Europese Rekenkamer tikt België op de vingers: uitrol 5G gaat te traag
De kans is klein dat België de Europese doelstellingen voor 2025 haalt rond 5G. Tegen dan moeten de grote steden en transportroutes uitgerust zijn met de nieuwe technologie.
In een verslag van de Europese Rekenkamer, opgesteld door voormalig Vlaams en Federaal minister Annemie Turtelboom (Open VLD), vandaag lid van de Rekenkamer, waarschuwt men dat de doelen die de EU voorop heeft gesteld niet zullen worden gehaald. De Rekenkamer betreurt dat omdat de komst van 5G kan zorgen voor een extra BBP van 1 biljoen euro in heel Europa, en twintig miljoen aan nieuwe of getransformeerde jobs.
Concreet werd in 2016 bepaald dat er tegen 2025 5G moet zijn in stedelijke gebieden en op belangrijke transportroutes. Tegen 2030 moet er in heel de EU 5G zijn. Maar slechts de helft van de lidstaten heeft dat ook daadwerkelijk in hun nationale 5G-strategie opgenomen.
De Europese Rekenkamer schat de kans klein dat België, Bulgarije, Kroatië, Cyprus en Griekenland de doelstellingen van 2025 zullen halen. Dat brengt ook de toekomstige doelen voor 2030 in het gedrang. Voor landen als Oostenrijk, Tsjechië, Estland, Duitsland, Ierland, Polen en Litouwen acht men de kans middelgroot.
Twee jaar vertraging
Voor België ligt dat onder meer aan het politiek gekibbel, gevolgd door verkiezingen en een moeilijke regeringsvorming, waardoor de 5G-veiling twee jaar vertraging opliep. Die veiling wordt momenteel opgestart en zal tegen juni klaar zijn. Vanaf dan kunnen de operatoren 5G commercieel op grote schaal uitrollen.
‘Omdat veel lidstaten achterlopen, plukt de EU nog lang niet de vruchten van 5G’, stelt Annemie Turtelboom die als lid van de Europese Rekenkamer dat verantwoordelijk is voor het verslag. ‘Bovendien blijft de aanpak van de lidstaten inzake de veiligheid van 5G, en vooral de noodzaak van een gecoördineerde aanpak, een kwestie van strategisch belang voor de technologische soevereiniteit en de eengemaakte markt van de EU.’
Veiligheidsrisico’s en beperkte keuze
Het verslag vraagt ook bijzondere aandacht voor de beveiligingskwesties, en dan specifiek rond leverancierkeuze. Zo benadrukt het dat zes van de acht grootste telecomleveranciers van buiten de EU afkomstig zijn en dat dat een risico kan vormen voor de bescherming van persoonsgegevens. Concreet gaat het om wanneer de controlecentra niet in EU-landen staan.
Het merkt op dat slechts een dertiental lidstaten intussen wetten hebben die apparatuur van leveranciers met een hoog risico uitsluit. Nederland, Duitsland en Frankrijk zijn daarbij, België en Luxemburg niet. Al moeten we nuanceren dat de drie netwerkoperatoren die vandaag actief zijn allemaal kiezen voor Europese spelers Nokia en Ericsson voor de uitrol van 5G.
Europa heeft daar sinds begin 2020 haar EU toolbox voor, die er vooral kwam om Chinese spelers Huawei en ZTE te weren. Maar het merkt op dat in sommige landen al leveranciers werden gekozen voor die toolbox er was. De auditors van het rapport zijn bezorgd dat gegevens van EU-gebruikers zo mogelijk onderhevig worden aan buitenlandse wetgeving. Tegelijk stelt het dat een gecoördineerde aanpak rond veiligheid onder de lidstaten bemoeilijkt.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier