Facebook geeft gelimiteerde inzage in advertentiedatabank
Na enkele jaren van over-en-weer rond de vraag of Facebook een invloed heeft op verkiezingen, gaat de techgigant nu toelaten dat er effectief onderzoek naar gebeurt. Zolang dat onder de eigen voorwaarden is.
Facebook geeft zestig academische onderzoekers van 30 instituten in elf landen toegang tot zijn data. De onderzoekers krijgen daarbij specifiek toegang tot enkele API’s. Een daarvan laat publieke Facebook- en Instagram-berichten zien, verder is er een API rond advertenties met politieke en maatschappelijke insteek, en eentje die data geeft over url’s die gedeeld werden op het sociale netwerk. Het gaat om gegevens van januari 2017 tot februari 2019, waardoor de twee bij ons meer gekende gevallen van mogelijke beïnvloeding buiten de database vallen: het Brexit-referendum, en de presidentsverkiezingen in de Verenigde Staten in 2016.
Sinds het Cambridge Analytica-schandaal krijgt het platform veel kritiek over de manier waarop het omgaat met politieke advertenties en propaganda. Het is dan ook niet de eerste keer dat Facebook een project lanceert dat de druk op het netwerk wat moet verlichten. Een maand geleden opende het al een ‘Ad Library’, een doorzoekbare databank voor historische advertentiegegevens. Een leuk project dat, volgens critici, echter niet doet waar het voor gemaakt is: onderzoek mogelijk maken. Non-profitorganisatie Mozilla bekeek de API en noemt hem nutteloos. In een blogpost schrijft de organisatie dat het om niet veel meer gaat dan ‘transparency-washing’, een marketingstunt, omdat de databank voor onderzoekers onbruikbaar is. “De API levert niet de nodige data”, schrijft Mozilla. “Ze is ontworpen op een manier die belangrijk werk van onderzoekers verhindert.”
Transparantie?
De structuur, zo beargumenteert de organisatie, is niet zoals die van de meeste onderzoeksdatabanken. In plaats van alle advertentiegegevens te tonen en toe te laten om daarin te gaan verfijnen, moet een onderzoeker bij Facebook op specifieke zoektermen gaan zoeken, en wordt hij of zij gelimiteerd in hoeveelheid zoekopdrachten. “En omdat je geen data in bulk kunt downloaden, en de advertenties in de API geen uniek identificatienummer krijgen, is het onmogelijk om een volledig beeld te krijgen van alle advertenties die op het Facebook-platform lopen”, zo gaat Mozilla verder.
Omdat ook doelcriteria en populariteitsinformatie voor de advertenties ontbreken, zou het al helemaal onmogelijk worden voor onderzoekers om te zien tot wie die advertenties gericht zijn, en hoe effectief ze blijken. En laat dat nu net het soort onderzoek zijn dat zou kunnen bekijken welke impact het netwerk op de democratie heeft.
Voor Facebook is het natuurlijk een lastige zaak om zijn hele businessmodel open te stellen voor onderzoek, zeker wanneer de kans vrij groot is dat er nog extra lijken uit de kast vallen. Anderzijds lijkt het breed uitpakken met transparantie-initiatieven, die uiteindelijk niet zo transparant blijken, ook niet meteen het vertrouwen te herstellen. Zeker als blijkt dat het platform pogingen rond effectief onafhankelijk onderzoek vaak zoveel mogelijk probeert te blokeren.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier