Federaal ict-plan: ambitieus maar weinig concreet

Staatssecretaris voor Ambtenarenzaken en Informatisering Hendrik Bogaert is van plan om ICT-‘pooling’ in te voeren bij de federale overheid. Zeven brede “domeinen” zouden de grondslag vormen van dit ‘pooling’-initiatief: e-mailsystemen, digitale archivering en opslag, telefoniesystemen, websites, netwerken, servers en gezamenlijke aanbestedingen.

Staatssecretaris voor Ambtenarenzaken en Informatisering Hendrik Bogaert is van plan om ICT-‘pooling’ in te voeren bij de federale overheid. Zeven brede domeinen zouden de grondslag vormen van dit ‘pooling’-initiatief: e-mailsystemen, digitale archivering en opslag, telefoniesystemen, websites, netwerken, servers en gezamenlijke aanbestedingen.

Als goede huisvader moet je dit plan natuurlijk toejuichen: het is een voorbeeld van economisch denken waarbij ict-resources efficiënter worden ingezet en waarbij schaalvoordelen en sterkere onderhandelingsposities kunnen leiden tot aanzienlijke kostenbesparingen. Eindelijk eens een voorstel van een minister of staatssecretaris waarbij niet wordt gepraat over nieuwe belastingen maar over besparingen.

Toch is dit plan wel heel erg ambitieus. Op dit ogenblik is de federale ict versnipperd over alle overheidsdiensten. Een gemeenschappelijk beleid op het vlak van ict is er tot nu toe nooit geweest: Elke FOD heeft steeds zelfstandig gekozen en beslist over de ict-systemen die worden ingezet. En nu zouden de ict-afdelingen binnen de FOD’s hun macht moeten afstaan aan… Ja, aan wie? Wie zal nu het initiatief nemen om een gemeenschappelijke aanbesteding uit te schrijven voor bijvoorbeeld servers? Zal het staatssecretariaat dit zelf doen? Ik vermoed van niet. En welke eindeloze discussies gaan we tegemoet als het gaat over het merk en het type van de aan te besteden servers? Zal een FOD bereid zijn om hun ‘oerdegelijke’ server van het merk X te vervangen door een ‘zwakker’ broertje van het merk Y? Wie zal in dit geval deze knoop ontwarren?

De staatssecretaris heeft ook de e-mailsystemen weer op tafel gelegd. Maar wat wil hij hiermee bereiken? Is het de bedoeling dat er één gemeenschappelijk e-mailplatform wordt gecreëerd? Bestond dit niet? Zal er ook worden nagedacht om eventueel het volledige e-mailgebeuren in de cloud te plaatsen? Mag dat een publieke cloud zijn? Zullen alle FOD’s wel bereid zijn om dergelijke overstap te overwegen? Of zal dergelijk dossier heel snel terug in de diepvries worden gestopt omwille van mogelijke inbreuken op de privacy?

In het plan lees ik voorlopig niets over het ict-personeel. ‘Pooling’ van informatici zou toch ook wel heel erg nuttig zijn om tijdelijke ondercapaciteit op te vangen of om sterk gespecialiseerde ict-profielen stand-by te houden voor de overheidsdienst die erom vraagt. Zouden we met dit initiatief niet heel veel dure externe consultants en informatici kunnen uitsparen?

En waarom staat security niet in het plan? Recente voorvallen tonen aan dat er aan dit onderwerp ook bij de FOD’s voldoende aandacht moet worden besteed. Dit expertisedomein zal ongetwijfeld in de toekomst nog steeds heel erg belangrijk blijven.

Deze beperkte voorbeelden duiden aan dat het plan erg mooi en ambitieus is maar (nog niet) erg concreet. Zou de federale regering durven beslissen om te starten met één professioneel uitgebouwd, zwaar beveiligd computercentrum waar informaticadiensten in de cloud worden aangeboden aan de federale overheidsdiensten die erom vragen? Zijn de FOD’s wel akkoord om bijvoorbeeld hun e-mail, hun websites,… op deze private overheidscloud te plaatsen? Zou de federale regering initiatieven durven nemen om de beslissingsbevoegdheid over informatica stapsgewijs te centraliseren? Welke instantie zal instaan voor de ‘pool’ van ict-medewerkers?

Er blijven heel veel vragen open. De lancering die de staatssecretaris heeft gedaan is een verdienstelijke start maar moet heel snel in concrete actieplannen worden uitgewerkt. Dit is het moeilijke werk. Ik ben bang dat echte beslissingen veel té lang zullen uitblijven. Maar ik hoop van harte dat de staatssecretaris de kruissnelheid waarmede hij is gestart, kan aanhouden en veilig kan landen.

Prof. dr. Carlos De Backer Universiteit Antwerpen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content