Duidelijke keuze voor open data en shared services

Ik ben geen ict-expert, maar een overheidsmanager en een belastingbetaler. Ik vermeld dit omdat het debat over “shared services” fundamenteel anders gevoerd wordt in een vergadering met ict-verantwoordelijken dan in een gesprek met gebruikers en politici.

Ik ben geen ict-expert, maar een overheidsmanager en een belastingbetaler. Ik vermeld dit omdat het debat over “shared services” fundamenteel anders gevoerd wordt in een vergadering met ict-verantwoordelijken dan in een gesprek met gebruikers en politici.

Niet verwonderlijk, want ik zou in een vergadering van taxichauffeurs ook niet graag de voordelen van het openbaar vervoer komen bepleiten. Tenzij je de chauffeur van de autobus bent natuurlijk, want dan kan je wel alle argumenten bedenken over hoe het eenvoudiger en goedkoper is om 100 mensen met één voertuig te vervoeren dan met 20. De taxichauffeurs zullen je antwoorden dat zo’n bus niet voor je deur stopt op het moment dat je dat wil en precies naar je bestemming rijdt.

En in ict heb je zowat dezelfde reflexen. Zo heeft de dienst Interne Audit dit voorjaar berekend dat de Vlaamse overheid 1,5 miljoen euro per jaar kon besparen als de 60 agentschappen op één netwerk en met gezamenlijke datacenters zou werken. In de weken nadien las ik vanwege vele ict’ers alle uitstekende argumenten om dat niet te doen. Waarna er enige politieke druk nodig was om iedereen te dwingen toch eens als één overheid te werken in plaats van een bundeling van kleine zelfstandigen. De BBB-hervorming van de Vlaamse administratie in 2004 heeft die verkokering flink versterkt, omdat de autonomie van elk agentschap zeer ruim wordt geïnterpreteerd. Op federaal vlak is het overigens niet zoveel beter, op uitzondering van de sociale zekerheidsinstellingen die al sinds WO II samenwerken rond wat toen nog mechanografie heette. De zelfstandige informatisering van Justitie is ondertussen legendarisch.

Voor de gemeenten zijn er andere overwegingen die er eigenlijk op neerkomen dat de 308 Vlaamse gemeenten vaak los van elkaar exact hetzelfde moeten bouwen en exploiteren. En we kunnen alleen maar betreuren dat de grote steden zonder probleem performante ict laten draaien, maar een kleine plattelandsgemeente moet zich vaak tot het hoogstnodige beperken. Dat begint eigenlijk al doordat de Vlaamse overheid vaak decreten en besluiten publiceert maar het aan elk van de gemeenten overlaat om die uit te voeren. Daar zit natuurlijk een flink stuk “gemeentelijke autonomie” tussen, maar een goede suggestie vanwege de gemeenten zelf was om de it-analyse van een nieuwe regelgeving één keer centraal uit te werken eerder dan elke gemeenten hetzelfde werk te laten doen.

Nu evolueert een en ander gelukkig wel in de goeie richting. De regering heeft onder Minister Bourgeois vrij radicaal gekozen voor generieke toepassingen en shared services. Het principe van “comply or explain” zou ingang moeten vinden om te vermijden dat we nog meer los van elkaar gaan werken. Met Corve hebben we steeds meer trafiek op het Magda-platform dat de gegevensstromen met de authentieke gegevensbronnen integreert en tegelijk vermijdt dat iedereen apart een lijntje naar de KSZ moet trekken. Eerstdaags komt een toepassing ter beschikking waarbij elke gemeente voor zijn grondgebied alle bedrijven, ook scholen en welzijnsvoorzieningen op een landkaart kan presenteren. We hebben dit centraal gebouwd, en elke gemeente kan het gratis integreren in haar website of andere toepassingen.

En we zijn begonnen aan de bouw van de “Interbestuurlijke Producten- en Diensten Catalogus”. Dat is een bouwsteen waarbij over alle overheidsniveaus heen een bepaalde overheidsdienst (bijvoorbeeld uitreiking van een bouwvergunning) zo wordt gecatalogiseerd dat de burgers op één plek kunnen zien waar ze voor die dienst terecht kunnen op het Vlaamse, federale en gemeentelijke niveau.

Ik kijk nu trouwens al uit naar hoe de overheidssector de evolutie naar cloud computing zal verwerken. De Vlaamse administratie – die sinds een outsourcing al meer dan tien jaar geen eigen exploitatie meer doet van zijn centraal data center – heeft de kleinste stap te zetten, die zelfs de zware investering in een nieuw rekencentrum kan besparen. In elk geval hoop ik dat de privacycommissie relatief snel algemene richtlijnen opstelt van hoe we met cloud kunnen omgaan. Want het is niet evident om persoonsgegevens of staatsgeheimen op een buitenlandse server te stockeren.

En omdat we ons van de problematiek goed bewust zijn, organiseert Vlaanderen op 14 december een Europese conferentie over het eGovernment van de gemeenten. In wat ik de “Citadel Statement” hebt gedoopt hebben nu 128 mensen uit 18 lidstaten samen een concreet actievoorstel uitgewerkt van wat Europa en de lidstaten moeten doen om lokaal egov te ondersteunen. Open Data en Shared Services staan hoog op de agenda.

Geert Mareels Vlaams E-Governmentmanager

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content