Illegale online handel draait omzet van ruim 200 miljoen euro

De zwarte economie van gestolen informatie en frauduleuze online diensten heeft een jaaromzet van 219 miljoen euro.

De zwarte economie van gestolen informatie en frauduleuze online diensten heeft een jaaromzet van 219 miljoen euro.

De zwarte online economie wordt blootgelegd in het Report on the Underground Economy. Dat rapport is samengesteld op basis van gegevens die zijn verzameld door de Star-divisie (Security Technology and Response) van Symantec. Die security-tak van de antimalwareleverancier heeft in de tweede helft van 2007 en de eerste helft van 2008 data vergaard van handelsplaatsen in de ondergrondse economie.

Daarbij zijn er vele aanbieders en afnemers, maar ook enkele grote handelaren die ieder al voor miljoenen euro’s verkopen. Van de bijna 70.000 individuele aanbieders was de top 10 alleen al goed voor 12,9 miljoen euro aan creditcardgegevens en 1,6 miljoen euro aan bankrekeningen.

De door Symantec geschatte jaaromzet van 219 miljoen euro is nog relatief bescheiden. De potentiële waarde, op basis van de vraagprijzen van aanbieders, is vele malen hoger. Niet alle goederen en informatie worden echter verkocht, of tijdig verkocht. Data zoals toegangsgegevens zijn soms namelijk beperkt houdbaar.

De meest aangeboden ‘artikelen’ zijn creditcardgegevens, met 31 procent van het totaal. Gestolen creditcardnummers hebben per stuk een lage waarde, van zo’n 8 eurocent tot 20 euro per kaart. Met die creditcards zijn natuurlijk wel flinke kredietlimieten binnen te halen, tot meer dan 3000 euro per kaart. Zo loopt de totale waarde volgens Symantec op tot zo’n 4,2 miljard euro.

Het tweede populairste zijn gestolen gegevens voor bankrekeningen, met 20 procent van het totale zwarte aanbod. De waarde per stuk daarvan ligt tussen de 8 en 800 euro. Het gemiddelde saldo per bankrekening is ruim 30.000 euro. De totale waarde van dit ‘artikel’ ligt daarmee op 1,4 miljard euro, rekent Symantec.

De ondergrondse economie is wereldwijd verspreid en gebruikt ook middelen in weer andere landen. Tijdens de onderzoeksperiode van juni 2007 tot juli 2008 bevond 45 procent van de ondergrondse servers zich in Noord-Amerika. Nog eens 38 procent stond in Europa, het Midden-Oosten en Afrika.

In samenwerking met Computable