Drones moeten binnenkort traceerbaar zijn
Vanaf juli volgend jaar gelden er nieuwe, Europese regels voor drones. Zo zullen de meeste drones tijdens de vlucht traceerbaar en identificeerbaar moeten zijn. En vele dronebestuurders, ook hobbyisten, zullen zich moeten registreren.
Dat viel dinsdag te horen bij de opstart van de Belgian Civil Drone Council (BCDC), een overlegplatform voor alle betrokkenen, gaande van overheden, over politie, leger en luchtverkeersleider skeyes, tot bedrijven.
Drones zijn booming business. Steeds meer bedrijven zien mogelijke toepassingen, zoals pakjeslevering, beveiliging, inspecties enzovoort. En volgens een studie uit 2018 (van technologiefederatie Agoria en consultancybureau PwC) kunnen drones de Belgische economie tegen 2020 een jaarlijkse omzet van 409 miljoen euro en 1.000 extra jobs opleveren.
Sinds 2016 bestaat er Belgische wetgeving. Die is vrij restrictief, zei Kris Clarysse van het directoraat-generaal Luchtvaart en voorzitter van de BCDC. De regels die de Europese Commissie vorige maand publiceerde en die binnen een jaar van kracht worden, zijn heel anders. “Ze boezemen ons een beetje angst in”, erkende minister van Mobiliteit François Bellot (MR).
Er worden bijvoorbeeld minder eisen gesteld aan dronepiloten, drones zullen vrij mogen vliegen tot 120 meter hoogte en ook vluchten buiten het zicht van de bestuurder zullen mogelijk worden. Anderzijds komen er wel strenge regels rond identificatie, aldus Hendrik-Jan Van der Gucht, de innovatiemanager van skeyes. Zo zullen alle drones vanaf 250 gram – “en daar behoren ook veel speelgoeddrones toe” – tijdens de vlucht traceerbaar en identificeerbaar moeten zijn. Ze zullen dus uitgerust moeten zijn met een zendertje. En al wie zo’n drone bestuurt, zal zich moeten registreren zodat het tuig aan hem of haar gekoppeld kan worden.
De regels zullen gelden voor nieuwe drones, preciseerde Van der Gucht. Het implementeren van de Europese regels wordt meteen de eerste grote uitdaging van de nieuwe droneraad. Meer dan honderd personen en organisaties hebben zich ingeschreven om deel te nemen aan een of meerdere van de zes werkgroepen die zich zullen buigen over technologische, operationele en regelgevende issues. “We hebben alle troeven in handen om van de Belgische sector van civiele drones een wereldwijde topspeler te maken”, klonk het.