Met de iPad op schoot
Het Data News-artikel “Nederlandse iPad-school keert terug naar boeken” toont aan dat de introductie van tablets in het onderwijs niet altijd van een leien dakje verloopt.
Het Data News-artikel “Nederlandse iPad-school keert terug naar boeken” toont aan dat de introductie van tablets in het onderwijs niet altijd van een leien dakje verloopt.
De redenen om tablets naar voren te schuiven situeren zich heel dikwijls in “sentimentele” overwegingen: minder papier dus een kleiner impact op het milieu en overvolle boekentassen van de kinderen worden vervangen door één superlichte iPad. Sporadisch proberen sommige auteurs ons te overtuigen met een economische redenering: één iPad van 600 euro is het bedrag dat ouders jaarlijks uitgeven aan leerboeken. Deze iPad gaat echter jarenlang mee en de driejaarlijkse update van leerboeken kan probleemloos verlopen. Wellicht wordt de jaarlijkse kost van de leerboeken in dit geval wat overschat en wordt aangenomen dat elke ouder zomaar in staat is of bereid is om 600 euro uit het huishoudbudget te spenderen voor een luxueuze tablet. Sporadisch proberen sommige onderwijsinstellingen klanten te lokken door een iPad met alle cursusmateriaal aan te bieden aan de deelnemers van een of andere opleiding. Maar dit initiatief is meestal niet meer of niet minder dan een marketingstunt. In hoeverre dergelijke truc werkt is echt twijfelachtig: heel wat deelnemers aan dergelijke opleidingen hebben in de meeste gevallen wel al ergens een iPad in de kast liggen.
Niemand zal ontkennen dat de jeugd in een digitale wereld wordt groot gebracht. Digitale TV, laptop, internet, YouTube, GSM, SMS, Wii,… zijn maar een paar voorbeelden van de digitale hulpmiddelen die ze dagelijks voorgeschoteld krijgen. Maar als je het patroon van het gebruik grondig analyseert dan moet je vaststellen dat deze digitale speeltjes informatie aanreiken met kleurrijke, bewegende beelden en met heel veel interactie. De jeugd wordt opgevoed in een beeldcultuur waarbij zij voortdurend moeten interageren met het medium waarover ze beschikken. De snelheid waarmede jongeren spelletjes spelen, sms’jes inbrengen en verzenden, zappen op hun iPod of tussen TV-zenders, surfen op het internet of overschakelen tussen applicaties op hun laptop is bewonderenswaardig te noemen. De jeugd is echt niet meer geïnteresseerd in statische informatie. Zij begrijpen niet waarom hun grootouders uren spenderen aan de dagelijkse krant of nog wild worden van een diavoorstelling.
En kijk nu even naar de digitale leerboeken die op de markt worden gebracht: een pdf-versie van een bestaand leerboek is blijkbaar het summum van onze digitale wereld. De interactiviteit waar de jeugd naar uitkijkt, beperkt zich dan tot het scrollen tussen de digitale pagina’s. Ook traditionele leerboeken laten gelukkig nog steeds toe om te bladeren tussen de pagina’s. En kunnen we nu in deze digitale versie belangrijke passages markeren, commentaar of bijkomende uitleg noteren in het boek? Dit is niet altijd voorzien. Soms moeten we hiervoor teruggrijpen naar andere programma’s die niet zijn geïntegreerd met onze “reader” van digitale boeken. En hoe wordt de leerstof gepresenteerd? Zijn het nog steeds ellenlange saaie teksten of zijn er video- en audiofragmenten, connecties met YouTube, Wikipedia,… fotogalerijen (“één plaatje is meer waard dan duizend woorden”), interactieve oefeningen en testen… Dit is namelijk de interactiviteit waar de jeugd naar vraagt. De ontwikkeling van een “echt” digitaal boek is dus geen sinecure. De traditionele auteur moet worden begeleid door deskundigen op het vlak van communicatie. Gooi dus alle “oude” teksten in de prullenbak en start volledig opnieuw. Dit is echte innovatie waarbij we de jeugd kunnen overtuigen om te leren met de iPad op schoot…
Prof. dr. Carlos De Backer Universiteit Antwerpen
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier