Iedereen aan de opslagsoftware? ‘Klanten willen geen hardware appliances meer’

© Getty Images

Een harde keuze tussen on-premise en cloud blijkt bijna nooit relevant. In de praktijk zoeken bedrijven voor hun data een oplossing die on-prem, edge en cloud combineert. Opslagspecialist Qumulo surft mee op die golf. De appliances van het bedrijf moeten wijken voor software.

Qumulo is een goed voorbeeld van hoe de opslagmarkt verandert. Bij zijn start in 2012 richtte het bedrijf uit Seattle zich vooral op on-premise storage en appliances. Maar de voorbije elf jaar is er veel gebeurd. Vandaag is het ook bij Qumulo al software en cloud wat de klok slaat. ‘We hebben het voorbije jaar vooral de snelheid van onze ontwikkeling opgedreven’, zegt productverantwoordelijke Ryan Farris. Hij werkte een kleine vijf jaar voor Amazon en is sinds begin dit jaar bij Qumulo aan de slag. Data News ontmoette hem in Silicon Valley, in het kader van de IT Press Tour.

Qumulo telt 350 medewerkers en beheert negenhonderd installaties in ruim twintig landen. Klanten zijn onder meer universiteiten, elektronicaproducenten, ruimtevaartbedrijven en media. Referenties zijn bedrijven als Uber, Verizon en Blue Origin. In België werkt het Imeldaziekenhuis uit Bonheiden met Qumulo. De opslag van alle klanten samen is intussen goed voor ruim 3 EB (exabyte) aan data, of samen zowat vijfhonderd miljard files. Pro memorie: een exabyte is duizend petabyte of een miljoen terabyte.

Bijna uit de rode cijfers

‘De snelheid waarmee het datavolume groeit, blijft maar toenemen. We bereikten 1 EB na 6,5 jaar. Anderhalf jaar later zaten we al aan 2 EB, nog eens elf maanden later aan 3 EB. We verwachten dat we straks nog veel sneller aan 4 en 5 EB komen,’ zegt Ryan Farris. De gemiddelde klant heeft 1 PB data op Qumulo. ‘Elke dag creëren onze klanten samen een miljard bestanden en doen ze tweehonderd miljard operaties met hun files. Zowat 90% van die operaties neemt minder dan een milliseconde in beslag.’

Het stijgende datavolume zorgt ervoor dat ook Qumulo als bedrijf groeit. De voorbije zes maanden steeg de omzet met zestig procent. Maar – en dat is toch ook opvallend – daarmee is het bedrijf nog altijd niet winstgevend. ‘Het is ons doel om tegen eind 2024 een positieve cashflow te realiseren’, zegt Farris, en hij meldt dat zijn bedrijf over de middelen beschikt om dat te bereiken. Er is meer dan voldoende runway, zoals dat dan heet. ‘En gelukkig maar, want in het huidige klimaat is het niet makkelijk om vers kapitaal op te halen. Maar daar hebben we dus geen last van.’

Cloud vangt pieken op

De ongestructureerde data bij bedrijven verdubbelt per achttien tot twintig maanden. Maar datagroei is maar één aspect van het verhaal. Een ander is dataspreiding. ‘De klassieke on-premise datacenters verschuiven richting edge’, zegt Ryan Farris. ‘Tegelijk nemen bedrijven ook meer cloud in gebruik. Bovenop die data spread komt de geografische spreiding van de mensen die met de data werken. Teams bevinden zich verspreid over verschillende organisaties, in verschillende landen.’

De cloud is in dat hele verhaal onmisbaar. ‘De cloud is elastisch in gebruik en agile op elk vlak, ook economisch’, stelt Farris. Maar toch: veel bedrijven die voor een cloud-first strategie kozen, komen daar nu van terug. ‘Cloud-smart geniet de voorkeur. Daarom beslissen bedrijven nu vaak om hun grote datavolumes uit de cloud terug te halen.’ Cloud repatriation – het repatriëren van data uit de cloud – is een term die steeds vaker opduikt. En meestal niet van harte, want doorgaans is het een dure operatie. ‘Bedrijven bekijken de cloud stilaan anders. Ze nemen on-premise opslag als basis en schakelen de cloud in om pieken op te vangen.’

Eén oplossing voor het geheel

In de edge – geprangd tussen on-prem en cloud – bevindt zich doorgaans virtuele opslaginfrastructuur. Dat maakt van databeheer en datamobiliteit dan weer een uitdaging. ‘Het gaat erom de juiste data op tijd tot bij de juiste gebruiker te krijgen. Dat is vaak lastig. Opvallend is bovendien dat onze grootste klanten daarbij duidelijk afstand nemen van de hardware appliances. Die willen ze echt niet meer.’

Het verplicht Qumulo om zijn plaats duidelijker af te lijnen. De markt voor on-prem NAS is al druk bezet. De meeste van die oplossingen zijn bovendien aan hardware vastgeklonken. Daar staat tegenover dat zogenaamde cloud-only file services functioneel eerder beperkt zijn. Qumulo wil met zijn product Scale Anywhere een alternatief bieden op basis van software-only NAS. ‘Het is één architectuur, één interface en één licentie voor alle workflows: on-prem, in eender welke cloud en in de edge.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content