David Friend, CEO bij Wasabi: ‘In de cloud wil je voorspelbaarheid’

Het is een vaak gehoorde klacht: opslag in de cloud kost altijd meer dan was voorzien. Voor elke extra service – een download of een API request – moet je bijbetalen. Net daar vond Wasabi een gat in de markt. ‘Bij ons betaal je alleen in functie van het datavolume. Precies zoals je vroeger je eigen opslaghardware kocht.’

David Friend is een serieel ondernemer. Sinds zijn studies aan Princeton en Yale – eind de jaren zestig – richtte hij zes bedrijven op. De bekendste zijn Carbonite, een back-upbedrijf waar hij CEO was van 2005 tot 2015, en Wasabi, de start-up rond storage die hij een kleine tien jaar geleden oprichtte. ‘Het is simpel’, zegt Friend in zijn kantoor in Boston, waar Data News hem ontmoet in het kader van de IT Press Tour. ‘We bieden dezelfde opslag aan als pakweg Amazon, maar tegen een fractie van de prijs.’ En met net iets meer pit: vandaar de bedrijfsnaam.

Friend gelooft in de kracht van het getal. ‘We haalden zo snel mogelijk zo veel mogelijk geld op’, zegt hij, ‘om de markt te domineren.’ De teller staat intussen op ruim 530 miljoen dollar. ‘Daardoor konden we de andere starters die rond cloudopslag werken in de schaduw zetten.’ Een snelle groei leverde een portefeuille van een kleine 100.000 klanten op. Het uitgangspunt van Wasabi is daarbij eenvoudig. ‘Mensen haten ingewikkelde rekeningen’, zegt Friend. ‘Wie met Amazon werkt, krijgt ellenlange facturen. Telkens je iets hebt gedownload, staat er een extra lijn op je factuur.’

Het is net hardware

Dat maakt de factuur niet alleen complex, maar ook de kosten voor cloud storage onvoorspelbaar. ‘Voor je het weet, ga je buiten budget en mag je het gaan uitleggen bij de CFO.’ Wasabi kiest voor het andere uiterste. ‘Op onze factuur staat maar één lijn. Die vermeldt hoeveel data je hebt. De opslag daarvan factureren we aan een vast bedrag. Dat is dus net zoals je vroeger betaalde voor een nieuwe opslagserver.’

In de praktijk gaat het bij Wasabi om gereserveerde opslagcapaciteit in de cloud. ‘Die schaf je aan voor een termijn van vijf jaar. Dus ja, echt net zoals je hardware zou kopen. Dat maakt het ook makkelijk om de vergelijking te maken tussen ons aanbod en een storage box van Dell of NetApp.’ Die gereserveerde opslag is intussen goed voor zowat de helft van Wasabi’s omzet.

Eén prijs

Dat Wasabi de prijs weet te drukken, heeft alles te maken met het feit dat het geen extra kosten aanrekent. Bij bedrijven als Amazon en Microsoft betaal je niet alleen voor het datavolume dat je in de cloud parkeert. Telkens je iets uit die cloud downloadt, krijg je daar wat voor aangerekend. En zo lopen de kosten soms snel op. Bedrijven die hun back-ups in de cloud zetten, bijvoorbeeld, downloaden die af en toe om het herstel ervan te testen. ‘Bij Wasabi kun je dat met een gerust hart doen’, zegt Friend. ‘Je hoeft daar niet voor te betalen.’

Wasabi zweert bij een flat fee: 6,99 dollar per TB per maand. ‘We gaan voor eenvoud’, klinkt het. ‘Een voorspelbare prijs, zonder allerlei extra’s en zonder tarieven die verschillende per type opslag.’ Friend rekent het voor. ‘Stel dat je een datavolume van 1 PB hebt, waarvan je gemiddeld 20% per maand downloadt, dan betaal je daar bij ons 85.000 dollar per jaar voor. Bij Azure, Amazon en Google variëren de prijzen – voor exact dezelfde service – van ongeveer 450.000 tot ruim 575.000 dollar per jaar.’ Organisaties met dat type databehoeften zijn onder meer mediabedrijven en universiteiten. De eigenlijke opslag van de data organiseert Wasabi via co-locatie bij datacenterpartners. In Europa gaat het om datacenters in Londen, Parijs, Milaan, Frankfurt en Amsterdam.

Indexeren met AI

Al je data in de cloud opslaan, is natuurlijk maar één aspect van het verhaal. ‘Een bedrijf als FC Liverpool heeft massa’s beeldmateriaal bewaard, al sinds de jaren 60’, zegt Friend. Maar als dat allemaal in de cloud staat, vind je daar – bijvoorbeeld als contentcreator van de club – maar moeilijk in terug wat je zoekt. Dat probleem lost Wasabi AiR op. ‘De tool indexeert bijvoorbeeld een hele wedstrijd, zodat kleine fragmenten makkelijk terug te vinden zijn, zoals een beslissende spelfase of een goal.’

Het laat FC Liverpool toe de fanervaring te verbeteren, bijvoorbeeld door via sociale media heel gericht fragmenten aan te bieden op maat van het profiel van de kijker. ‘Vroeger had je jobstudenten nodig om alle beelden te bekijken en te indexeren. Met AI gaat dat nu uiteraard veel sneller, onder meer via gezichtsherkenning en de detectie van logo’s.’ Een overzicht van de carrière van een oud-speler is dan heel snel gemaakt. ‘Op voorwaarde, uiteraard, dat je beeldarchief eerst helemaal geïndexeerd is.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content