Internetrecherche verwijderde honderden radicale Facebook- en Twitter-accounts in 2016

© iStock

De Internet Referral Unit (IRU), de internetrecherche van de federale politie, heeft in haar eerste werkingsjaar 449 verdachte accounts gesloten op sociale media.

Dat blijkt uit het antwoord van minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) op een parlementaire vraag van CD&V-kamerlid Veli Yüksel. In de meeste gevallen ging het om terreur- of pedofiliedossiers. Ingrijpen bij haatberichten op social media, blijkt een stuk moeilijker.

De internetrecherche opende in 2016 192 dossiers voor de verwijdering Twitter-accounts en 177 voor profielen op Facebook. In de rest van de gevallen ging het om Youtube- en Google+-accounts, of andere websites.

De IRU leverde ook steun in 857 gerechtelijke dossiers. In de overgrote meerderheid van de gevallen (571) ging het om terreurdossiers. Daarnaast kwam de internetrecherche ook vaak tussen voor zaken over pedofilie (96 dossiers), fraude (48 dossiers) en drugs (24 dossiers).

Haatberichten

Het opsporen en afsluiten van accounts die online aanzetten tot haat, ook een strafbaar feit, ligt een stuk moeilijker, zo blijkt uit het antwoord van Jambon.

Wanneer de IRU tips krijgt over haatberichten, moeten de agenten manueel op zoek gaan naar de bewuste commentaren. Omdat andere gebruikers die reacties zelf kunnen rapporteren, worden ze vaak snel verwijderd door de beheerder. De politie staat dan machteloos, omdat ze de inbreuken zelf moet vaststellen om in te kunnen grijpen.

“Onbegrijpelijk en onaanvaardbaar”, vindt Yüksel, die betreurt dat agenten haatspuiers niet proactiever kan opsporen. Het CD&V-Kamerlid werkt aan een wetsvoorstel om sociale media te verplichten om de nodige informatie door te spelen aan politie en parket.

Partner Content