Innovatieve regio zkt vrouw

Woensdagavond gingen in Brussel 600 ‘technoladies’ samen op de foto. Technoladies – dat zijn vrouwelijke technici, lassers, ingenieurs, ICT-ers, … – zijn niet langer vreemde vogels die je alleen bij hoge uitzondering eens tegenkomt. Maar toch, we mogen nog een tandje moeten bijsteken: we verspillen nog steeds veel te veel vrouwelijk talent.

Woensdagavond gingen in Brussel 600 ‘technoladies’ samen op de foto. Technoladies – dat zijn vrouwelijke technici, lassers, ingenieurs, ICT-ers, … – zijn niet langer vreemde vogels die je alleen bij hoge uitzondering eens tegenkomt. Maar toch, we mogen nog een tandje moeten bijsteken: we verspillen nog steeds veel te veel vrouwelijk talent.

Vlaanderen heeft ambitie en wil uitgroeien tot een industriële topregio. Innovatie is daarbij één van de sleutelelementen. In mei werd het budget voor innovatie dan ook opgetrokken met 65 miljoen euro, en tot en met 2014 voorziet de Vlaamse Regering jaarlijks minstens 60 tot 70 miljoen euro bijkomende middelen voor onderzoek en ontwikkeling. Bovendien worden via competentiepolen verschillende industriële sectoren in transformatie extra ondersteund.

Maar een regio die wil innoveren, heeft vooral goed gekoesterd en ten volle ontwikkeld menselijk talent nodig: van lassers tot ingenieurs, van ICT’ers tot technici. En daar wringt het schoentje: zowel aan de technische richtingen in het technisch- en beroepsonderwijs als in de technische richtingen in het hoger onderwijs studeren te weinig mensen af. Met als gevolg dat heel wat vacatures bij onze technologiebedrijven blijven open staan. Als Vlaanderen zichzelf verder wil uitbouwen tot een industriële topregio dan kan het zich niet langer permitteren om zoveel talent verloren te laten gaan. De oplossing? Inzetten op vrouwelijk techn(olog)isch talent!

Meisjes en techniek Vrouwen zijn zwaar ondervertegenwoordigd in technische opleidingen, beroepen en sectoren. Het probleem heeft diepe wortels: meisjes zijn massaal afwezig in techn(olog)ische opleidingen, of het nu gaat om nijverheidstechnische opleidingen in het secundair onderwijs of om technologische opleidingen in het hoger onderwijs. In het hoger onderwijs schommelt het aantal vrouwelijke studenten rond de 15 procent in de nijverheidstechnische richtingen in het secundair onderwijs zijn er amper 5 procent meisjes. Dat weerspiegelt zich natuurlijk ook in de technologiebedrijven zelf: daar is de man-vrouwverhouding 1 op 7, zo blijkt uit gegevens van Agoria. En daarvan is er nog een behoorlijk deel actief in ‘traditioneel meer vrouwelijke diensten’ als HR of administratie.

Wil dat zeggen dat meisjes en vrouwen niet geïnteresseerd zijn, of straffer nog, niet geschikt zijn voor technische jobs? Natuurlijk niet, de eerste job die een vrouw niet kan, is nog steeds niet uitgevonden! Dus dat er zo weinig vrouwen in- en doorstromen, is een enorme verspilling van talent. Daarvan zijn ook de bedrijven overtuigd, want negentig procent van de Vlaamse technologiebedrijven liet onlangs weten meer vrouwen in dienst te willen nemen voor technisch gerichte functies.

Technoladies Jongeren baseren zich voor hun studiekeuze vaak op advies van hun ouders en omgeving. Meisjes zouden dat zelfs nog iets vaker doen dan jongens. Maar de technologische sector kampt met een imagoprobleem, vooral door het massaal ontbreken van vrouwen. En ook hier is onbekend vaak onbemind. Om dat vrouwonvriendelijke imago weg te poetsen, willen de overheid en het bedrijfsleven inspanningen leveren. Meer informatie over technische beroepen en sectoren bij de studie- en beroepskeuze, meer aanmoediging en positieve vrouwelijke rolmodellen en meer bedrijven die van de instroom en doorstroom van vrouwen een prioriteit maken, zal noodzakelijk zijn.

Het departement Economie, Wetenschap en Innovatie ontwikkelt op dit ogenblik een communicatiestrategie die er onder meer op gericht is om het imago van wetenschap en technologie bij te sturen. Het is nog steeds een belangrijke doelstelling meisjes aan te moedigen om te kiezen voor een wetenschappelijke of technologische richting in het hoger onderwijs, en vrouwen aan te moedigen om in technologische beroepen en sectoren aan de slag te gaan.

Maar ook het bedrijfsleven zelf zal zijn steentje moeten bijdragen om aan te tonen dat techno niet langer macho is. Technologiebedrijven zullen zichzelf aan meisjes en vrouwen – meer dan nu – moeten voorstellen als een boeiende en leuke werkgever, als een werkomgeving waar vrouwen welkom zijn, gewaardeerd worden en carrière kunnen maken. Initiatieven zoals de girls’ day zijn dan ook toe te juichen.

Ook het Technoladiesevenement van Agoria is een belangrijk signaal van het bedrijfsleven: men wil meisjes en vrouwen motiveren om in technische functies aan de slag te gaan, want het kan wel. Rolmodellen kunnen meisjes over de streep trekken bij hun studiekeuze, maar die ontbreken nog vaak. Daarom wil Agoria de weinige vrouwen in techn(olog)ische functies die er vandaag zijn in de schijnwerpers zetten. Zodat – hopelijk – vele andere vrouwen hun voorbeeld volgen. Want dit zijn sectoren met kansen en perspectieven, met leuke jobs met boeiende doorgroeimogelijkheden, ook voor vrouwen!

Ingrid Lieten en Wilson De Pril Vlaams vice-minister-president en minister voor Innovatie Directeur-generaal van Agoria Vlaanderen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content