Houden jongeren wel van ICT?
In de voorbije jaren hebben diverse instanties (Agoria, Cevora, instellingen hoger onderwijs…) heel wat inspanningen geleverd om jongeren te motiveren om studies in de richting van ICT aan te vatten. Met veel tromgeroffel werd in september van dit jaar aangekondigd dat het aantal “ICT-generatiestudenten in 2011 met ongeveer 5 % is gestegen” (Agoria 28-09-2011).
In de voorbije jaren hebben diverse instanties (Agoria, Cevora, instellingen hoger onderwijs…) heel wat inspanningen geleverd om jongeren te motiveren om studies in de richting van ICT aan te vatten. Met veel tromgeroffel werd in september van dit jaar aangekondigd dat het aantal “ICT-generatiestudenten in 2011 met ongeveer 5 % is gestegen” (Agoria 28-09-2011). Dit bericht is echter nog geen reden om een vreugdefeest te organiseren. Het aantal openstaande vacatures is namelijk heel wat groter dan het aantal ICT-studenten die binnen ettelijke jaren zullen afstuderen. Een echt evenwicht tussen vraag en aanbod is ook in de nabije toekomst niet onmiddellijk te verwachten.
Heel wat studies werden reeds uitgevoerd om te peilen waarom jongeren soms een grondige afkeer hebben van “informatica”. Een vaak gehoorde reden bij de jeugd verwijst naar het “saaie informaticavak” in het middelbaar onderwijs. Tot mijn ergernis wordt bureauticasoftware nog steeds als belangrijke informaticakennis in het middelbaar onderwijs opgevoerd. Is men dan vergeten dat deze kinderen zijn opgegroeid in een (semi) digitale maatschappij waarbij computers een gebruiksvoorwerp zijn geworden? De jeugd heeft geen grote problemen om een tekst in te voeren of om een presentatie in Powerpoint op te maken. Dit is gewoon hun dagelijkse leefwereld. Tijdens en na hun middelbare studies krijgt de term “informatica” dan ook steevast het etiket “saai” opgespeld.
Maar ook universiteiten en hogescholen moeten in eigen boezem durven kijken. Als de jeugd dan toch een afkeer heeft van de termen “informatica” en “ICT” waarom noemen we onze opleidingen dan ook steeds “Electronica-ICT”, “Wiskunde-informatica”, “Handelsingenieur in de Beleidsinformatica”,…? Laat ons het woord “informatica” en de afkorting “ICT” toch afschaffen. Zouden termen als “bedrijfsarchitect”, “informatiearchitect”, “procesarchitect”,… niet veel aantrekkelijker zijn voor de jeugd en tevens beter omschrijven wat we met onze opleidingen willen realiseren?
En wat zoeken onze bedrijven? De vraag naar “technische” informatici (systeem- en netwerkbeheerders, programmeurs,…) neemt voortdurend af. Grote organisaties en adviesbedrijven verhuizen deze technische activiteiten naar andere landen waar er nog voldoende (goedkope) “resources” aanwezig zijn. Ook de opkomst van “cloud computing” zal deze trend verder versnellen. Organisaties vertellen mij voortdurend dat ze mensen nodig hebben die “dicht bij de business staan” en/of die een “outsourced” of “offshored” project kunnen begeleiden. Over techniciteit wordt bijna nooit meer gepraat. Waarom blijven we onze studenten dan voortdurend overstelpen met de bespreking van CSMA/CD-frames en de interne velden van een IPv4-pakket?
Maar ook naar het woord “business” wordt onvoldoende geluisterd. Zijn er studenten die vandaag worden voorbereid om als tussenschakel te fungeren in de medische wereld, in de advocatuur, in het notariaat, in de sociale sector, in de overheid,…? Ook dit is “business”. Het antwoord op de vraag laat zich hier raden. Toch zou het niet onverstandig zijn om ook voor deze sectoren en/of beroepen degelijk geschoolde medewerkers op te leiden die een uitstekende kennis hebben van hun “business” maar tevens in staat zijn om vlot te communiceren met de “technische” uitvoerders.
Het wordt dus dringend tijd om alle partijen (middelbaar en hoger onderwijs, leerlingen en studenten, bedrijfswereld, overheid,…) samen te brengen om naar elkaar te luisteren. Het geleuter over “de bedrijfswereld weet niet wat ze willen” of “het onderwijs luistert niet naar ons” moet ophouden. Indien we innovatie belangrijk achten dan moeten we innovatie op het vlak van informaticaonderwijs ook durven aankaarten. Wie neemt de handschoen op?
Prof. dr. Carlos De Backer
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier