land volgens het persbericht ‘dringend meer datacenters nodig als we in de toekomst massaal willen blijven Netflixen en thuiswerken.’ Een van de grote oorzaken van de onaantrekkelijkheid is volgens Arcadis het trage vergunningenbeleid in ons land. Inzetten op kleinere datacenters zou eenvoudiger en sneller gaan.

Vergunningen

We betwijfelen niet dat ons land vaak struikelt over administatieve procedures. Maar is dat echt het probleem? Zijn kleinere datacenters de oplossing en dreigen we echt achterop te hinken als we geen datacenters bijbouwen? Het korte antwoord is neen. Voor het uitgebreide antwoord duiken we in het rapport zelf en gaan we te rade bij een datacenterspeler.

De ranking van Arcadis baseert zich op acht factoren: BNP per capita, het vergunningenbeleid, de prijs van elektriciteit, energiezekerheid, cybersecurity, aantal mobiele breedbandgebruikers per honderd inwoners, binnenlandse markt en gemiddelde downloadsnelheid.

Arcadis zelf wijst voor de positie van ons land vooral naar het vergunningenbeleid. ‘Als grote techbedrijven naar België kijken, dan begrijpen ze er niets van. Ze verwachten dat, eens de beslissing genomen is om te investeren, het snel moet gaan en dan spreken we van anderhalf tot twee jaar. Als het vergunningstraject dan iets complexer is waardoor dat een jaar duurt, dan blijft er weinig tijd over om te bouwen,’ zegt Peter Toulet, data center expert bij Arcadis België.

'België niet de aantrekkelijkste plaats voor datacenters' - klopt dat wel?
© Getty

Maar die onduidelijkheid wordt niet bevestigd door de sector. Toeval wil dat Interxion, dat wereldwijd 280 datacenters uitbaat, deze week ook een derde datacenter in Brussel aankondigde. Daar is men een stuk genuanceerder als we de voornaamste claims van Arcadis voorleggen: ‘Elk land heeft uiteraard zijn uitdagingen. In België is het heel duidelijk hoe het proces werkt en hoe lang het duurt,’ zegt Dirk van de Geer, managing director Belgium bij Interxion.

Vs. Nederland

Als we de cijfers die Arcadis toewijst aan ons land in detail bekijken, dan zijn ook die genuanceerder. Ons land haalt voor vergunningenbeleid ‘56,7 op 100’. Dat cijfer is gebaseerd op de procedures, de tijd om de nodige vergunningen te krijgen, en het wijst als bron naar de Wereldbank, maar zonder veel verduidelijking.

Maar vergunningen zijn niet doorslaggevend, zo scoren onder meer Italië (39,4), Spanje (45,4), Oostenrijk (55,8), Nederland (42,1), Canada (50,7), Zwitserland (47,8) en Frankrijk (53,8) slechter dan België, terwijl ze wel hoger staan in de totale rangschikking.

Het vergunningenbeleid alleen is geen doorslaggevende factor.

Vergelijken we met Nederland (19e plaats), dat qua omvang en ligging vergelijkbaar is met België, dan scoren we dan weer op elk vlak slechter, behalve voor vergunningen en energiezekerheid. Het vergunningenbeleid alleen is dus geen doorslaggevende factor.

Oude of misleidende cijfers

Kijken we naar de andere factoren die meespelen, dan valt op dat Arcadis zich enkel baseert op externe rapporten van onder meer het WEF, de Wereldbank, World Energy Council en sectorverenigingen. Maar veel duiding over welke rapporten en hoe die cijfers worden gebruikt is er niet. Op de vraag of we de ruwe data kunnen inkijken, klinkt het dat die niet wordt vrijgegeven.

Data News pikt er dan maar zelf een paar zaken uit en merkt op dat Nederland voor cybersecurity een zeer hoge 91,2 krijgt en ons land een 77,2. Als bron verwijst het rapport naar ITU, de International Telecommunication Union, zonder een concreet rapport te noemen.

Het rapport dat Arcadis in 2021 publiceert, steunt voor een deel op een ander rapport uit 2018 dat op haar beurt onder meer kijkt naar initiatieven die intussen 5 jaar oud zijn.

Bij de publicatielijst van ITU vinden we al snel een ‘Global Cybersecurity Index 2018’. Ons land scoort daar inderdaad minder dan Nederland, maar qua inhoudelijke argumentatie staat daar weinig duiding. Zo looft het rapport onder meer het plan van Alexander De Croo (toen nog telecomminister) rond Digital Belgium. Een plan uit 2016.

We willen niet beweren dat ons land intussen sterker staat dan Nederland op vlak van cybersecurity. Maar het rapport dat Arcadis in 2021 publiceert, steunt voor een deel op een ander rapport uit 2018 dat op haar beurt onder meer kijkt naar initiatieven die intussen 5 jaar oud zijn.

Consumenteninternet vs zakelijke glasvezel

Een ander aspect waar Nederland het veel beter doet is ‘gemiddelde downloadsnelheid’. België haalt 63,6 tegenover 72,1 voor Nederland. Het Arcadis-rapport wijst daarvoor naar ‘Cable.co.uk’.

Daar vinden we inderdaad een vergelijking maar kijken we naar de methodologie, dan blijkt het te gaan om een snelheidstest voor consumenten. Cable.co.uk benadrukt daarbij zelf dat snelheidstesten vooral worden gedaan als een gebruiker problemen ondervindt, en dat die cijfers dus lager liggen dan wat je mag verwachten.

Maar belangrijker is dat dit cijfer bitter weinig te maken heeft met de aantrekkelijkheid voor datacenters. Dergelijke metingen slaan vooral op de verbinding die de eindgebruiker haalt, zowel op een hypersnelle verbinding als op de brakke wifi van een zolderkamertje. Datacenters maken in onze regio echter gebruik van glasvezelverbindingen die gigabitsnelheden halen.

Een slechte internetverbinding maakt cloudtoepassingen weliswaar minder bruikbaar, maar zelfs in het verschrikkelijke thuiswerkjaar 2020 moet gezegd worden dat er in ons land geen noemenswaardige pannes of vertragingen zijn geweest, behalve met iets als Smartschool dan.

Interxion: Wij zien juist dat België heel succesvol bediend wordt vanuit de ‘grotere’ datacenterlanden.

‘Slechte overzeese verbindingen’

Arcadis zegt dat voor datacenters in ons land wel meespeelt dat de afstand tot overzeese verbindingen (met de VS dus) een probleem zijn. Ook die bewering toetsen we af bij datacenteruitbater Interxion. ‘Wij zien juist dat België heel succesvol bediend wordt vanuit de ‘grotere’ datacenterlanden om ons heen, net omwille van die snelle verbindingen tussen de steden en omdat de mate van vertragingen opvallend laag is’, aldus Dirk van de Geer van Interxion.

Voor de populariteit van Nederland speelt mogelijk wel de nabijheid van AMS-IX, een van de grootste internetknooppunten ter wereld. Daardoor hebben doorgaans meer zeer grote spelers een datacenter bij onze Noorderburen.

'België niet de aantrekkelijkste plaats voor datacenters' - klopt dat wel?

Tot slot moeten we in de marge hiervan ook opmerken dat datacenters geen garantie zijn op extra jobs. De bouw genereert weliswaar werkgelegenheid voor bouwvakkers, maar zelfs gigantische datacenters vereisen geen honderden mensen om de boel draaiend te houden.

Zijn er meer datacenters in België nodig?

Is er echt nood aan meer datacenters in ons land? ‘Volmondig ja,’ zegt Peter Toulet van Arcadis. ‘Het aantal hyperscale datacenters is de afgelopen jaren toegenomen en aan het tempo dat onze dataconsumptie toeneemt, gaan er meer nodig zijn.’

Maar is het dan zo belangrijk is dat de zeer grote spelers voor ons land kiezen? De voornaamste alternatieven voor ons land zijn Amsterdam, Parijs of Frankfurt. Respectievelijk 200, 300 en 400 kilometer van Brussel.

Dichter bij een datacenter levert doorgaans lagere latency op. Maar dan spreken we over duizenden kilometers in plaats van enkele honderden. Zo lijken enkele honderden kilometers bijvoorbeeld geen probleem te vormen voor Google, dat in heel Zuid-Europa geen enkel datacenter heeft. Wie in Portugal met servers van Google wil connecteren, is puur geografisch aangewezen op Bergen als dichtstbijzijnde locatie.

Het is bovendien niet zo dat ons land geen commerciële datacenters kent. België telt heel wat datacenter-aanbieders, hetzij in colocation of om IT-infrastructuur aan te bieden. Denk bijvoorbeeld aan LCL, Interxion, Unix-Solutions, Cegeka of Proximus. Van de grote hyperscalers is enkel Google bij ons actief met een groot datacenter in Bergen dat al enkele malen werd uitgebreid.

Het datacenter van Google in Saint-Ghislain.
Het datacenter van Google in Saint-Ghislain.

We leggen ook deze bewering voor aan Interxion, en daar zien ze geen tekort op de Belgische markt. ‘Als we kijken naar de groei van de voorbije 5 jaar is het in België zeker behapbaar met de huidige operatoren. Wij zijn net begonnen aan de werken van een derde datacenter in België – BRU3 – dat een totale capaciteit van bijna 1.280 m2 zal hebben. De eerste fase van het project wordt in het vierde kwartaal van 2021 opgeleverd. De locatie voor BRU4 hebben we ook al in het vizier.’

Zijn kleinere datacenters de oplossing?

Tot slot roept Arcadis ook op om te kiezen voor edge datacenters (kleinere datacenters die fysiek dichter bij de gebruikers staan), net om digitaal vooruit te gaan. Al is de definitie van ‘edge’ wel vrij ruim. De organisatie rekent datacenters met een verbruik tot 5 megawatt nog tot die categorie, dat is een pak minder dan wat een groot datacenter verbruikt, maar is een stuk meer dan individuele edge-oplossingen die vandaag op de markt zijn.

Meer kleinere datacenters maken de zaak niet eenvoudiger.

Arcadis verwijst daarbij naar Nederland, waar men behalve op specifieke plaatsen geen grote datacenters meer wil toelaten en het daarom nodig is om naar kleinere datacenters te kijken. Die kunnen ook ingezet worden voor de verwarming van een gebouw, wat in Zweden al is gedemonstreerd.

Maar meer kleinere datacenters maken de zaak niet eenvoudiger. Het is immers niet zo dat een kleiner datacenter sneller vergunningen krijgt dan een groot datacenter. Bovendien zijn de huidige datacenters, behalve die van Google, geen hyperscalers, nuanceert van de Geer (Interxion): ‘Er zijn niet zo heel veel grote datacenters in België, Google is de grote uitzondering. Als je kijkt naar de totale datacentercapaciteit rond Brussel is er ongeveer tussen de 40 en 50 MW verdeeld over alle providers. Wat ons betreft is het efficiënter om een groot datacenter te bouwen en te runnen, dan meerdere kleine. Vergunningstrajecten worden overigens niet korter als je meerdere kleinere datacenters van 5 MW zou bouwen in plaats van een groot van 50 MW.’

Conclusie

Het rapport van Arcadis klinkt alarmerend, maar het is grotendeels samengesteld op de manier dat een student middelbaar onderwijs een eindwerk maakt. Het steunt volledig op rapporten van andere organisaties, zonder al te veel eigen onderzoek. Bovendien zijn de rapporten waarop het steunt al verouderd of hebben ze weinig te maken met de aantrekkelijkheid voor ons land voor datacenterbouwers.

Leggen we de voornaamste beweringen bovendien voor aan een bedrijf dat wereldwijd datacenters uitbaat, dan worden ze grotendeels weerlegd.Samengevat: Arcadis waarschuwt dat ons land dringend meer en kleinere datacenters nodig heeft. Data News waarschuwt dat je niet alles moet geloven waarover een paniekerig persbericht wordt uitgestuurd.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content