Huawei wil ‘eerste echte alternatief’ zijn voor iOS en Android
Huawei komt op zijn niet-MWC presentatie met een reeks nieuwe hardware, een uitzonderlijk dure opvouwbare telefoon en het zelfvertrouwen van een bedrijf dat het wil opnemen tegen een wereldmacht.
Wegens ‘MWC afgelast’ volgen we de presentatie die normaliter door de wereldpers in Barcelona zou worden bijgewoond gewoon vanuit de Huawei-kantoren in Brussel, via streaming. Tussen de opvouwbare smartphone en de nieuwe hardware gadgets die worden voorgesteld vallen ook de eerste stappen naar een eigen, volwaardig ecosysteem op.
De foldable, versie 2
Opvallendste nieuwe product is waarschijnlijk wel de tweede versie van Huawei’s opvouwbare telefoon. De Mate X werd vorig jaar al eens getoond maar is nu terug. Het nieuwe toestel, de Mate Xs, heeft opengevouwen een schermdiameter van 8 inch en klapt dicht met het scherm aan de buitenkant. Zo krijg je opgevouwen een smartphone met een schermdiameter van 6.6 inch aan de voorkant, en 6.38 aan de achterkant. In de praktijk zal je vooral het voorste scherm en het uitgevouwen scherm gebruiken. De achterkant werkt op dit moment alleen wanneer je een selfie neemt.
Het toestel is een upgrade van de Huawei Mate X, en zou betere prestaties moeten leveren voor minder energiegebruik. Huawei schermt met 7,5 uur batterijleven bij zwaar gebruik, en een snelle laadtijd van een half uur. Onder de motorkap zit Huawei’s eigen chip, de Kirin 990, die 5G ondersteunt. Het ding heeft vier camera’s, waaronder een 40MP supersensing wide camera met 3x optische zoom, een 8MP telephoto lens en een 16MP breedbeeldlens.
Die foldable gebruikt overigens nog Android 10, met het jasje van Emui 10 erover, Huawei’s eigen OS-laag. Nieuw daar is een ‘multi window’ systeem, vergelijkbaar met, euh, Windows, waarmee je beter gebruik kunt maken van je grotere scherm. Het systeem laat je bijvoorbeeld twee vensters naast elkaar openzetten en bijvoorbeeld afbeeldingen van één venster naar een chatbericht slepen. Apps die Huawei’s eigen App Multiplier UIKit ondersteunen werken bovendien beter in landschapsmodus, waardoor je ook wat hebt aan dat grote scherm.
Richard Yu drukt er bij de lancering op dat het scherm is gemaakt van ‘optische polyimide’, een van ‘s werelds meer dure elementen, en dat ook het mechanische vouwgedeelte is opgepoetst met een metaal dat op zirconium is gebaseerd. We leren snel waarom: richtprijs van het toestel is een ontstellende 2.499 euro, voor de versie met 8GB +512 GB. Het toestel wordt in maart wereldwijd gelanceerd en komt ook naar enkele winkels in ons land.
De olifant in de kamer
Laten we het dan maar even over Android hebben. De nieuwe foldable draait op Android 10: het besturingssysteem is openbron en kan dus vrij gebruikt worden. Veel andere Google diensten zijn dat echter niet. Zoals je kan lezen in onze review van de P30 Pro betekent dat onder meer dat je heel wat appjes moet side-loaden, of dat je pop-ups krijgt rond Google services. Huawei is hard bezig om daar overal een alternatief voor te zoeken, te beginnen met de Google Play Store. “We willen investeren in onze eigen App Gallery om consumenten meer opties te geven”, zegt Yu daarover, al klinkt dat toch ook een beetje als ‘we moeten wel’.
En als ze dan toch moeten, dan wil Huawei meteen opboksen tegen die andere twee grootheden, de iOS App Store en de Google Play Store. Het bedrijf is zijn App Gallery aan het uitbreiden met een hoop nieuwe apps en brengt ook een developer kit uit voor zijn eigen systeem, de HMS core 4.0. Daarnaast gaat het partnerschappen aan met lokale ontwikkelaars om regionale apps te brengen (en ook een beetje om consumenten gerust te stellen). Denk daarbij bijvoorbeeld aan kranten-apps.
“We willen het eerste echte alternatief zijn voor de twee groten in de Westerse markt, en daartoe willen we veilig en geloofwaardig zijn”, zegt Erwin van der Weerden, de Belgische marketing director. In België toont hij daarom trots een partnerschap met Itsme, de identificatie-app waarmee je op je bank kunt inloggen en je belastingen kunt doen. Qua teken kan dat misschien wel tellen.
En moest het nog niet duidelijk zijn: “We zijn in regel met privacyrichtlijnen als de GDPR”, zegt Yu vanop zijn gestreamde podium in Barcelona, “Zo blijven de gegevens van Europese gebruikers in onze Europese datacenters.”
Een eigen ecosysteem
Met zijn eigen apps en zijn eigen software wil Huawei, volgens Belgische country director Allan Yeo “consumenten naadloos laten bewegen tussen hun smartphone, hun wearables, hun pc, tablet en IoT-toestellen.”
Dat Huawei naast de Googles en Apples van deze wereld wil staan, moet dan ook blijken uit de plannen rond wat het bedrijf zelf ‘1+8+n’ noemt. Het is een wat gekke manier om aan te geven dat het een eigen ecosysteem van hardware aan het opbouwen is. De ‘1’ is de smartphone, waarmee je via Huawei Share een achttal andere soorten toestellen kunt bedienen, van smart speakers over tablets tot laptops.
De leukste versie daarvan is de zogeheten ‘screen collaboration’ tussen twee toestellen. De toestellen vinden elkaar via nfc of een gescande QR-code, en blijven verbonden via Bluetooth. Eens je zo twee toestellen gelinkt hebt, kan je bijvoorbeeld het ‘scherm’ van je smartphone openen op je laptop om foto’s naar je pc te ‘swipen’, of je zet een presentatie van je laptop snel over naar je smartphone. Het zou zelfs mogelijk moeten zijn om een stukje tekst te copy-pasten van je laptop en te droppen in sms’je. Coole tech waar Huawei al een tijdje mee experimenteert, maar waarvoor het nu een hoop nieuwe toestellen heeft om mee te spelen, zoals een nieuwe tablet en enkele laptops.
De ‘n’, tot slot, zijn de Internet of Things (ze denken bijvoorbeeld aan slimme stofzuigers) waarmee Huawei partnerschappen heeft afgesloten en die je dus eveneens vanop je smartphone kunt aansturen. Voor die partners brengt het bedrijf overigens een eigen 5G module uit, die producenten kunnen inbouwen om van hun producten IoT-toestellen te maken.
Gelinkte hardware
Huawei kondigt naast de opvallende Mate Xs nog enkel andere toestellen aan, waaronder een tablet voor zakelijke gebruikers. De MatePad Pro heeft een scherm met een diameter van 1.8 inch, een resolutie van 2560×1600 en is uitgerust met 5G. Voor een zakelijk toestel is het ook duidelijk bedoeld om filmpjes te kijken, met onder meer een helder kleurenscherm en vier sprekers. “Niet alleen gaan die heel luid, ze geven ook een heel goede kwaliteit van geluid”, aldus Yu. Daarnaast moet een ‘far field sound pickup’ microfoon ervoor zorgen dat je van op afstand tegen het tablet kunt spreken om de assistent te gebruiken. Onder de motorkap, die in vier kleurtjes komt, zit een Kirin 990 5G chip. In België liggen de prijzen van het toestel tussen 599 euro en 799 euro, voor de versie met 8GB RAM. Het toestel zal vanaf april in ons land beschikbaar zijn.
Er is ook een nieuwe MateBook X Pro, Huawei’s high end laptop. Die komt, net als de tablet, met ‘multi screen collaboration’, en je hebt hem voor 1.499 tot 1.999 euro, vanaf april in ons land. Daarnaast zijn er nog enkele betaalbare laptops, waaronder een MateBook D15″, voor 649 euro, deze maand uit, en een iets kleinere MateBook D14″ voor een prijs tot 799 euro, vanaf april beschikbaar. Al deze toestellen hebben ook weer de mogelijkheid om gelinkt te worden aan smartphones. Huawei komt tot slot met een slimme speaker (de Sound X, vanaf juni) en een eigen wifi router met ondersteuning voor WiFi 6+ (de AX3, vanaf mei).
Tot de derde macht
“2020 zal een uitzonderlijk jaar worden voor Huawei”, zegt Andrew Garrihy aan het begin van de presentatie. Dat wordt het hoe dan ook, al is de vraag maar in welke zin. Zijn bedrijf schermt graag met cijfers waaruit moet blijken dat het, ondanks de problemen met de VS en de beschuldigingen allerhande, toch goed gaat met Huawei. Een groei van 18 procent jaar op jaar, bijvoorbeeld, en inkomsten van 850 miljard yuan (omgerekend zo’n 111 miljard euro). Ook de smartphoneverkoop steeg, zegt Richard Yu, met 16,8 procent jaar op jaar.
Afhankelijk van wie je het vraagt is het bedrijf momenteel de tweede grootste smartphonemaker ter wereld. Met zijn infrastructuurwerken heeft het klanten wereldwijd, vooral in Azië en Afrika, maar ook een niet te onderschatten deel in Europa. Het heeft al bij al dus nog best lang geduurd voor het bedrijf zich als echt alternatief voor een Apple of een Android in de markt ging zetten. De handelsembargo’s hebben een en ander duidelijk in een stroomversnelling gebracht, en de vraag nu of Huawei er klaar voor is.
Veel van wat we hier gepresenteerd zien lijkt dan ook sterk op spierballengerol van een bedrijf dat wil tonen dat het nog niet uit de match ligt. Een telefoon van 2.500 euro is niet het soort toestel dat veel mensen gaat verleiden. Niet voor die prijs, en al zeker niet met de onzekerheid die er rond de software hangt. Het doet dan ook meer denken aan een showmodel waarmee Huawei zijn technische kunnen aan de wereld wil tonen. De technologische versie van een blinkende glazen Trump tower. Huawei is alvast niet slecht geplaatst om te proberen naast Apple te staan. Op economisch vlak is het daar al, op technologisch, en vooral op softwarevlak, moet het dat dit jaar vooral bewijzen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier