Brussel wil meer transparantie over aanpak online-haat

Internetbedrijven beoordelen 90 procent van meldingen over haatdragende boodschappen en oproepen tot geweld binnen 24 uur op illegaliteit. Ze verwijderen er vervolgens gemiddeld 71 procent van. De Europese Commissie is tevreden met de percentages, maar overweegt wel bindende maatregelen voor socialemediaplatforms om transparant te maken hoe ze haatzaaiende content aanpakken.

De jongste cijfers over haatdragende berichten zijn gepubliceerd in de vijfde evaluatie van de vrijwillige gedragscode die de Europese Commissie in 2016 invoerde. ‘Ik dring er bij de platforms op aan om die hiaten aan te pakken’, zei EU-commissaris Didier Reynders (Justitie). Vooral informatie van de internetbedrijven over hoe ze omgaan met meldingen moet transparanter, vindt hij.

Grote verbetering

Klagers moeten feedback krijgen over wat er met hun melding is gebeurd en wat daarvoor de motivering was. Dat doet gemiddeld 67 procent van de bedrijven, maar kan volgens Brussel dus beter. Alleen Facebook informeert zijn gebruikers systematisch, oordeelt de commissie. Ze wijst erop dat niet alle aangemelde boodschappen illegaal zijn.

De laatste drie jaar blijft het percentage verwijderde content schommelen, vlak boven de 70 procent. Een grote verbetering vergeleken met 28 procent in 2016, toen Facebook, YouTube, Microsoft en Twitter de gedragscode ondertekenden. Toen werd 40 procent van de meldingen binnen een etmaal onderzocht, nu 90 procent. Facebook zit daar met 95,7 procent flink boven.

Sinds 2016 hebben steeds meer bedrijven zich aangesloten bij het initiatief, waaronder Instagram, Snapchat, Dailymotion en jeuxvideos.com.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content