L&H: “Dexia had geen motief voor fraude”

Welk motief zou Artesia (Dexia) hebben gehad om mee te werken aan de fraude bij L&H? Die retorische vraag stelde advocaat Hans Rieder meerdere keren aan de raadsheren van het Gentse hof van beroep.

Welk motief zou Artesia (Dexia) hebben gehad om mee te werken aan de fraude bij L&H? Die retorische vraag stelde advocaat Hans Rieder meerdere keren aan de raadsheren van het Gentse hof van beroep.

Artesia Bank, dat in 2002 werd opgenomen in Dexia Bank, wordt door het openbaar ministerie vervolgd omdat het door het verstrekken van kredieten mee geholpen zou hebben aan de omzetfraude.

De drie betwiste kredieten droegen slechts bij tot een verwaarloosbare fractie (van 0,01 % tot 0,29 %) van de winst van de bank. “Zou de bank voor zo’n winst meegewerkt hebben aan vermeende misdadigers?”, opperde hij. Hij noemde de vervolging van de bank dan ook “een gerechtelijke fata morgana”.

Hans Rieder bekende dat hij een onbehaaglijk gevoel had bij het lopende strafproces in Gent. “Er is geen verslag, er zijn getuigen geroepen, er is geen debat”, was te horen. Vooral het feit dat er geen tegenspraak gebeurt tussen de verschillende procespartijen vond hij een mankement. Om dat te ondervangen gebruikt de bank een visuele presentatie om een debat over de bewijsstukken mogelijk te maken.

Volgens Rieder zijn er essentiële documenten en e-mails die op een verkeerde wijze worden voorgesteld of geïnterpreteerd. Hij legde de schuld daarvoor niet bij het openbaar ministerie, dat, zo vermoedt hij, ook misleid werd, maar bij de onderzoekers op het terrein, die zich onder meer nog aan foutieve samenvattende processenverbaal zou hebben bezondigd. Ook belangrijke getuigen werden volgens de pleiter nooit gehoord en tot nieuwe verhoren na de huiszoeking bij Dexia is het nooit gekomen.

“Mijn bedoeling is om alle partijen te overtuigen van de onschuld van Dexia. Het is door de gebruikte procedure de eerste keer dat wij, ook tegenover het openbaar ministerie, onze argumenten kunnen ontwikkelen.”

Rieder is ervan overtuigd dat, indien het openbaar ministerie onze stukken al eerder zou hebben gezien, het openbaar ministerie de bank nooit zou hebben vervolgd.

Rieder, vaak een procedurepleiter genoemd, gaf mee dat de advocaten van Dexia voorlopig geen procedure-argumenten willen gebruiken. “Het zou in dit dossier nochtans spek voor mijn bek zijn geweest”, gaf hij toe. “De bank staat echter zo sterk in haar schoenen dat dit in eerste instantie niet hoeft.”

De advocaat ging niet uit de weg dat er geen fouten zijn gebeurd bij Artesia. “Iedereen heeft zijn fouten en gebreken, ook de mensen van de bank. Geert Dauwe (de beklaagde die volgende week zijn verdediging op zich neemt) is een eerlijke en trouwe medewerker die zich niks te verwijten heeft. Heeft hij een slordigheid begaan? Ja, maar dat is niet iets waarvoor hij strafrechtelijk vervolgd moet worden.”

Bron: Belga