Internet is evidentie voor jongeren
Internet is gemeengoed geworden en jongeren geven zich massaal over aan het spelen van spelletjes, downloaden van muziek en chatten.
Internet is gemeengoed geworden en jongeren geven zich massaal over aan het spelen van spelletjes, downloaden van muziek en chatten.
Dat blijkt uit een onderzoek dat het Onderzoeks- en Informatiecentrum van de Verbruikersorganisaties (OIVO) met de steun van de Europese Commissie uitvoerde naar jongeren en hun gedrag online.
De meeste huizen waar jongeren wonen, beschikken tegenwoordig over tv, radio en een internetaansluiting. In twee op de drie gevallen beschikken de jongeren ook over een spelconsole. Verrassender is dat meer dan één op de drie over media-uitrusting in zijn kamer beschikt, bijna één jongere op de twee beschikt over een tv en acht op de tien jongeren hebben een radio op hun kamer. Hoe lager de sociale groep waartoe jongeren behoren, hoe minder media-uitrusting ze hebben.
De jongens liggen een lengte voor op de meisjes als het gaat om spelletjes spelen op het internet, op de spelconsole en op de computer. Die spelletjes variëren overigens weinig naargelang het schooltype, de geografische locatie, de taalgroep of de sociale groep. Jongens geven aan gemiddeld tienmaal per week te spelen, tegenover maar viermaal per week voor de meisjes. Dat cijfer stijgt tot zeventien maal rond de leeftijd van 12, de piekleeftijd, om daarna terug te vallen naar een gemiddelde van zeven maal per week rond de leeftijd van 16.
Tweederde van de jongeren – in dit geval iets meer meisjes dan jongens – downloadt muziek van het internet. Die praktijk is zeer wijd verspreid en neemt toe met de leeftijd: zo zegt 61 procent in het lager secundair muziek te downloaden, 79 procent in het 3de-4de middelbaar en 81 procent in het hoger secundair.
Chatten is erg populair, en dat al op vrij jonge leeftijd: 74 procent van de leerlingen die nog in het basisonderwijs zitten, chat. Zodra de overgang naar het secundair gemaakt is, stijgt het percentage naar 84 procent en blijft het boven de 80 procent tot de volwassen leeftijd bereikt wordt. De gemiddelde frequentie bedraagt 9,6 maal per week.
De ouderlijke controle komt tenslotte meestal neer op een beperking van het aantal uren surfen per dag (voor meer dan 4 op de 10 jongeren een beperking tot gemiddeld 1,7 uren per dag) en het controleren van de bezochte websites, aldus het OIVO.
Bron: Belga
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier