IMOB-technologie grijpt in wanneer autobestuurder niet oplet

Het Instituut voor Mobiliteit (IMOB) van UHasselt zal de komende drie jaar - samen met internationale onderzoekscentra en bedrijven - onderzoeken hoe technologie de verkeersveiligheid kan verbeteren. © Belga

Het Instituut voor Mobiliteit (IMOB) van UHasselt zal de komende drie jaar – samen met internationale onderzoekscentra en bedrijven – onderzoeken hoe technologie de verkeersveiligheid kan verbeteren.

Dat moet gebeuren via een sensor in het stuur van de wagen die monitort of de bestuurder wel oplet, waarna de technologie tijdens de autorit kan ingrijpen. Tijdens dit Horizon2020 EU-project zullen zowel testen in de rijsimulator als op de openbare weg – ook in Hasselt – plaatsvinden.

Van de factoren mens, voertuig en omgeving blijft de mens de grootste oorzaak van verkeersongevallen. ‘De afgelopen jaren hebben autoconstructeurs al massaal sensoren en camera’s in wagens ingebouwd die bij gevaarlijke situaties de chauffeur verwittigen of zelfs ingrijpen, bijvoorbeeld door automatisch te vertragen bij een file of obstakel op de weg’, zegt prof. dr. Tom Brijs, coördinator van de internationale studie.

Een volledige automatisering met enkel nog zelfrijdende auto’s blijkt echter nog veraf. ‘We gaan komen tot een soort van tussenfase, waarbij het alsmaar minder duidelijk wordt wie nu zal reageren: de chauffeur of de wagen’, legt Brijs uit. ‘Sommige wagens kunnen nu bijvoorbeeld al tijdens lange ritten op autosnelwegen op automatische piloot rijden, maar wat als je als chauffeur toch opeens moet ingrijpen? Hoe kan de wagen weten dat jij op dat moment oplet?’

In een eerste fase zullen de onderzoekers het rijgedrag en de bestuurder monitoren. Zo wordt de alertheid van de bestuurder met behulp van van sensoren in het stuur in de rijsimulator gemonitord. Ook de emotionele toestand van de bestuurder wordt gemeten, aangezien die het rijgedrag kan beïnvloeden.

Via het hartritme wordt bepaald wie achter het stuur zit, en of die bestuurder gestresseerd, vermoeid of afgeleid is. Daaruit zal de technologie concluderen of de bestuurder controle heeft over het voertuig. Indien nodig kan het voertuig een waarschuwingssignaal of instructie geven, of zelf ingrijpen. ‘Tot nu weet een auto heel weinig over de chauffeur. Nochtans kan dat belangrijk zijn, want wanneer een auto weet dat een chauffeur plots minder alert is, zou de wagen kunnen ingrijpen en eerder waarschuwen om potentieel gevaarlijke situaties te ontmijnen’, licht Brijs toe.

In de tweede onderzoeksfase zetten de onderzoekers in op interventie, met name door technologie uit te testen die effectief ingrijpt. Dat kan in realtime waarbij de wagen instructies geeft aan de bestuurder tijdens de rit, maar ook sensibiliserend via een camera in de auto die na de rit de gevaarlijke verkeersmanoeuvres aan de bestuurder toont.

i-DREAMS is een door Europa gefinancierd Horizon 2020 project waaraan 13 partners in 8 landen meewerken. Naast de auto richt het onderzoek zich ook op technologie voor vrachtwagens, bussen en treinen. IMOB zal eerst testen met de rijsimulator uitvoeren, waarna testen op de openbare weg zullen volgen. Ook in Portugal, Griekenland, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk zullen testen plaatsvinden.

Partner Content