‘City of Things’ moet Antwerpen meer economische slagkracht geven
In 2016 zetten Imec, Vlaanderen en Stad Antwerpen de eerste stappen voor haar ‘City of Things’. Een netwerk van slimme sensoren zou Antwerpenaars en bedrijven verbinden met diverse technologische toepassingen. Vandaag zijn al verschillende projecten operationeel.
Het in Antwerpen gevestigde Living Lab van Imec moet de grootste Europese proeftuin worden voor ‘Internet of Things’-toepassingen. Met de door City of Things vergaarde data zullen stad Antwerpen en bedrijven doeltreffende beslissingen kunnen nemen en innovatieve slimme toepassingen bouwen. Het doel is dan ook om Antwerpen meer economische slagkracht te geven, waardoor een duurzamer en beter stadsleven mogelijk wordt.
“Voor de steden van morgen geldt vandaag al survival of the smartest”, stelt burgemeester Bart De Wever. “Meten is weten, dus dat gaan we ook doen. Het is bovendien de eerste stap om Vlaanderen op de wereldkaart te zetten als kennisregio.”
Projecten rond mobiliteit, veiligheid en duurzaamheid
‘City of Things‘ staat in het teken van mobiliteit, veiligheid en duurzaamheid. Een reeds lopend project is dat van bpost, waarbij haar wagentjes via een sensor de luchtkwaliteit meet, waardoor die kan worden verbeterd. Een andere samenwerking is die met het bedrijf REstore, waarmee energieverbruik in real-time wordt gestuurd. Dit moet leiden tot een efficiëntere en goedkopere energieproductie.
Ook een eigen privacy-aanpak werd op touw gezet, waarbij burgers betrokken blijven door middel van digitale interacties. Op niveau van de sensor wordt naar verluidt aan ‘dataminimalisering’ gedaan, waardoor enkel het absolute minimum aan informatie wordt bewaard. Zo is het onmogelijk om informatie af te leiden van één enkele gebruiker.
Stad Antwerpen zal over de periode 2017-2019 zo’n 650.000 euro investeren in het project.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier