Corona dwingt blik richting opslag

. © WOUTER RAWOENS

In crisistijd houdt de CIO alle kostenposten nauwkeurig tegen het licht. Daar spelen de Israëlische start-ups Infinidat en Lightbits bewust op in, met storageoplossingen die on-prem wel de voordelen, maar niet de nadelen van public cloud storage beloven.

Infinidat ging in 2011 van start met een snelle en sterk schaalbare storageoplossing voor grote volumes. Het bedrijf levert naar eigen zeggen opslag die sneller is dan all-flash en die tot 10 PB bruikbaar volume concentreert in een klassieke rack van 42 units. De coronacrisis vertraagt nieuwe IT-projecten, maar brengt evengoed een opportuniteit met zich mee. “Een onderneming heeft altijd nood aan opslag”, zegt CEO Moshe Yanai. “Tegelijk zijn alle ogen op de kosten gericht. We zien dat bedrijven in een crisisperiode geneigd zijn meer risico te nemen om kosten te besparen. Daardoor verliezen de A-merken een stuk marktaandeel. Wie sterk op prijs speelt, heeft in een periode van financiële onzekerheid een concurrentieel voordeel.”

Daarnaast stimuleert de aard van de huidige crisis in sommige gevallen de nood aan storage. Eén van de klanten van Infinidat is een Italiaanse bank, waarvan alle medewerkers van de ene dag op de andere moesten overstappen op thuiswerk. In dat geval kwam het erop aan de bank op heel korte tijd van flexibele storage te voorzien. Bij Infinidat kan dat in principe via drie modellen. In eerste instantie is er de klassieke aanpak, waarbij de klant ‘opslagdozen’ aankoopt en in het eigen datacenter neerzet. Daarnaast biedt Infinidat twee modellen die meer flexibiliteit bieden. “We hebben een oplossing voor capacity on demand“, zegt VP EMEA Dan Shprung. “De onderneming neemt dan meer capaciteit af in functie van haar groei.”

Oplossing zonder engagement

Daarnaast heeft Infinidat nog een opex-model. Ook in dat geval heeft de onderneming een storage box in het eigen datacenter staan, maar betaalt ze enkel voor wat ze gebruikt. Ze kan de capaciteit uitbreiden, maar ook terugschroeven. “Zie het als een vorm van public cloud, maar dan zonder de nadelen ervan”, zegt Dan Shprung. “Hier dus geen nood aan investeringen of ander engagement.” Die vaststelling biedt perspectief aan bedrijven die door een digitale transformatie gaan en daarbij weinig zicht hebben op hoe hun opslagbehoefte zal evolueren.

“Neem nu de adoptie van een mobiele app door de klanten van een bank”, vervolgt Shprung. “Behalve de registratie van een transactie, wil de bank ook heel wat metadata opslaan: de locatie van de gebruiker, het type toestel, de authenticatie van de gebruiker, enzovoort, enzovoort.” Een transactie die op zich maar enkele kilobytes groot is, mondt zo al snel uit in een opslagbehoefte van enkele megabytes. “Bovendien kan de bank onmogelijk voorspellen hoe snel het transactievolume zal stijgen. Om dat aan te kunnen is een heel schaalbare, wendbare infrastructuur nodig.”

Gedeelde flash

Lightbits, een andere Israëlische start-up die zich in storage heeft gespecialiseerd, realiseert een kostenbesparing dan weer door de bestaande storage optimaal te benutten. “De huidige generatie cloud-native applicaties vraagt om een nieuwe benadering van storage”, zegt medeoprichter Avigdor Willenz, die eerder met onder meer Galileo en Annapurna aan de wieg stond van enkele succesvolle IT-bedrijven. “We scheiden opslag en rekenkracht van elkaar”, legt hij uit. De belangrijkste drijfveer daarvoor is de vaststelling dat bedrijven doorgaans maar tien tot vijftien procent van de beschikbare opslagcapaciteit gebruiken, naast nauwelijks de helft van de beschikbare performantie. Lightbits stelt daar software-defined opslag tegenover die optimaal de beschikbare opslag gebruikt. “Zo veranderen we een inefficiënte direct-attached SSD-architectuur in een gedeelde NVMe flash-architectuur. De latency is zo laag dat het lijkt alsof je met lokale flash werkt.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content