Kan de overheid méér doen om ICT-jobs aantrekkelijker te maken?
Diverse professionele en academische organisaties werken zich uit de naad om het tekort aan talent in de Belgische ict-sector weg te werken. Soms impliceert dit lobbyen en proactief samenwerken met de overheid. Ook de overheid zélf lanceert enkele stevige initiatieven. Het is duidelijk dat elke betrokkene méér kan doen om ict-jobs aantrekkelijker te maken.
Diverse professionele en academische organisaties werken zich uit de naad om het tekort aan talent in de Belgische ict-sector weg te werken. Soms impliceert dit lobbyen en proactief samenwerken met de overheid. Ook de overheid zélf lanceert enkele stevige initiatieven. Het is duidelijk dat elke betrokkene méér kan doen om ict-jobs aantrekkelijker te maken.
Dit artikel focust echter op de vraag of de overheid meer kan doen, niet alleen om het bestaande tekort weg te werken, maar ook om naar de toekomst te kijken en te erkennen dat de ict-sector de basis legt voor een kenniseconomie. Onze huidige economie wordt overheerst door productie en distributie. Dat zijn twee zeer verkeersintensieve sectoren, niet alleen wat goederentransport aangaat, maar ook door het woon-werkverkeer van de werknemers. Onze wegen slibben intussen elke dag verder dicht. Het spreekt vanzelf dat deze sectoren ook in de toekomst bijzonder belangrijk zullen blijven voor ons land. Wordt er echter genoeg gedaan om parallel daarmee de kenniseconomie te stimuleren? Deze wereldwijd boomende sector is wellicht de minst verkeersintensieve van alle sectoren: hij heeft geen massaal transport nodig en hij heeft vermoedelijk het grootste telewerkpotentieel.
Acht jaar geleden bestond de vrees dat alles wat met ict te maken had, zou verhuizen naar lagelonenlanden. En ja, er is veel verhuisd: vooral routinejobs en ondersteuning voor oude technologieën. Tegelijk is het gebrek aan ict-talent hier nooit eerder zo schrijnend geweest. De succesrijke vlucht naar het buitenland in combinatie met het recordtekort in eigen land is het beste bewijs dat dit een belangrijke groeisector is. Je kan je afvragen hoeveel meer toegevoegde waarde het land had kunnen genereren dankzij een proactieve, kennissectorgerichte strategie. Overheidsinstanties zouden zich hierover wel eens mogen bezinnen: hebben we een strategisch langetermijnplan om onze kennisindustrie te stimuleren? Zo’n strategie moet alle facetten dekken: onderwijs, telecommunicatie, kennisparken, focus op het aantrekken van buitenlandse investeringen, incentives voor ict-ondernemers enz. Net zoals elke strategie moet ook déze inspirerend, ambitieus en geloofwaardig zijn. Ze moet voorts geïntegreerd zijn om succes te kunnen hebben. Precies dát is duidelijk een uitdaging, want diverse ministeries én de federale én de gewestelijke overheden moeten erbij betrokken worden. Even belangrijk als strategie is openbaarmaking en continue positieve communicatie erover.
Beroepsorganisaties, Academia en CIO-organisaties zullen uiteraard moeten bijdragen tot zo’n strategie, via hun inzichten in sterke en zwakke punten en opportuniteiten in ons sociaal-economisch landschap.
Het is een feit dat diverse universiteiten met succes de wieg vormden van start-ups in ict, maar de vraag is hoeveel meer bereikt had kunnen worden en hoe ict een belangrijke nationale groeisector had kunnen worden. Ict is een breed domein. Op het internet kan je bij professionele hr-bedrijven standaard jobbeschrijvingen opvragen voor 200 verschillende ict-jobs. In de strategie voor een kenniseconomie kan de overheid aansturen op een ict-deelsector, ofwel het ondernemerschap in alle domeinen stimuleren en afwachten wat werkt. De overheid kan ook analyseren waarom sommige universitaire start-ups succes hadden, dit als hefboom gebruiken en hierop voortbouwen.
Vraagt u zich af hoe dit op korte termijn een oplossing vormt voor het gebrek aan talent waarmee bedrijven kampen? Wij zouden het kortetermijneffect van de aankondiging van de strategie, en van de positieve communicatie errond niet willen onderschatten. Het eerste effect kan zijn dat studenten en werkzoekenden informatie- en communicatietechnologie als iets zeer ambitieus ervaren, wat vandaag absoluut onvoldoende het geval is. De communicatie mag niet alleen ict-afgestudeerden bereiken maar ook andere academici die met aangepaste training snel actief kunnen worden in de ict-business. Het spectrum van de zowat 200 verschillende ict-jobs strekt zich uit van functies die uiterst specifieke ict-vaardigheden eisen, tot ‘softere’ skills zoals inzicht in bedrijfsprocessen, relatiebeheer, …
Over langere termijn moet je je afvragen hoe groot de jackpot kan worden als ons land op de wereldkaart wordt gezet voor kennisbeheer en als dit een essentiële schepper van toegevoegde waarde wordt voor het land.
Dat brengt ons bij het antwoord op de titelvraag. De overheid kan en moet inderdaad meer doen om ict-jobs aantrekkelijker te maken. Meer nog: ze moet dringend werk maken van een algemene ict-visie en een ambitieuze strategie te ontwikkelen.
Jos Van Pee is associate director CIOnet, waar hij vooral op de Special Interest Groups focust. Zijn hele carrière speelde zich af bij Procter & Gamble waar hij begin 2007 met pensioen ging. Hij was onder andere it-manager voor Spanje, het Verenigd Koninkrijk en de Emearegio. Hij speelde een leidinggevende rol in de harmonisering van de informatiesystemen in Europa en daarna in de globalisering ervan. Hij is licentiaat doctorandus T.E.W van de KU Leuven.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier